Jonas Kaufmann NESSUN DORMA 01 maY `16

centre for fine arts
brussels
music
Jonas Kaufmann
NESSUN DORMA
01 MAY ’16
Staatskapelle Weimar
Jochen Rieder
leiding · direction
Grote Zaal Henry Le Bœuf ·
Grande Salle Henry Le Bœuf
Paleis voor Schone Kunsten
Brussel
Palais des Beaux-Arts
Bruxelles
“Quando scrivo un’opera, cerco innanzitutto di essere
sincero, vero e di dare un senso alla vita, impiegando
tutte le mie forze e mezzi.”
“Als ik een opera schrijf, dan ben ik vooral op zoek naar
eerlijkheid en oprechtheid. Met alles wat in mijn macht
ligt tracht ik betekenis te geven aan het leven.”
« Quand j’écris un opéra, je cherche avant tout à être
sincère, à être vrai ; et à donner, de toutes mes forces et
par tous les moyens, un sens à la vie. »
Giacomo Puccini
Programma · Programme, p. 2
Toelichting, p. 4
Clé d’écoute, p. 7
Biografieën · Biographies, p. 10
Gezongen teksten · Textes chantés, p. 14
The Space between the Notes, p. 19
1
Jonastenor
Kaufmann
∙ ténor
Staatskapelle Weimar
Jochen Rieder, leiding ∙ direction
NESSUN DORMA
Jonas Kaufmann zingt Puccini ∙
Jonas Kaufmann chante Puccini
19:30
Inleiding door Waldo Geuns ∙ Introduction par Olivia Wahnon
de Oliveira
Giacomo Puccini
1858-1924
Preludio sinfonico, voor orkest, in A ∙ pour orchestre, en
la majeur (1882)
Aria “Ecco la casa“
Prelude ∙ Prélude
Intermezzo “La Tregenda“
uit ∙ extraits de Le Villi (1884)
Aria “Orgia chimera“
Prelude tot de derde akte ∙ Prélude à l’acte III
uit ∙ extraits de Edgar (1889-1905)
Aria “Donna non vidi mai“
Intermezzo
Scena “Ah! Guai a chi la tocca!… No! pazzo son!
Guardate!”
uit ∙ extraits de Manon Lescaut (1893)
pauze ∙ pause
2
Prelude tot de derde akte ∙ Prélude à l’acte III
Aria “E lucevan le stelle“
uit ∙ extraits de Tosca (1900)
Intermezzo
Aria “Addio fiorito asil”
uit ∙ extraits de Madama Butterfly (1904)
Intermezzo
uit ∙ extrait de Suor Angelica (s.d.)
Aria “Nessun dorma!“
uit ∙ extraite de Turandot (1926)
22:00
Einde van het concert ∙ Fin du concert
NL Jonas Kaufmann treedt op in overeenstemming met Zemsky/
Green Artists Management, Inc. opnames exclusief voor SONY
MUSIC ENTERTAINMENT.
Het concert maakt deel uit van de tour München Musik.
FR Jonas Kaufmann se produit en accord avec Zemsky/Green Artists
Management, Inc. et enregistre exclusivement pour SONY MUSIC
ENTERTAINMENT.
Ce concert s’inscrit dans une tournée de München Musik.
Gelieve uit respect voor de artiesten en de muziek de stilte te bewaren. Schakel je gsm of elektronisch
uurwerk uit en hoest niet onnodig. Het is verboden te fotograferen, te filmen en opnames te maken.
Pour les artistes et la musique, merci de respecter le silence. Veillez à éteindre téléphones portables,
montres électroniques et à réprimer les toux. Il est interdit de photographier, filmer et enregistrer.
3
toelichting
Nessun dorma!
Jonas Kaufmann over de aria’s en scènes in zijn Puccini-concert
De laatste twintig jaar van zijn leven
was Giacomo Puccini zo beroemd als
een Hollywoodster. Zijn aria’s waren
als schlagers die iedereen kende. Dat
hun populariteit nog steeds een feit
is, bewijst de aria Nessun dorma!.
Van al zijn aria’s is dit de meest
geliefde, mede door het legendarische
eerste concert van ‘de drie tenoren’
op de slotplechtigheid van het
wereldkampioenschap voetbal in Rome
in 1990. Dat was een paar dagen vóór
mijn eenentwintigste verjaardag. Ik
bewonderde het succes van Luciano
Pavarotti, Plácido Domingo en José
Carreras. Persoonlijk heb ik me lange tijd
niet durven wagen aan Nessun dorma!
uit diep respect voor de magie en de
ongelofelijke aantrekkingskracht van
deze aria. En ook nu nog krijg ik telkens
opnieuw kippenvel als ik het beluister.
Nessun dorma vormt het
hoogtepunt en tegelijk het einde van
Puccini’s oeuvre. De aria is het klapstuk
uit Turandot, zijn laatste opera die
hij helaas niet kon voltooien. Puccini
was een verstokte roker en stierf op
29 november 1924 in Brussel aan
keelkanker. Hij was toen 65.
Het programma dat we brengen
getuigt van de gigantische artistieke
evolutie die in Puccini’s oeuvre tot
ontplooiing komt. Vanaf zijn prille
werken tot aan zijn meesterschap. We
openen het concert met het Preludio
sinfonico. Dit orkestwerk schreef de
hoogbegaafde student van 23 jaar
aan het conservatorium van Milaan.
De invloed van Richard Wagner is hier
4
onmiskenbaar aanwezig. Puccini stelde
zijn Preludio voor in 1882. In datzelfde
jaar verscheen Parsifal in Bayreuth, het
laatste werk van Wagner, en werkte
Giuseppe Verdi – waar Puccini eveneens
veel bewondering voor had – aan zijn
Otello. Het was voor Puccini met andere
woorden niet gemakkelijk om zich in de
aanwezigheid van deze giganten een
eigen weg te banen.
Toch had Puccini vooraanstaande
mentoren zoals zijn leraar Amilcare
Ponchielli, de componist van La
Gioconda. Hij moedigde de 24-jarige
Puccini aan om deel te nemen aan
een operawedstrijd, gesponsord door
de uitgever Edoardo Sonzogno. Zo
ontstond Puccini’s eerste opera, Le
Villi (Milaan 1884). De titel verwijst naar
de wraaklustige geesten van jonge
vrouwen die in de steek werden gelaten
en uit liefdessmart gestorven zijn. Deze
mengvorm van opera en ballet is nooit
echt doorgebroken. Toch blijkt het genie
van de componist uit het voorspel, de
dramatische dansscène La Tregenda en
de aria’s Ecco la casa en Torna ai felici
di. Het personage dat ik in deze scène
vertolk heet Roberto, een jonge kerel
die zijn verloofde in de steek liet voor
een courtisane. Wanneer hij ontdekt
dat zijn achtergebleven vrouw stierf van
liefdesverdriet, wordt hij gekweld door
bitter berouw: “Mijn gedachten gaan
terug naar de dagen waarin de liefde
voor mij bloeide. Maar nu rest er in mijn
hart niets dan treurnis en angst.”
De tweede opera van Puccini,
Edgar, schreef hij in opdracht van de
uitgever Giulio Ricordi en werd voor
het eerst uitgevoerd in het Teatro alla
Scala in Milaan in 1889. De dramatische
toestand in deze opera doet een beetje
denken aan het verhaal van Carmen:
een jongeman zwicht voor de charmes
van een femme fatale. In tegenstelling
tot Don José in Carmen, wordt Edgar
zijn verleidster beu. In de scène Orgia
chimera denkt hij met spijt terug aan
Fidelia, de vrouw die echt van hem hield.
Puccini’s grote doorbraak kwam er
met zijn derde opera, Manon Lescaut.
De wereldpremière vond plaats op
2 februari 1893 in Turijn, een week
voordat Verdi’s laatste opera, Falstaff,
in première ging. In Manon Lescaut
merken we voor de eerste keer de
enorme aantrekkingskracht die zowel
zangers als publiek fascineert. En de
zangpartij van ridder Des Grieux behoort
tot de dankbaarste − maar eveneens tot
de meest veeleisende − rollen uit het
repertoire voor tenor. Het omvat het hele
scala, van lyrisch tot dramatisch. Plácido
Domingo zou hierover gezegd hebben
“nog moeilijker dan Otello”.
