BELFIUS PLAN EQUITIES

Transcription

BELFIUS PLAN EQUITIES
FCP
GBF
Rapport annuel révisé au 31 octobre 2015
Gereviseerd jaarverslag 31 oktober 2015
Fonds commun de placement de droit belge, à nombre variable de parts
Catégorie Instruments financiers et liquidités
Openbaar gemeenschappelijk beleggingsfonds naar Belgisch recht met een veranderlijk
aantal rechten van deelneming
Categorie Financiële instrumenten en liquide middelen
Belfius Plan Equities
FCP – GBF
Rapport annuel révisé au 31 octobre 2015
Gereviseerd jaarverslag 31 oktober 2015
Aucune souscription ne peut être acceptée sur la base du présent rapport. Les souscriptions ne sont valables que si elles sont
effectuées après la remise à titre gratuit du document d’informations clés pour l’investisseur. — Geen enkele inschrijving mag
worden aanvaard op basis van dit verslag. Inschrijvingen zijn slechts geldig indien ze worden uitgevoerd na kosteloze
overlegging van het document met essentiële beleggersinformatie.
INFORMATIONS GENERALES SUR LA SOCIETE
D’INVESTISSEMENT
1. ORGANISATION DE L’ORGANISME DE PLACEMENT
COLLECTIF
ALGEMENE INFORMATIE OVER DE
BELEGGINGSVENNOOSCHAP
1. ORGANISATIE VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE
BELEGGING
1.1. Date de constitution du Fonds commun de Placement
1.1. Oprichtingsdatum van het Gemeenschappelijk
Beleggingsfonds
19 Mai 1998
19 Mei 1998
1.2. Type de gestion
1.2. Beheertype
Fonds commun de Placement belge régi, en ce qui concerne
son fonctionnement et ses placements, par la loi du 19 avril 2014
relative aux organismes de placement collectif alternatifs et à
leurs gestionnaires ("la loi OPCA").
1.3. Société de gestion
Gemeenschappelijk Beleggingsfonds dat, wat zijn werking en
betreft, wordt geregeld door de wet van 19 april 2014 betreffende
de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun
beheerders ("de aicb-wet").
1.3. Beheervennootschap
Candriam Belgium
Avenue des Arts 58
1000 Bruxelles
Candriam Belgium
Kunstlaan 58
1000 Brussel
Conseil d’Administration de la Société de gestion
Raad van Bestuur van de Beheervennootschap
Président
Voorzitter
Yie-Hsin HUNG
Senior Vice Président
New York Life Insurance Company
Senior Managing Director and Co-President of
New York Life Investment Management
Yie-Hsin HUNG
Senior Vice Président
Senior Managing Director and Co-President of
New York Life Investment Management
Administrateurs passifs
Passieve bestuurders
Naïm ABOU-JAOUDE
Président du Comité Exécutif de Candriam
Vice President, New York Life Investment Management
Naïm ABOU-JAOUDE
Chairman of the Executive Committee Candriam
Vice President, New York Life Investment Management
John T. FLEURANT
Executive Vice President and Chief Financial Officer of
John T. FLEURANT
Executive Vice President and Chief Financial Officer of
John YONG KIM
Vice Chairman, President, Investments Group
Chief Investment Officer, New York Life Insurance Company
Chairman, New York Life Investment Management
John YONG KIM
Vice Chairman, President, Investments Group
Chief Investment Officer, New York Life Insurance Company
Chairman, New York Life Investment Management
Jeffrey PHLEGAR
Senior Vice President, New York Life Insurance Company
Chairman and Chief Executive Officer of MacKay Shields LLC
Chief Executive Officer, MacKay Shields UK LLP
Jeffrey PHLEGAR
Senior Vice President, New York Life Insurance Company
Chairman and Chief Executive Officer of MacKay Shields LLC
Chief Executive Officer, MacKay Shields UK LLP
Daniel Gillet
Administrateur indépendant
Daniel Gillet
Onafhankelijk Bestuurder
–3–
1.
ORGANISATION DE L’ORGANISME DE PLACEMENT
COLLECTIF (SUITE)
1.