In de aria Donna non vidi mai schetst
Puccini met een prachtige cantilene het
begin van een grote en tragische liefde.
De student Des Grieux wordt verliefd op
een jonge vrouw die naar het klooster
wordt gebracht. Hij beseft nog niet hoe
afhankelijk hij zal worden van dit op
het eerste gezicht onschuldig meisje
van het platteland. Hiermee wordt al
duidelijk wat deze rol zo aantrekkelijk
voor me maakt: het vertolken van de
verschillende stadia van afhankelijkheid,
van romantische verliefdheid tot pure
wanhoop.
De scène Guardate! Pazzo non
son behoort tot de dramatische
hoogtepunten van de opera. Manon
wordt vanuit Le Havre naar een
5
Amerikaans strafkamp gebracht. Des
Grieux kan de gedachte van haar
gescheiden te worden niet verdragen.
Radeloos smeekt hij de kapitein om
hem als scheepsjongen mee te nemen.
Deze vier minuten zijn voor elke zanger
een zware beproeving. Vooral omdat je
verduiveld goed moet oppassen om uit
pure emotie de controle over het zingen
niet te verliezen. Het is pas tijdens het
overweldigende naspel van het orkest
dat men zijn gevoelens de vrije loop kan
laten.
Dat het drama bij Puccini zich niet
alleen afspeelt op het podium, maar
ook steeds in het orkest, wordt duidelijk
bij het bekende Intermezzo sinfonico.
Hier zijn geen woorden nodig om te
begrijpen waarom Des Grieux niet los
kan komen van Manon.
Het tweede deel van ons concert
begint met een van de sterkste scènes
uit Puccini’s werk, het voorspel tot de
derde akte van Tosca en de hierop
volgende scène E lucevan le stelle. Als je
de aria losstaand van het voorspel hoort,
verliest ze haar effect niet. Toch vind ik
dat het voorspel een unieke stemmige
sfeer opbouwt, waardoor de volgende
scène nog versterkt wordt: een nieuwe
dag begint, de klokken luiden voor de
ochtendmis. De ter dood veroordeelde
Mario Cavaradossi denkt aan zijn grote
liefde, Floria Tosca, en neemt afscheid
van het leven.
Bij Puccini draait het meestal om
de grote liefde en haar tragische einde.
Vaak ook om het naakte geweld:
psychologische intimidatie, foltering,
doodslag, moord en zelfmoord. Dit
alles kon hij pakkend vormgeven als
geen ander. Bovendien bewijzen de
intermezzo’s uit Madama Butterfly en
Suor Angelica dat hij een meester is
in subtiele schakeringen. Zeker bij het
ontvouwen van het gevoelsleven van
zijn ‘femmes fragiles’. Fijngevoeligheid
en brutaliteit liggen in de werken vaak
dicht bijeen. In zijn persoonlijk leven was
dit ook het geval.
De sterkste vrouw uit Puccini’s
collectie is ongetwijfeld Minnie, de
titelheldin uit zijn western-opera
La Fanciulla del West. Ondanks
een schitterende première in de
Metropolitan Opera in New York (met
Emmy Destinn en Enrico Caruso in de
hoofdrollen en Arturo Toscanini als
dirigent), en ondanks de vele geweldige
uitvoeringen sindsdien, brak La Fanciulla
nooit door. Dat heeft enerzijds te
maken met de titelrol van de zangeres
die minstens zo veeleisend is als die
van Turandot, anderzijds met het
onderwerp. De wereld van goudzoekers
en western bleek al eerder een hindernis
te vormen voor de operascène. Al
was het maar omwille van alle clichés
die we hieromtrent hebben door de
voorstelling ervan in de film. De opera
wordt echter toegankelijker als we ons
kunnen losmaken van deze beelden
à la John Wayne. Als we proberen om
het verhaal vanuit een andere hoek te
bekijken, zoals bij Il tabarro, namelijk
als een compacte maatschappijstudie.
Het draait hier ook niet om de cowboys
en indianen, maar om de zorgen,
de angsten en de verlangens van
mislukkelingen. En wederom het zoeken
naar de grote liefde.
La Fanciulla is muzikaal gezien
een van de rijkste opera’s van Puccini.
Tijdens de repetities voor de nieuwe
productie in de Wiener Staatsoper,
was ik telkens opnieuw onder de
indruk van alle kleuren en facetten
in de orkestklank. Mijn tenorpartij
biedt weliswaar niet de geweldige
6
succesnummers zoals in La Bohème
of Tosca, maar bevat aanzienlijk meer
tussentonen. Dat maakt het voor mij
bijzonder aantrekkelijk. Puccini gaf deze
Dick Johnson een heel apart muzikaal
profiel. Objectief bekeken is hij een
kleine schurk die opgroeide in het
verkeerd milieu en op het verkeerde
pad geraakte. Maar bij Puccini zien en
horen we hem door de roze bril van de
titelheldin. Net niet als schurk, maar
als een interessante vreemde, als een
man met levenservaring. Het vertolken
van deze dubbele bodem was een
fantastische uitdaging. In de monoloog
Or son sei mesi laat hij zijn masker
vallen en vertelt hij wie hij werkelijk is.
Een zowel ontroerende als muzikaal
meeslepende scène, die voor mijn part
nog veel langer mag duren.
clé d’écoute
Nessun dorma!
Jonas Kaufmann au sujet des arias et des scènes de son concert Puccini
Durant les vingt dernières années de sa
vie, Giacomo Puccini était aussi célèbre
que les stars d’Holywood d’aujourd’hui.
Ses arias étaient des tubes connus de
tous. « Nessun dorma! » est là pour
prouver qu’ils en conservent toujours
le potentiel. Sa popularité n’est égalée
par aucune autre aria du compositeur,
notamment grâce au célèbre premier
concert des Trois Ténors lors de la finale
de la Coupe du monde 1990 à Rome.
À l’époque, quelques jours avant mon
21e anniversaire, je brûlais d’envie pour
Luciano Pavarotti, Plácido Domingo et
José Carreras. Pendant un long moment
cependant, j’ai craint de m’attaquer à
« Nessun dorma! », si grand était mon
respect pour sa magie et son incroyable
magnétisme. Même aujourd’hui, j’ai
la chair de poule chaque fois que je
l’entends.
« Nessun dorma! » marque à la
fois le zénith et la fin de la production
créative de Puccini : il est le clou de son
dernier opéra, Turandot, resté inachevé
à sa mort. Alors qu’il y travaillait, le
fumeur invétéré fut diagnostiqué d’un
cancer de la gorge et décéda le 29
novembre 1924 ; il avait 65 ans.
En une sorte de mouvement
accéléré, notre programme couvre
l’énorme évolution artistique de Puccini
depuis ses tout débuts jusqu’à la pleine
maîtrise de Turandot et « Nessun
dorma! » Il s’ouvre avec Preludio
sinfonico, l’œuvre d’un débutant bourré
de talent : Puccini, alors étudiant au
Conservatoire de Milan, n’avait que
7
23 ans lorsqu’il l’écrivit. Il est difficile
de ne pas y percevoir l’influence de
Richard Wagner. En 1882, quand Puccini
présenta son Preludio, la dernière œuvre
de Wagner, Parsifal, était présentée à
Bayreuth ; Verdi, que Puccini appréciait
énormément également, travaillait à son
Otello. La présence forte de ces deux
géants lui rendit difficile la tâche de
trouver sa propre voie.
Mais Puccini avait d’importants
mécènes. L’un était son professeur,
Amilcare Ponchielli, le compositeur de
La Gioconda. Celui-ci incita Puccini,
alors âgé de 24 ans, à participer à un
concours d’opéra financé par l’éditeur
Edoardo Sonzogno. C’est son premier
opéra, Le Villi (Milan, 1884), qu’il
présenta. Les « villi » du titre sont
les esprits vengeurs d’amoureuses
délaissées et mortes d’amour non
partagé. Mêlant opéra et ballet, cette
première œuvre n’a pour cette raison
pu jusqu’ici être représentée sur scène.
Mais le prélude, la scène de danse
dramatique « La Tregenda » et l’aria
« Ecco la casa – Torna ai felici dì »
révèlent déjà le génie de Puccini. Le
personnage que j’incarne dans cette
scène est un jeune homme du nom de
Roberto qui a quitté sa fiancée pour une
courtisane. Quand il apprend que sa
financée est morte le cœur brisé, il est
pris de remords amers : « Mes pensées
retournent à l’époque où l’amour
fleurissait pour moi. Mais à présent,
mon cœur ne connaît que la tristesse et
la peur. »
Edgar, le second opéra de
Puccini, fut écrit pour répondre à une
commande de l’éditeur Giulio Ricordi et
fut créé à la Scala de Milan en 1889. Son
contexte dramatique rappelle quelque
peu l’intrigue de Carmen : un jeune
homme est pris au piège d’une femme
fatale. Mais à l’inverse de Don José dans
Carmen, Edgar se lasse de sa séductrice.
Dans la scène « Orgia chimera », il se
souvient avec regrets de celle qui l’aime
vraiment, une femme du nom éloquent
de Fidelia.
C’est son troisième opéra, Manon
Lescaut, qui permit à Puccini de percer
réellement. L’œuvre fut créée à Turin
le 2 février 1893, une semaine avant la
première du dernier opéra de Verdi,
Falstaff. Dans Manon Lescaut, pour la
première fois, un incroyable magnétisme
se fait sentir, qui envoûte les chanteurs
aussi bien que l’assistance. Le rôle de
Des Grieux est l’un des plus gratifiants
– et exigeants ! – du répertoire de
l’opéra. Il contient l’étendue complète
allant du lyrique au dramatique. Plácido
Domingo l’aurait déclaré « plus difficile
qu’Otello ».
Dans « Donna non vidi mai », Puccini
dépeint, avec une belle cantilène, le
début d’une grande et tragique histoire
d’amour. L’étudiant Des Grieux est
tombé amoureux d’une jeune femme
sur le point d’entrer au couvent. Il ne sait
pas encore qu’il va devenir l’esclave de
cette jeune campagnarde prétendument
innocente. Ceci illustre parfaitement
l’attrait particulier qu’exerce le rôle sur
moi : montrer les différentes étapes de
la dépendance, depuis l’engouement
romantique jusqu’au sombre désespoir.
La scène « Guardate, pazzo non
son » est l’un des sommets dramatiques
de l’opéra. Manon va être embarquée
8
au Havre pour une colonie pénitentiaire
en Amérique, et Des Grieux ne
peut supporter l’idée d’être séparé
d’elle. Dans son désespoir, il implore
le capitaine de le prendre comme
garçon de cabine. Ces quatre minutes
sont une rude épreuve pour le ténor,
en particulier à cause de l’attention
extrême qu’il doit accorder au contrôle
de ses émotions afin de conserver la
maîtrise de sa voix. Ce n’est que quand
l’écrasant postlude orchestral arrive que
le chanteur peut donner libre cours à
ses sentiments.
À propos de l’orchestre : dans les
œuvres de Puccini, le drame se joue
toujours non seulement sur scène,
mais aussi à l’orchestre. Le fameux
Intermezzo sinfonico en est un
excellent exemple : la musique suffit à
faire comprendre que Des Grieux est
incapable de se libérer de Manon.
La seconde partie de notre
programme s’ouvre avec l’une des
scènes les plus puissantes de l’œuvre
de Puccini : le prélude de l’acte III de
Tosca et la scena suivante, « E lucevan
le stelle ». L’aria sans son prélude
exerce déjà tout son effet. Cependant,
le prélude crée une atmosphère
unique qui rend la scena d’autant
plus puissante : un jour neuf se lève,
des volées de cloches pour la messe
du matin se font entendre, alors que
Mario Cavaradossi, condamné à mort,
se souvient de son grand amour, Floria
Tosca, et fait ses adieux à la vie.
Le thème le plus fréquent chez
Puccini est généralement le grand
amour et son issue tragique. La
violence brutale est souvent présente
également : terreur psychologique,
torture, homicide, meurtre et suicide,
qu’il sait comme nul autre rendre
de façon captivante. Mais dans les
intermèdes de Madame Butterfly et
Suor Angelica, il se révèle aussi comme
un maître des nuances subtiles, en
particulier quand elles viennent illustrer
les vies intérieures de ces « femmes
fragiles ». Subtilité et brutalité se
côtoient souvent dans sa musique,
probablement comme dans sa vie.
La femme la plus forte de la galerie
de portraits de Puccini est sans
conteste Minnie, le rôle-titre de son
opéra western La Fanciulla del West.
Malgré une brillante première au Met
de New York, avec Emmy Destinn et
Enrico Caruso dans les rôles principaux
et Arturo Toscanini au pupitre de chef
d’orchestre, et en dépit des nombreuses
grandes représentations qui ont été
données depuis lors, La Fanciulla est
resté un outsider. L’une des raisons
est sans doute à trouver dans le fait
que le rôle principal est au moins
aussi exigeant pour la soprano que
Turandot. Le sujet en est une autre : la
ruée vers l’or et l’Ouest ont tendance
à être un obstacle à sa mise en scène,
ne fût-ce qu’en raison de tous les
clichés cinématographiques qui nous
encombrent l’esprit. Mais si nous nous
libérons de l’imagerie « John Wayne » et
tentons de voir l’histoire selon la même
perspective qu’Il tabarro, par exemple
– à savoir une étude sociologique
extrêmement fournie –, l’œuvre nous
devient facilement accessible. Ce ne
sont pas les cow-boys et les Indiens qui
sont au cœur du sujet, mais les soucis,
les peurs et la nostalgie de pauvres
êtres humains. Et, une fois encore, la
recherche du grand amour.
La Fanciulla possède en outre
l’une des plus riches partitions de
la production de Puccini. J’ai été
9
constamment fasciné, durant les
répétitions à l’Opéra d’État de Vienne,
par toutes les couleurs et les facettes
sonores de l’orchestre. Certes, mon
rôle n’est pas aussi riche en tubes que
La Bohème ou Tosca, mais il offre bien
plus de nuances, ce qui le rend tout
à fait à mon goût. Puccini a conféré à
Dick Johnson une personnalité musicale
assez caractéristique : il n’est en toute
objectivité qu’un petit escroc qui a
grandi dans un mauvais environnement
et s’est égaré. Mais nous le voyons à
travers les lunettes roses de l’héroïne
éponyme, pas du tout comme un
petit escroc, mais comme un homme
intéressant venu du monde étranger.
Dépeindre cette dichotomie est ce qui
rend le rôle tellement attrayant à mes
yeux. Dans le monologue « Or son sei
mesi », Dick fait tomber son masque et
avoue qui il est réellement. C’est une
scène aussi touchante qu’exaltante
musicalement ; elle pourrait, à mon
sens, durer beaucoup, beaucoup plus
longtemps.
© Gregor Hohenberg
biografieën · biographies
Jonas Kaufmann
tenor ∙ ténor
NL Geboren in München. Studies aan
de Hochschule für Musik und Theater
in zijn geboortestad. Debuteerde in de
opera’s van Saarbrücken en Stuttgart.
Was nadien deel van het ensemble in
de opera van Zurich. Maakte carrière
in Covent Garden (Londen), de Met
(New York), de Wiener Staatsoper, de
Bayerische Staatsoper München, de
Opéra de Paris, het Teatro della Scala
(Milaan)... Concertoptredens o.l.v. Sir S.
Rattle, N. Harnoncourt, Fr. Welser-Möst,
H. Rilling, Cl. Abbado, Chr. Thielemann,
D. Barenboim, M. Jansons… met
orkesten als de Berliner Philharmoniker,
het Cleveland Symphony Orchestra, de
Wiener Philharmoniker, de Münchner
Philharmoniker, het Orchestra
Filarmonica della Scala... Uitgebreid
repertoire in Franse, Duitse en Italiaanse
opera, operette, oratoria en Franse,
Engelse en Duitse liederen. Geeft
recitals met pianist H. Deutsch, zijn
vaste kamermuziekpartner. Meermaals
gelauwerd als ‘Zanger van het Jaar’
door de muziekmagazines Opernwelt,
Diapason en Musical America, en
10
door de jury’s van de International
Opera Awards (Londen, 2013) en de
Duitse muziekprijs ECHO Klassik (2013
en 2015). Uitgebreide, gelauwerde
discografie, hoofdzakelijk bij het label
Decca. Solo-albums waarvan bestsellers:
het ‘Berlijnse’ album met muziek van
o.a. F. Lehár, I. Kálmán, R. Stolz en
R. Tauber e.a. (Sony Classics, 2014),
Schuberts Die schöne Müllerin met H.