ORGANISATIE VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE
BELEGGING (VERVOLG)
Administrateurs actifs
Actieve bestuurders
Tanguy de Villenfagne
Membre du Comité Exécutif
Candriam Belgium
Il exerce également les activités suivantes :
Président du Comité de Direction
Candriam Belgium
Tanguy de Villenfagne
Lid van het Executief Comité
Candriam Belgium
Hij oefent tevens volgende functies uit:
Voorzitter van het Directiecomité
Candriam Belgium
Vincent Hamelink
Membre du Comité Exécutif
Candriam Belgium
Il exerce également les activités suivantes :
Membre du Comité de Direction
Candriam Belgium
Mandats d’administrateur dans différents OPC
Vincent Hamelink
Lid van het Executief Comité
Candriam Belgium
Hij oefent tevens volgende functies uit:
Lid Van het Directiecomité
Candriam Belgium
Bestuursmandaten in diverse ICB’s
Myriam VANNESTE
Global Head of Distribution
Candriam Belgium
Elle exerce également les activités suivantes :
Membre du Comité de Direction
Candriam Belgium
Mandats d’administrateur dans différents OPC
Myriam VANNESTE
Global Head of Distribution
Candriam Belgium
Ze oefent tevens volgende functies uit:
Lid van het Directiecomité
Candriam Belgium
Bestuursmandaten in diverse ICB’s
Commissaire de la Société de Gestion
Commissaris van de Beheervennootschap
PricewaterhouseCoopers Réviseurs d’Entreprises/
Bedrijfsrevisoren,
Dont le permanent est Monsieur Roland JEANQUART
Woluwedal 18 — 1932 Woluwe-Saint-Etienne
PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren/ Réviseurs
d’Entreprises,
Vast vertegenwoordigd door de heer Roland JEANQUART
Woluwedal 18 — 1932 Sint-Stevens-Woluwe
1.4. Commissaris
1.4. Commissaire
Deloitte Bedrijfsrevisoren / Réviseurs d’entreprises B.V. o.v.v.e.
C.V.B.A., vast vertegenwoordigd door de heer Maurice Vrolix
Berkenlaan 8b — 1831 Diegem
Deloitte Réviseurs d’entreprises / Bedrijfsrevisoren S.C. s.f.d.
S.C.R.L., dont le représentant permanent est Monsieur Maurice
Vrolix
Berkenlaan 8b — 1831 Diegem
1.5. Promoteur(s)
1.5. Promotor(s)
Belfius Banque S.A.
Boulevard Pachéco 44 — 1000 Bruxelles
Belfius Bank N.V.
Pachecolaan 44 — 1000 Brussel
Candriam Belgium
Avenue des Arts 58 — 1000 Bruxelles
Candriam Belgium
Kunstlaan 58 — 1000 Brussel
1.6. Dépositaire
1.6. Bewaarder
Belfius Banque S.A.
1.7. Gestion financière du portefeuille
Belfius Bank N.V.
1.7. Financieel portefeuillebeheer
Candriam Belgium
Avenue des Arts 58 — 1000 Bruxelles
Candriam Belgium
Kunstlaan 58 — 1000 Brussel
–4–
1.
ORGANISATION DE L’ORGANISME DE PLACEMENT
COLLECTIF (SUITE)
1.
1.8. Gestion administrative et comptable
ORGANISATIE VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE
BELEGGING (VERVOLG)
1.8. Administratief en boekhoudkundig beheer
RBC Investor Services Belgium S.A.
Place Rogier 11 — 1210 Bruxelles
RBC Investor Services Belgium N.V.
Rogierplein 11 — 1210 Brussel
Pour certaines fonctions de l’administration liées à l’activité
d’Agent de Transfert :
Voor bepaalde functies van de administratie verbonden aan de
activiteit van Transferagent :
Belfius Banque S.A.
Belfius Bank N.V.
Les fonctions de l’administration liées à l’activité de Montage
sont assurées par la Société de Gestion.
De functies van de administratie verbonden aan de activiteit van
Montage worden door de Beheervennootschap verzekerd.
1.9. Service financier
1.9. Financiële dienst
Belfius Banque S.A.