Deutsch (2009), Verismo Arias met de
Accademia Nazionale di Santa Cecilia en
A. Pappano (2010), Beethovens Fidelio
met het Lucerne Festival Orchestra en
Cl. Abbado (2011) en de dvd met Cilea’s
Adriana Lecouvreur met het orkest van
het Royal Opera House Covent Garden
en M. Elder (2012).
FR Né à Munich. Études musicales à la
Hochschule für Musik und Theater de
sa ville natale. Débuts dans les maisons
d’opéra de Saarbrücken et Stuttgart, puis
membre de l’opéra de Zurich. Mène une
carrière internationale sur les grandes
scènes : Covent Garden (Londres), The
Metropolitan Opera (New York), Wiener
Staatsoper, Opéra de Paris, Teatro della
Scala (Milan)... Prestations avec des
chefs aussi éminents que Sir S. Rattle, N.
Harnoncourt, F. Welser-Möst, H. Rilling,
C. Abbado, C. Thielemann, D. Barenboim,
M. Jansons… et avec des formations
comme le Berliner Philharmoniker, le
Cleveland Symphony Orchestra, le
Wiener Philharmoniker, le Münchner
Philharmoniker, l’Orchestra Filarmonica
della Scala... Large répertoire dédié
à l’opéra français, allemand et italien,
à l’opérette à l’oratorio, ainsi qu’aux
mélodies françaises, anglaises et lieder
allemands. Se produit en récital aux
côtés de son partenaire musical de
longue date, le pianiste H. Deutsch. Élu
à de nombreuses reprises « Chanteur
de l’année » par les magazines de
musique classique Opernwelt, Diapason
Jochen Rieder
leiding · direction
NL Geboren in de Palts (Duitsland)
in 1970. 2006: debuut als dirigent in
het Opernhaus Zürich in Ariadne auf
Naxos; dirigeerde sindsdien o.m. Die
Zauberflöte, L’italiana in Algeri, Tosca
en de wereldpremière van Wagners
Nibelungenring für Kinder van
Hirofumi Misawa,… Muzikale leiding van
concerten met J. Kaufmann, P. Seiffert,
W. Meier, N. Stemme, T. Hampson,
J. van Dam, M. Goerne, R. Fleming,
M. Salminen en M. Volle. Gastdirigent
bij het Royal Philharmonic Orchestra,
het Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin,
de Philharmonia Zurich, het Orchestre
National de France, Qatar Philharmonic,
het Svetlanov Orchestra, het Australian
Opera and Ballet Orchestra Sydney,
Jyväskylä Sinfonia, het Orchestra
Filarmonica della Scala …Recente
opnames: Du bist die Welt für mich
met J. Kaufmann (Sony Classical, 2014)
11
© Lena Wunderlich
et Musical America, et par les jurys de
l’International Opera Awards à Londres
(en 2013) et du prix allemand Echo
Klassik (en 2013 et 2015). Discographie
abondante parue essentiellement
chez Decca. Grands succès : l’album
« berlinois » reprenant la musique de F.
Lehár, I. Kálmán, R. Stolz et R. Tauber e.a.
(Sony Classics, 2014), celui consacré au
cycle Die schöne Müllerin de Schubert
avec H. Deutsch (2009), Verismo Arias
avec l’Accademia Nazionale di Santa
Cecilia et A. Pappano (2010), Fidelio
de Beethoven avec le Lucerne Festival
Orchestra et Cl. Abbado (2011) et le DVD
dédié à Adriana Lecouvreur de Cilea
avec l’orchestre de la Royal Opera House
Covent Garden et M. Elder (2012).
en Mahlers Liedcycli met de Zweedse
bariton P. Mattei en het Norrköping
Symphony Orchestra (Naxos, 2015).
FR Né dans le Palatinat rhénan
(Allemagne) en 1970. 2006 : débuts
à l’Opernhaus Zürich dans Ariadne
auf Naxos. A notamment dirigé
Die Zauberflöte, L’italiana in Algeri,
Tosca et la création de Wagners
Nibelungenring für Kinder de Hirofumi
Misawa... Se produit e.a. aux côtés
de J. Kaufmann, P. Seiffert, W. Meier,
N. Stemme, T. Hampson, J. van Dam,
M. Goerne, R. Fleming, M. Salminen
et M. Volle. Chef invité auprès du
Royal Philharmonic Orchestra, du
Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin, de
la Philharmonia Zurich, de l’Orchestre
National de France, du Qatar
Philharmonic, Svetlanov Orchestra,
de l’Australian Opera and Ballet
Orchestra Sydney, de la Jyväskylä
Sinfonia, de l’Orchestra Filarmonica
della Scala... Dernières parutions
discographiques : Du bist die Welt für
mich avec J. Kaufmann (Sony Classical,
2014) et les cycles de lieder de Mahler
aux côtés du baryton suédois P. Mattei
et du Norrköping Symphony Orchestra
(Naxos, 2015).
Staatskapelle Weimar
NL Een van de oudste en meest
vooraanstaande orkesten ter wereld.
Opgericht in 1491. Samengewerkt
met muzikale grootheden als
Hummel, Liszt en R. Strauss.
Verzorgde wereldpremières van
Wagners Lohengrin (1850) en
Humperdincks Hänsel und Gretel
(1893). Werd gedirigeerd door H.
Abendroth, O. Caetani, P. Gülke,
H.P. Frank, G. A. Albrecht, J. van
Steen en C. St. Clair. Wordt sinds
2009 gedirigeerd door de Zweed
Stefan Solyom. Treedt op in de meest
prestigieuze huizen in Europa en Japan.
Hoogtepunten van het huidige seizoen:
optredens op Duitse festivals (Bachfest
Leipzig, Choriner Musikzommer,
Weilburger Schlosskonzerten) en
tour met J. Kaufmann. Discografie
bij het label Naxos, vooral met Duits
repertoire (Mozart, Wagner, Strauss, en
hedehdaagse componisten).
FR Un des plus anciens et des plus
illustres orchestres du monde. Fondé
en 1491. A croisé sur sa route des
personnalités telles que Hummel, Liszt
ou R. Strauss. A exécuté la création
mondiale de Lohengrin de Wagner
(1850) et de Hänsel und Gretel de
Humperdinck (1893). S’est produit
sous la baguette de chefs tels que
H. Abendroth, O. Caetani, P. Gülke,
H. P. Frank, G. A. Albrecht, J. van Steen
ou C. St. Clair. Dirigé depuis 2009 par
le chef suédois Stefan Solyom. Foule les
scènes les plus prestigieuses d’Europe,
et du Japon. Moments forts de la
saison actuelle : participations à des
festivals allemands (Bachfest Leipzig,
Choriner Musikzommer, Weilburger
Schlosskonzerten) et tournée avec le
ténor J. Kaufmann. Discographique
principalement dédiée au répertoire
germanique (Mozart, Wagner, Strauss
et compositeurs contemporains) et
parue sur le label Naxos.
premier violon ∙ eerste viool
Gernot Süßmuth, concertmester ∙
Konzertmeister
Andreas Schulik
Hannelore Birckner
Ralph Schmidtsdorf
Andreas Schneider
Claudia Spranger
Ulrich Kliegel
Maria Kersten
Barbara Demel-Voß
Hans-Holger Simon
Joselyne Mariotti
Ryutaro Omura
tweede viool ∙ deuxième violon
Jürgen Karwath
Magdalena Krömer
Ha-Na Lee
Frank Meier
Susanne Rost
Anna Bellmann
Katharina Kleinjung
Raphael Hevicke
Sihyun Lee
Jörg Emmrich
12
alto ∙ altviool
Kerstin Schönherr
Almut Bormann
Cornelia Möbius
Robert Findeisen
Michael Rost
Thomas Häring
Sylvia Nerrlich
Isabella Raab
violoncelle ∙ cello
Alexandre Castro-Balbi
Gabriele Azeroth
Astrid Müller
Kassian Krömer
Lukas Dihle
Hye-Jun Byun
contrebasse ∙ contrabas
Yun Sun
Hans-Dieter Koch
Matthias Krüger
Bärbel Richter
Christian Bergmann
harpe ∙ harp
Elisabeth Anetseder-Meyer
flûte ∙ fluit
Mareike Friedel
Kirill Mikhailov
Benjamin Plag
hautbois ∙ hobo
Brigitte Horlitz
Mariko Okuda
Hiroyuki Tatsumiya
clarinette ∙ klarinet
Jan Doormann
Junko Kada
Lisa Liszta
13
basson ∙ fagot
Michael Abé
David Mathe
Thoralf Knüpfer
cor ∙ hoorn
Ralf Ludwig
Jens Pribbernow
Andreas Nickel
Stefan Ludwig
trompette ∙ trompet
Zsolt Nagy-Major
Klaus Wenzel
Frieder Kermer
trombone
Ulrich Pförtsch
Michael Schröter-Hölbing
Bernhard Stangl
tuba
Georg Bölk
percussion ∙ slagwerk
Ingo Wernsdorf
Jong Yong Na
Rafael Molina Garcia
Wolfgang Böhme
celesta · célesta
Dirk Sobe
gezongen teksten · textes chantés
Giacomo Puccini
Aria “Ecco la casa”
Aria “Orgia chimera”
uit · extraite de Le Villi
uit · extraite de Edgar
Roberto
Ecco la casa.
Dio, che orrenda notte!
Strane voci m’inseguon.
Le Villi: evvia!
Son fole!
No, delle Villi me non perseguita
La vendetta fatal!
Tu sol m’insegui, rimorso,
Vipera infernal!
Vipera dal veleno infernal!
Torna ai felici dì
Dolente il mio pensier,
Ridean del maggio i fior,
Fioria l’amor, fioria per me l’amor!
Or tutto si coprì
Di lugubre mister,
Ed io non ho nel cor
Che tristezza e terror!
Edgar
Orgia,
Chimera dall’occhio vitreo,
Dal soffio ardente
Che i sensi incendia,
Tu a me, dell’alta notte
Nel glauco mister silente,
Invan ritorni.
Non più dai tuoi sguardi
Ammaliato sarà il mio cor!
Né più m’avvince
A te la voluttà.
Ma ho terror
Del doman, del doman;
Un vigliacco terror
Che l’onor mio
Combattere non sa!
O soave vision
Di quell’alba d’april,
O vision, o vision gentil
D’amore e di splendor!
Nell’abisso fatal,
Dove caduto io son,
Rimpianta vision, ah!
Te il mio pensiero
Evoca sempre ancor,
Sempre, sempre ancor!
Sovra un sereno cielo
Si disegna il profil,
Dolcissimo,
Dell’angiol che m’amò!
14
Aria “Donna non
vidi mai”
uit · extraite de Manon Lescaut
Des Grieux
Donna non vidi mai simile a questa!
A dirle: io t’amo,
A nuova vita l’alma mia si desta.
“Manon Lescaut mi chiamo!”
Come queste parole profumate
Mi vagan nello spirto
E ascose fibre vanno a carezzare.
O sussurro gentil, deh! non cessare!…
“Manon Lescaut mi chiamo!”
Sussurro gentil, deh! non cessar!
15
Scena “Ah! Guai a chi
la tocca!… No!
pazzo son! Guardate!”
uit · extraite de Manon Lescaut
Des Grieux
Ah! guai a chi la tocca!
Manon, ti stringi a me!
Ah! non v’avvicinate!
Ché, vivo me, costei
Nessun strappar potrà!…
No! pazzo son!
Guardate,
Pazzo son, guardate,
Com’io piango ed imploro…
Come io piango, guardate,
Com’io chiedo pietà!…
Udite! M’accettate
Qual mozzo o a più vile mestiere,
Ed io verrò felice!… M’ accettate!
Ah! guardate, io piango e imploro!
Vi pigliate
Il mio sangue… la vita!…
V’imploro, vi chiedo pietà!
Ah! pietà! ingrato non sarò!
Aria “E lucevan
le stelle”
uit · extraite de Tosca
Cavaradossi
E lucevan le stelle...
Ed olezzava la terra...
Stridea l’uscio dell’orto...
E un passo sfiorava la rena...
Entrava ella, fragrante,
Mi cadea fra le braccia...
Oh! dolci baci, o languide carezze,
Mentr’io fremente
Le belle forme disciogliea dai veli!
Svanì per sempre il sogno mio d’amore...
L’ora è fuggita...
E muoio disperato!
E non ho amato mai tanto la vita!...
16
Aria “Addio fiorito asil”
uit ∙ extraite de Madame Butterfly
Pinkerton
Addio, fi orito asil
di Letizia e d’amor.
Sempre il mite suo sembiante
con strazio atroce vedrò.
Addio, fi orito asil!
Non reggo al tuo squallor!
Ah, non reggo al tuo squallor!
Fuggo, fuggo: son vil!
Addio! Non reggo al tuo squallor.
Ah! son vil! Ah! son vil!
Aria “Nessun dorma!”
uit ∙ extraite de Turandot
Calaf
Nessun dorma…
Tu pure, o Principessa,
Nella tua fredda stanza
Guardi le stelle
Che tremano d’amore e di speranza.
Ma il mio mistero è chiuso in me,
Il nome mio nessun saprà!
No, no, sulla tua bocca lo dirò
Quando la luce splenderà!
Ed il mio bacio scioglierà il silenzio
Che ti fa mia!
Dilegua, o notte! Tramontate, stelle!
All’alba vincerò!
17
the space between
the notes
Schrijvers over muziek
De la musique et des mots
Nathalie Skowronek
Elisabeth Leonskaja
BOZAR vroeg 10 auteurs een tekst te schrijven over een concert dat dit
seizoen in het Paleis voor Schone Kunsten plaatsvindt. De literaire hommages
aan hun favoriete componisten en muzikanten zijn elke maand te lezen in de
concertprogrammaboekjes. De teksten worden ook gebundeld in een aparte
publicatie: The Space between the Notes.
Nathalie Skowronek schreef over Elisabeth Leonskaja naar aanleiding van een
concert van de muzikante op 22 april 2016.
BOZAR a demandé à 10 écrivains de rédiger un texte sur un concert organisé
durant cette saison au Palais des Beaux-Arts. Chaque mois, vous découvrez
dans nos programmes l’hommage que chacun rend à son compositeur et
musicien préféré. Ces textes font également l’objet du recueil The Space
between the Notes.
Nathalie Skowronek partage sa passion pour Elisabeth Leonskaja à l’occasion
du concert de la musicienne le 22 avril 2016.
19
Mijn Poolse levens
Ik hoef de naam ‘Elisabeth Leonskaja’
maar op het programmaboekje van
een concert, op een cd-hoesje of in
een krantenartikel te zien staan en
het is alsof ik een wachtwoord krijg. Ik
lees haar naam, Elisabeth Leonskaja,
als een fotografisch beeld, zoals we
vroeger onze eerste woordjes leerden
te ontcijferen: een kluwen letters in
zijn geheel, we gaan niet in op de
afzonderlijke lettergrepen, en meteen
rijst een hele wereld op, met zijn eigen
beelden en de bonte herinneringen
die ze opwekken. Ik lees Elisabeth
Leonskaja en op slag komen ze aan de
oppervlakte, als ontsnapt uit de buik van
de piano, als waterdamp, gaswasems, de
vele uren waarop ik, hoofdtelefoon om
de oren, telkens opnieuw de integrale
uitvoering van de Nocturnes van Chopin
beluisterde. Dubbelalbum, lichte cover,
een gezicht in potlood, misschien een
sanguine, en in het klein, haar naam, de
naam van de pianiste.