1.10. Distributeur(s)
Belfius Bank N.V.
1.10. Distributeur(s)
Belfius Banque S.A.
1.11. Classe(s) d’action
Belfius Bank N.V.
1.11. Aandelenklasse(n)
Compartiment Belfius Plan Equities, Fund of Funds
Compartiment Belfius Plan Equities, Fund of Funds
Classe C (Capitalisation)
Klasse C (Kapitalisatie)
–5–
2.
RAPPORT DE GESTION DE L’ORGANISME DE PLACEMENT
COLLECTIF
2.
BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR
COLLECTIEVE BELEGGING
Mesdames, Messieurs,
Dames, Heren,
Nous avons l’honneur de vous présenter les comptes annuels
arrêtés au 31 octobre 2015 du Fonds commun de Placement
Belfius Plan Equities « Funds of Funds ».
Wij
hebben
het
genoegen
het
jaarverslag
per 31 oktober 2015 van
het
Gemeenschappelijk
Beleggingsfonds Belfius Plan Equities « Funds of Funds » aan
de aandeelhouders voor te leggen.
2.1. Date de lancement du compartiment et prix de souscription
des parts
Le Fonds commun de Placement a été lancé le 7 juin 1998.
La période de souscription initiale a été fixée du 7 mai
au 7 juin 1998 et le prix de souscription initial à 247,89 EUR.
2.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het
compartiment
Het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds werd gelanceerd
op 7 juni 1998.
De initiële inschrijvingsperiode liep van 7 mei t.e.m.
7 juni 1998 en de initiële inschrijvingsprijs bedroeg 247,89 EUR.
2.2. Cotation en bourse
Non applicable.
2.2. Beursnotering
Niet van toepassing
2.3. Information aux actionnaires
Belfius Plan Equities « Fund of Funds » (ex-Cordius High
Growth) est un Fonds commun de Placement belge régi, en ce
qui concerne son fonctionnement et ses placements, par la loi
du 19 avril 2014 relative aux organismes de placement collectif
alternatifs et à leurs gestionnaires (« la loi OPCA »).
2.3. Informatie aan de aandeelhouders
Belfius Plan Equities « Fund of Funds » is een
Gemeenschappelijk beleggingsfonds dat, wat zijn werking en
beleggingen betreft, wordt geregeld door de wet van 19 april
2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve
belegging en hun beheerders (« de aicb-wet »).
Ce « Fund of Funds » est un organisme de placement collectif
en valeurs mobilières et liquidités soumis aux dispositions de
l’article 7 alinéa 1, 2° de la susdite loi et à ses arrêtés royaux
d’exécution.
Deze « Fund of Funds » is een gemeenschappelijk
beleggingsfonds, volgens de categorie effecten en liquiditeiten,
onderworpen aan de bepalingen van het artikel 7 alinea 1, 2°
van de bovenvermelde wet en zijn uitvoeringsbesluiten.
2.4. Vue d’ensemble des marchés
Au cours des quinze premiers jours d’octobre 2014, aux
États-Unis, tant la Bourse que le marché obligataire ont été
secoués par une vague d’aversion au risque. En effet, quelques
chiffres économiques moins bons tant en Allemagne qu’aux
États-Unis, une croissance plus faible en Europe émergente,
des doutes sur la Chine et des craintes sur l’évolution de la
maladie Ebola conduisent temporairement le S&P 500 à 1820 et
les taux à 10 ans à 1,82 %. Mais, très rapidement, des
membres de la Fed interviennent pour rappeler que celle-ci
prendra le temps nécessaire avant de commencer à relever ses
taux d’intérêt. La publication, dans les jours suivants, de
meilleurs chiffres économiques (comme la croissance du
troisième trimestre annoncée en première estimation à 3,5 %
après un chiffre de 4,6 % au deuxième trimestre) et le nouvel
assouplissement quantitatif de la Banque du Japon permettent
aux Bourses de rebondir. En revanche, le marché obligataire
demeure plus attentiste. Alors que le prix du baril de Brent n’est
plus que de 85 dollars fin octobre – contre 112 dollar début
juillet – mi-novembre, celui-ci connait un nouveau mouvement
de repli qui va durer jusqu’en janvier 2015 où le prix se
stabilisera
légèrement
en-dessous
des 50 dollars.