Is zij het, Elisabeth Leonskaja die me,
met haar hand in de mijne verstrengeld,
naar Chopin en zijn Nocturnes leidt, of
komt Chopin zelf me halen en herinnert
hij me eraan dat ik de Poolse ziel, de
onbekende, lyrische, gekwelde, duistere
en broze ziel waarmee ik geen enkele
voeling zou hebben, niet mag vergeten:
zij is de ander, zij is het gevaar, zij is het
die met een vinger over haar keel strijkt
om de slachtoffers, die nog geen weet
hebben van het nakende onheil, te
beduiden dat ze zullen sterven; zij is het
die toekijkt, toeschouwster gevangen
in het verschrikkelijke schouwspel
van al die in treinen opeengepakte
mannen, vrouwen en kinderen die
worden gebracht naar waar? Naar Polen,
alweer, vervloekt en verdoemd, laatste
20
halte voor de finale uitstrooiing, in rook
opgaan, vreselijke uitdrukking, om kort
te gaan – niets aan te doen, je schippert
niet met je verleden, te diepe wonden,
onverzoenbare herinneringen – die ziel
dus waarmee ik niets te maken zou
hebben. Maar Chopin nu. En toch, ja.
Ik voel me diep geroerd door deze
banneling uit een smartelijk vaderland.
Hij spreekt tot me in een taal die niet
de mijne is, ik van wie de voorouders
huilden en lachten in het Jiddisch van
de sjtetls, een vreemde taal, beïnvloed
door Poolse melodieën en Slavische
nostalgie, gebracht in kerken en
toegejuicht in salons, en toch fluistert
zijn taal me een lied toe dat me volledig
vertrouwd in de oren klinkt. Iets van
mezelf, iets van de mijnen, wat men er
ook over zegt, wat ik er ook over denk,
komt daarvandaan. Zoals mijn hoge
jukbeenderen of de duidelijk Slavische
klank van mijn naam. Eigenschappen
die me soms dwingen de puntjes op de
i te zetten: nee, nee, vergis je niet, zij
zijn zij, ik ben ik. Maar wie vergist zich
hier? De muziek heel zeker niet. Op
zijn twintigste verliet Chopin Warschau
voor altijd. Een definitief vaarwel, geen
terugkeer, behalve dat hij zijn zus
Ludwika bij wijze van laatste wil vroeg
om zijn hart, het orgaan in de letterlijke
betekenis van het woord, post mortem
de reis in omgekeerde richting te laten
maken. Met andere woorden, dat hier
zijn lichaam rust en dat ginds zijn ziel
brandt, een symbolische weergave van
de vele ondergrondse vertakkingen van
onze geesteswereld.
Vertaald uit het Frans
door Katelijne De Vuyst
Mes vies polonaises
C’est comme si la seule lecture de
son nom, Elisabeth Leonskaja, aperçu
sur un programme de concert, une
couverture de CD, un article de journal,
faisait office de mot de passe. Je lis
son nom, Elisabeth Leonskaja, lecture
photographique comme jadis on
apprenait à déchiffrer nos premiers
mots : une grappe de lettres dans son
entièreté, on n’entre pas dans le détail
des syllabes, et c’est un monde qui
apparaît, avec ses propres images et
son lot désorganisé de souvenirs. Je lis
Elisabeth Leonskaja et remontent à la
surface, comme échappées du ventre
du piano, vapeur d’eau, effluves de gaz,
les heures passées à écouter en boucle,
un casque sur la tête, l’intégrale des
Nocturnes de Chopin. Double boîtier,
couverture claire, un visage au crayon,
peut-être une sanguine, et en plus petit,
son nom à elle, le nom de la pianiste.
Est-ce elle, Elisabeth Leonskaja,
sa main nouée dans la mienne,
qui m’emmène vers Chopin et ses
Nocturnes, ou Chopin lui-même qui
vient me chercher et me rappelle que
l’âme polonaise, cette inconnue, lyrique,
tourmentée, sombre et fragile, celle
avec laquelle je serais supposée n’avoir
aucune affinité, ne pas oublier : elle est
l’autre, elle est le danger, elle est celle
qui, un doigt au travers de la gorge
pour signifier la mort à ceux qui n’ont
pas encore compris le martyre à venir,
regarde, spectatrice prise au piège
d’un spectacle terrible, ces hommes,
ces femmes, ces enfants entassés dans
des trains, qui les emmènent où ? En
Pologne, encore, maudite pour maudite,
dernière halte avant la dispersion
finale, partir en fumée, expression
épouvantable, donc cette âme avec
21
laquelle, rien à faire, on ne transige
pas avec son histoire, blessures trop
profondes, mémoires inconciliables,
je n’aurais rien à voir. Or, Chopin. Et
pourtant, si.
Il me touche au cœur, cet exilé à
la patrie douloureuse. Il me parle une
langue qui n’est pas la mienne, moi
dont les ancêtres pleuraient et riaient
dans le yiddish des shtetls, une langue
étrange qui emprunte aux mélodies
polonaises et à la nostalgie slave, elle
se joue dans les églises, elle s’applaudit
dans les salons, et pourtant sa langue
me murmure à l’oreille un chant que
je sais parfaitement familier. Quelque
chose de moi, quelque chose des miens,
quoi qu’on en dise, quoi que j’en pense,
vient de là. Comme mes pommettes
hautes ou la sonorité très identifiable
de mon patronyme. Lesquels attributs
m’obligent parfois à préciser : non, non,
ne vous y trompez pas, eux c’est eux,
moi c’est moi. Mais qui se trompe ?
Sûrement pas la musique. Chopin
quitte définitivement Varsovie à vingt
ans. Adieu final, nul retour en arrière,
si ce n’est qu’il demande à Ludwika, sa
soeur, en guise de dernière volonté, que
son coeur, l’organe, à prendre au sens
littéral, fasse, post mortem, le voyage
en sens inverse. Autrement dit, qu’ici
repose le corps et que là-bas brûle
l’âme, une façon symbolique de rendre
compte des ramifications multiples et
souterraines de nos imaginaires.
© GR/DR
Nathalie Skowronek is geboren in
1973 in Brussel. Ze heeft twee romans
gepubliceerd, Karen et moi in 2011 en
Max, en apparence in 2013. In 2015
verscheen het korte essay La Shoah de
Monsieur Durand. Karen et moi gaat
over de fascinatie van een vrouw voor
de Deense schrijfster Karen Blixen. Het
boek maakte deel uit van de selectie van
meerdere prijzen.
22
Nathalie Skowronek est née en 1973 à
Bruxelles. Elle a publié deux romans aux
éditions Arléa, Karen et moi en 2011 et
Max, en apparence en 2013. Un bref
essai, La Shoah de Monsieur Durand,
est paru en 2015 aux éditions Gallimard.
Karen et moi raconte la fascination
d’une femme pour l’écrivaine danoise
Karen Blixen. Il a été sélectionné pour
de nombreux prix.
centre for fine arts
brussels
In aller haast iets eten
voor een concert
hoeft niet meer. In de
BOZARBRASSERIE kun je
vanaf 18 uur rustig genieten
van een verfijnde keuken
en toch op tijd in de
concertzaal aankomen.
Plus besoin de manger en
vitesse avant un concert.
La BOZARBRASSERIE vous
permet dès 18 h de goûter
aux plaisirs d’une cuisine
raffinée avant de vous
rendre au spectacle en
toute sérénité.
RESERVERING
AANBEVOLEN
RÉSERVATION
SOUHAITÉE
+ 32 (0)2 503 00 00
Paleis voor schone Kunsten
brussel
Palais des beaux-arts
bruxelles
rue ravensteinstraat 23
1000 Brussels
+32 2 507 82 00 / bozar.be
© Blueclic.com/g.miclotte
Wij danken onze bozar PATRONS voor hun trouwe steun
Monsieur et Madame Charles Adriaenssen • Madame Geneviève Alsteens • Madame
Marie-Louise Angenent • Monsieur et Madame Etienne d’Argembeau • Comte et Comtesse
Christian d’Armand de Chateauvieux • Monsieur Laurent Arnauts • Duchesse d’Audiffret
Pasquier • Monsieur et Madame Laurent Badin • Baron en Barones Jean-Pierre de Bandt
• Monsieur Erard de Becker • Monsieur et Madame Roger Begault • Madame Marie Bégault
• Monsieur Jean-François Bellis • Baron et Baronne Berghmans • Monsieur Tony Bernard
• Baron en Barones Luc Bertrand • De Heer Stefaan Bettens • De Heer en Mevrouw Carl
Bevernage • Madame Bia • Mevrouw Liliane Bienfet • Professor en Mevrouw Roger Blanpain
• Monsieur et Madame Mickey Boël • Comte et Comtesse Boël • Monsieur et Madame
Bernard Boon Falleur • Monsieur Vincent Boone • Monsieur Thierry Bouckaert • De Heer
Harry Boukes • Monsieur Olivier Bourgois et Madame Alice Goldet • De Heer en Mevrouw
Alfons Brenninkmeijer • Ambassadeur Dr. Günther Burghardt en Mevrouw Rita BurghardtByl • Mevrouw Helena Bussers • Comte et Comtesse Buysse • Madame Marie Anne
Carbonez • Baron Cardon de Lichtbuer • Monsieur et Madame Michel Carlier • Monsieur
et Madame Hervé de Carmoy • Mevrouw Ingrid Ceusters-Luyten • Monsieur et Madame
Jean-Charles Charki • Monsieur Robert Chatin • Prince et Princesse de Chimay • Monsieur
et Madame Christian Chéruy • Madame Marianne Claes • Monsieur Nicolas Clarembeaux
• Monsieur Jim Cloos • Madame Jean de Cock de Rameyen • Monsieur Bernard de Cock
de Rameyen • Comtesse Michel Cornet d’Elzius • Monsieur et Madame Patrice Crouan
• De Heer Géry Daeninck • Monsieur et Madame Denis Dalibot • Monsieur et Madame
Bernard Darty • Vicomte Davignon • De Heer en Mevrouw Philippe De Baere • De Heer
en Mevrouw Philippe Declercq • Monsieur Pascal De Graer • De heer en Mevrouw Bert De
Graeve • Baron Andreas De Leenheer • Monsieur Michel Delloye • Monsieur Jean-Marie
Delwart • Monsieur et Madame Alain De Pauw • Monsieur Patrick Derom • Monsieur
Laurent Desseille • Monsieur Eric Devos • Monsieur Régis D’Hondt • De Heer en Mevrouw
Xavier D’Hulst-Struyven • Monsieur et Madame Thierry R. Dillard-Desjonquères • Monsieur
Michel Doret • Monsieur Jean-Baptiste Douville de Franssu • M. Bruce Dresbach et Dr.
Corinne Lewis • Monsieur Alain Dromer • De Heer en Mevrouw Bernard Dubois • Madame
Sylvie Dubois • Monsieur et Madame Pierre Dumolard-Balthazard • Monsieur et Madame
Paul Dupuy • Mr. Graham Edwards • Madame Jacques E. François • Madame Monique
Fritz • Madame Sophie de Galbert • De heer en Mevrouw Marnix Galle Sioen • Madame
Marie-Christine Gennart • Monsieur Oscar Geyer • Monsieur et Madame Léo Goldschmidt
• Madame Sylvia Goldschmidt • De heer André Gordts • Comtesse Nadine le Grelle
•Monsieur et Madame Pierre Guilbert • Madame Bernard Guttman • Monsieur et Madame
Regnier Haegelsteen • Monsieur et Madame John van der Hagen • Monsieur Paul Haine
• Monsieur et Madame Bernard Hanotiau • De Heer en Mevrouw Philippe Haspeslagh
• Monsieur Thierry Hazevoets • De Heer en Mevrouw Pieter Heering • Monsieur Jean-Pierre
Hoa • De Heer Xavier Hufkens • Madame Christine Huvelin • Mevrouw Bonno H. Hylkema
• Monsieur Fernand Jacquet • Monsieur Maxime Jadot • Monsieur et Madame Jean-François
Jans • Barones Janssen • Baron et Baronne Paul-Emmanuel Janssen • Monsieur et Madame
Mathieu Janssens van der Maelen • Madame Patricia de Jong • Madame Elisabeth Jongen
• De Heer en Mevrouw Martin Kallen • Monsieur et Madame Adnan Kandiyoti • Monsieur
Claude Kandiyoti • Madame Harold t’Kint de Roodenbeke • Monsieur Peter Klein et Madame
Susanne Hinrichs • Dr. et Madame Klaus Körner • Monsieur Charles Kramarz • Madame JeanJacques Kreglinger • Monsieur et Madame Charles Kriwin • Madame Marleen Lammerant
• Mademoiselle Alexandra et Monsieur Ludovic van Laethem • Mevrouw Hilde Laga
• Monsieur et Madame Francis-Charles Lang • Monsieur et Madame Richard Laub • Madame
Brigitte de Laubarede • Comte et Comtesse Yvan de Launoit • Chevalier et Madame Laurent
Josi • Monsieur Pierre Lebeau • Monsieur et Madame François Legein • Monsieur et Madame
Laurent Legein • Monsieur et Madame Charles-Henri Lehideux • Monsieur Mark Le Jeune
• Monsieur et Madame Gérald Leprince Jungbluth • Madame Dominique Leroy • De Heer en
Mevrouw Thomas Leysen • De Heer en Mevrouw Paul Lievevrouw – Van der Wee • Madame
24
Nous remercions nos bozar PATRONS pour leur soutien précieux
Florence Lippens • Madame Daphné Lippitt • Monsieur et Madame Clive Llewellyn
• Monsieur Manfred Loeb • Madame Marguerite de Longeville • Comte et Comtesse
Jean-Baptiste de Looz-Corswarem • Monsieur et Madame Thierry Lorang • De Heer Peter
Maenhout • Madame Oscar Mairlot • Monsieur et Madame Jean-Pierre Mariën • Notaris Luc
L. R. Marroyen • De Heer en Mevrouw Frederic Martens • Monsieur et Madame Yves-Loïc
Martin • De Heer en Mevrouw Paul Maselis • Monsieur et Madame Dominique MathieuDefforey • Madame Luc Mikolajczak • De Heer en Mevrouw Frank Monstrey-Noé • Baron
et Baronne Dominique Moorkens • Madame Jean Moureau-Stoclet • Madame Nelson • De
Heer en Mevrouw Robert van Oordt • Mevrouw Thérèse Opstal • Monsieur Laurent Pampfer
• Monsieur Jean-Philippe Parain • Comte et Comtesse Baudouin du Parc Locmaria • Madame
Jessica Parser • Monsieur et Madame Dominique Peninon • Monsieur et Madame Olivier
Périer • Monsieur Frédéric Peyré • Madame Florence Pierre • Madame Marie-Caroline
Plaquet • Madame Suzanne de Potter • Madame Marie-Neige Prignon • Monsieur et
Madame André Querton • Madame Hermine Rédélé Siegrist • Madame Agnès Rein – Bollack
• De Heer Hendrik Reychler • Madame Olivia Nicole Robinet-Mahé • De Heer en Mevrouw
Anton van Rossum • Monsieur et Madame Bernard Ruiz Picasso • Monsieur et Madame Jean
Russotto • Monsieur et Madame Dominique de Saint-Rapt • Monsieur et Madame Frederic
Samama • Mevrouw Anne-Marie Saquet • Monsieur Jean-Pierre Schaeken-Willemaers
• Monsieur Eric-Emmanuel Schmitt • Monsieur et Madame Philippe Schöller • Monsieur
et Madame Hans C. Schwab • Madame Ingrid Schwaiger • Chevalier Alec de Selliers de
Moranville • Chevalier Baudouin de Selliers de Moranville • Monsieur et Madame Tommaso
Setari • Madame Gaëlle Siegrist Mendelssohn • Madame Valérie Siegrist du Couëdic
• Monsieur Sergio Gondim Simao • Messieurs Bernard Slegten et Olivier Toegemann • Mr.