Ce
mouvement pousse les taux à long terme à la baisse, d’autant
que l’inquiétude pour l’économie russe croît avec l’effondrement
du rouble passant de 50 à presque 80 roubles pour un dollar.
Au total, l’année se termine sur un niveau de 2059 pour le
S&P 500 et de 2,17 % pour les taux d’intérêt à 10 ans. En
février, les conditions météorologiques se dégradent fortement
et le prix du pétrole remonte vers 55 dollars le baril pour ensuite
osciller autour de ce niveau jusqu’à fin mars. Cette baisse du
prix de l’énergie d’une part, pousse l’inflation en territoire négatif
et, d’autre part, suscite l’inquiétude des investisseurs vis-à-vis
du secteur de l’énergie. Mi-mars, la Réserve fédérale retire le
mot « patient » de son communiqué, préparant ainsi le marché
un peu plus à une première hausse de taux en 2015. Mais, en
même temps, pour éviter toute remontée excessive des taux à
2.4. Algemeen overzicht van de markten
In de eerste helft van oktober 2014 werden zowel de beurs als
de obligatiemarkt in de Verenigde Staten getroffen door een golf
van risicoaversie. Enkele minder gunstige indicatoren uit zowel
Duitsland als de Verenigde Staten, een zwakkere groei in de
opkomende Europese landen, twijfels in verband met China en
bezorgdheid over het verloop van de ebola-uitbraak zorgden
ervoor dat de S&P 500 kortstondig daalde tot 1820 punten en de
rente op 10 jaar tot 1,82%. Maar al snel kwamen de leden van
de Fed tussenbeide om eraan te herinneren dat ze de nodige tijd
zouden nemen alvorens de rente opnieuw te beginnen
verhogen. Toen in de daaropvolgende dagen betere
economische cijfers werden bekendgemaakt (zoals de eerste
raming van de economische groei op 3,5% voor het derde
kwartaal, na 4,6% in het tweede kwartaal) en de nieuwe
kwantitatieve versoepeling van de centrale bank van Japan,
kende de beurs een herstel. De obligatiemarkten daarentegen
namen een eerder afwachtende houding aan. Terwijl de Brentolieprijs eind oktober maar 85 dollar per vat meer bedroeg
(tegenover 112 dollar begin juli), kende deze midden november
opnieuw een terugval die tot januari 2015 duurde, toen de prijs
zich vlak onder de 50 dollar stabiliseerde. Deze trend deed de
langetermijnrente dalen, ook omdat de onzekerheid over de
economie van Rusland toenam na de instorting van de roebel
van 50 tot bijna 80 roebel per dollar. In totaal werd het jaar
afgesloten op 2.059 punten voor de S&P 500 en op 2,17% voor
de rente op 10 jaar. In februari gingen de weersomstandigheden
sterk achteruit en de olieprijs steeg weer tot 55 dollar per vat om
vervolgens rond dat niveau te blijven schommelen tot eind
maart. Deze daling van de energieprijs duwde de inflatie
enerzijds onder nul, en deed anderzijds bij de investeerders de
bezorgdheid toenemen over de energiesector. De Fed schrapte
midden maart het woord 'geduldig' uit zijn persbericht en
stoomde de markt zo nog een beetje meer klaar voor een eerste
renteverhoging in 2015. Maar tegelijk stelde de bank haar
groeiverwachtingen voor 2015 en 2016 neerwaarts bij om te
–6–
2.