& Mrs. Trevor Soames • Monsieur Patrick Solvay • Madame Mario Spandre • Monsieur Eric
Speeckaert • Vicomte Philippe de Spoelberch • Monsieur Bernard Steyaert et Madame
Wivine de Traux • De Heer en Mevrouw Jan Steyaert • Stichting Liedts-Meesen • Monsieur
et Madame Stoclet • Baron et Baronne Hugues van der Straten • Monsieur et Madame Julien
Struyven • De Heer en Mevrouw Frank Sweerts • De Heer Coen Teulings • Monsieur Daniel
Thierry • Monsieur Gilbert Tornel • Madame Astrid Ullens de Schooten • Madame Brigitte
Ullens de Schooten • Monsieur Marc Urban • De Heer Marc Vandecandelaere • De heren
Pascal van der Kelen en Patrick Haemelinck • Monsieur et Madame Bruno Vanderschelden
• Mevrouw Greet Van de Velde • De heer Jan Van Doninck • Madame Nadine van Havre
• Madame Lizzie Van Nieuwenhuyse • Mevrouw Ludo Van Thillo • De Heer Johan Van
Wassenhove • Baron et Baronne de Vaucleroy • Baronne Velge • De Heer Eric Verbeeck
• Monsieur et Madame Denis Vergé • Monsieur et Madame Bernard Vergnes • Monsieur et
Madame Alexis Verougstraete • Mevrouw Eddy Vermeersch • De Heer en Mevrouw Axel
Vervoordt • Monsieur Guy Vieillevigne • De Heer en Mevrouw Karel Vinck • Vrienden van
het Zoute • Monsieur Alain Vulihman • Madame Gabriel Waucquez • Monsieur et Madame
Peter Wilhelm • Monsieur et Madame Luc Willame • Monsieur Robert Willocx • Madame
Véronique Wilmot • Monsieur et Madame Antoine Winckler • Monsieur et Madame Bernard
Woronoff • Chevalier Godefroid de Wouters d’Oplinter • Baron Guy de Wouters d’Oplinter†•
Mr. Johan Ysewyn & Ms Georgia Brooks • Zeno X Gallery – Antwerp • Monsieur et Madame
Jacques Zucker •
corporate patrons
ABN AMRO · Edmond de Rothschild (Europe) · Bird & Bird · BKCP · KBC Bank Nv
· EDF Luminus · LHOIST · Linklaters · LOmbard oDier · NH HotelEs · Puilaetco
dewaay private bankers s.a. · société fédérale de participations et d’investissements s.a. · Federale participatie en investeringsmaatschappij nv ·
Contact : 02 507 84 21 ou 02 507 84 01 - [email protected]
25
onze partners · nos partenaires · our partners
Overheidssteun · Soutien public · Public partners
KONINKRIJK BELGIË
Federale Overheidsdienst
Buitenlandse Zaken,
Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking
ROYAUME DE BELGIQUE
Service public fédéral
Affaires étrangères,
Commerce extérieur et
Coopération au Développement
Federale Regering · Gouvernement Fédéral
Diensten van de Eerste Minister, Cel algemene beleidscoördinatie · Services du
Premier Ministre, Cellule de coordination générale de la politique · Diensten van de
Vice-eersteminister en Minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met
Buitenlandse Handel · Services du Vice-Premier Ministre et Ministre de l’Emploi, de
l’Economie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur · Diensten van de
Vice-eersteminister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Grote
Steden en de Regie der gebouwen · Services du Vice-Premier Ministre et Ministre de
la Sécurité et de l’Intérieur, chargé des Grandes Villes et de la Régie des bâtiments ·
Diensten van de Vice-eersteminister en Minister van Ontwikkelingssamenwerking,
Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post · Services du Vice-Premier Ministre et Ministre
de la Coopération au développement, de l’Agenda numérique, des Télécommunications
et de la Poste · Diensten van de Vice-eersteminister en Minister van Buitenlandse Zaken
en Europese Zaken, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen · Services
du Vice-Premier Ministre et Ministre des Affaires étrangères et européennes, chargé de
Beliris et des Institutions culturelles fédérales · Diensten van de Minister van Begroting,
belast met de Nationale Loterij · Services du Ministre du Budget, chargé de la Loterie
nationale · Diensten van de Minister van Financiën · Services du Ministre des Finances
Vlaamse Gemeenschap
Kabinet van de Minister-president en Minister van Buitenlands Beleid en Onroerend
Erfgoed · Kabinet van de Minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel
Communauté Française
Cabinet du Ministre-Président · Cabinet de la Vice-Présidente et Ministre de l’Education,
de la Petite enfance, des Crèches et de la Culture · Cabinet du Ministre de l’Aide à la
jeunesse, des Maisons de justice et de la Promotion de Bruxelles
Deutschsprachige Gemeinschaft Belgiens
Kabinett des Ministerpräsidenten
Région Wallonne
Cabinet du Ministre-Président
Brussels Hoofdstedelijk Gewest · Région de Bruxelles-Capitale
Kabinet van de Minister-President · Cabinet du Ministre-Président · Kabinet van de
Minister van Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking ·
Cabinet du Ministre des Finances, du Budget, des Relations extérieures et de la
Coopération au Développement
Vlaamse Gemeenschapscommissie
Commission Communautaire Française
Stad Brussel · Ville de Bruxelles
26
Internationale partners · Partenaires internationaux · International partners
European Concert Hall Organisation: Concertgebouw Amsterdam · Gesellschaft der
Musikfreunde in Wien · Wiener Konzerthausgesellschaft · Cité de la Musique Paris ·
Barbican Centre London · Town Hall & Symphony Hall Birmingham · Kölner Philharmonie
· The Athens Concert Hall Organization · Konserthuset Stockholm · Festspielhaus
Baden-Baden · Théâtre des Champs-élysées Paris · Salle de concerts Grande-Duchesse
Joséphine-Charlotte de Luxembourg · Paleis voor Schone Kunsten Brussel/Palais des
Beaux-Arts de Bruxelles · The Sage Gateshead · Palace of Art Budapest · L’Auditori
Barcelona · Elbphilharmonie Hamburg · Casa da Música Porto · Calouste Gulbenkian
Foundation Lisboa · Palau de la Música Catalana Barcelona · Konzerthaus Dortmund
Institutionele partners · Partenaires institutionnels · Institutional partners
Structurele partners · Partenaires structurels · Structural partners
Media partners · Partenaires médias
Bevoorrechte partners · Partenaires privilégiés · Privileged partners
BOZAR
EXPO PHOTO
Stichtingen · Foundations
Promotiepartners · Partenaires promotionnels
Officiële leveranciers · Fournisseurs officiels
27
MUSIC
Enthousiast over dit concert?
Dan nodigen we je graag uit op de concerten van het seizoen 2016-2017,
die je hieronder terugvindt.
Vous avez aimé ce concert ?
Nous vous invitons avec plaisir aux concerts de la saison 2016-2017
repris ci-dessous.
08.11.2016 · HLB
Venice Baroque Orchestra
Andrea Marcon, leiding · direction
Magdalena Kožená, Juditha
Delphine Galou, Holophernes
Ann Hallenberg, Vagaus
Romina Basso, Ozias
Silke Gaeng, Abra
Antonio Vivaldi, Juditha triumphans,
RV 644
Copresentatie · Coprésentation:
De Munt · La Monnaie
17.11.2016 · HLB
Joyce DiDonato & Il Pomo d’Oro
War and Peace - Harmony through
music
Joyce DiDonato, mezzo
Maxim Emelyanychev, leiding ·
direction
Werken van · Œuvres de Claudio
Monteverdi, Henry Purcell, Georg
Friedrich Händel, Niccolò Jommelli,
Leonardo Leo
23.11.2016 · HLB
Cecilia Bartoli
Händel Heroines
Les Musiciens du Prince
Cecilia Bartoli, artistieke directie ·
direction artistique, mezzo
29.01.2017 · HLB
Freiburger Barockorchester
Petra Müllejans, leiding · direction
Philippe Jaroussky, contratenor ·
contre-ténor
Georg Philipp Telemann, Ouvertüre
(Der für die Sünden der Welt
gemarterte und sterbende Jesus,
TWV 5:1 “Brockes-Passion); Kantate
“Der am Ölberg zagende Jesus”,
TWV 1:229; Kantate “Jesus liegt in
letzten Zügen”, TWV 1:983
Johann Sebastian Bach, Kantate
“Vergnügte Ruh’, beliebte Seelenlust”,
BWV 170; Kantate “Ich habe genug”,
BWV 82
Raadpleeg voor meer info de brochure Concert Calendar ’16-’17 op ∙
Pour plus d’info, consultez la brochure Concert Calendar ’16-’17 disponible sur
www.bozar.be.
28