COLLECTIF (SUITE)
2.
long terme, elle revoit à la baisse ses prévisions de croissance
pour 2015 et 2016. Au total, au premier trimestre 2015, alors
que l’indice des services demeure quasiment inchangé à 56,5,
la grève des dockers des ports de la côte ouest et l’appréciation
du dollar effectif (+17,7 % sur un an) pèsent sur l’activité
manufacturière. L’indice ISM manufacturier baisse à 51,5 en
mars. Le marché du travail crée environ 195 000 emplois par
mois et le taux de chômage est à 5,5 %. Sur le trimestre, la
Bourse croît de 0,4 % et le taux à dix ans baisse de 24 points de
base à 1,93 %. La publication, fin avril, de la première
estimation du PIB du premier trimestre à 0,2 % confirme la
faiblesse de l’activité. Toutefois, ce ralentissement n’est que
passager. En effet, l’indice ISM manufacturier accélère
vers 53,5 en juin aidé par la fin de la grève des dockers alors
que celui des services continue d’osciller autour de 56. Les
créations d’emplois accélèrent au rythme mensuel de 221 000.
L’inflation repasse en zone positive... le prix du pétrole ayant
augmenté de près de 10 dollars en moyenne sur le trimestre. En
réponse à ce nouvel environnement et aux développements sur
le marché obligataire européen, les taux à long terme remontent
au-delà de 2,3 %. En revanche, la Bourse baisse de 0,2 % sur
le trimestre. Cette mauvaise performance s’est produite sur les
dix derniers jours de juin en réponse à la situation en Grèce.
Début juillet, l’accord sur la levée des sanctions pesant sur l’Iran
poussent le prix du pétrole vers un nouveau plancher... d’autant
que la hausse de production en Arabie Saoudite et en Irak
depuis le début de l’année, fait plus que compenser la baisse de
la production américaine alors que les stocks mondiaux sont
déjà très élevés. Cette baisse du prix du pétrole a été renforcée,
à partir de mi-juillet, par la publication, en provenance de Chine,
de chiffres économiques de plus en plus décevants. En août, la
publication de chiffres à nouveau en baisse a conduit à une
accélération de la baisse de la Bourse chinoise. En sept
séances consécutives, celle-ci a baissé d’un peu plus de 25 %
et ce malgré toutes les mesures de régulation ou de soutien
financier au marché... Ce développement contamine l’ensemble
des Bourses des pays développés. La Bourse américaine
perd 10 % sur la même période. Les toutes dernières mesures
de soutien des autorités gouvernementales et de la Banque
centrale chinoise (PBOC) permettent finalement de stabiliser la
Bourse à partir du 26 août, ce qui permet aux Bourses des pays
développés de récupérer une partie de leurs baisses. Début
septembre, bien que l’ISM services demeure sur un niveau
élevé à 59, le rythme des créations d’emplois baisse de près
de 100 000 unités
passant
de 223 000
à
136 000 et
l’appréciation du dollar continue de peser sur l’activité du
secteur manufacturier... l’ISM passant de 52,7 à 51,1. Dans ce
contexte de ralentissement de l’activité et de plus forte volatilité
des marchés, contre toutes attentes, la Réserve fédérale ne
monte pas son taux directeur lors de sa réunion
du 17 septembre. Elle invoque le marché du travail et l’inflation
mais également les développements internationaux et financiers
récents. Le S&P 500 termine le mois de septembre à
1920 soit-6,7 % par rapport au début de l’année (-6,9 % sur le
troisième trimestre). Le taux d’intérêt à dix ans, quant à lui, a
baissé de 27 points de base sur le trimestre (à 2,06 %). Début
octobre, l’ISM non-manufacturier baisse légèrement à 56,9, le
chiffre de l’emploi n’est que de 142 000 et l’activité
manufacturière ralentit encore un peu plus... l’ISM baisse à
50,2. En revanche, l’environnement international semble se
stabiliser. L’enquête Tankan au Japon et le PMI manufacturier
en Chine sont meilleurs qu’attendus et le prix du pétrole
remonte. Ceci permet à la Bourse de reprendre quelques
couleurs et au marché obligataire de se stabiliser. Fin octobre,
la Réserve fédérale se réunit à nouveau. Et là encore, elle
surprend doublement, d’abord, en ne faisant plus référence aux
développements économiques et financiers globaux, ensuite, en
mentionnant nommément la réunion de décembre. La Bourse
–7–
COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG)
grote stijgingen van de langetermijnrentes te vermijden. Hoewel
de index van de dienstensector vrijwel onveranderd blijft (56,5),
wegen de staking van de havenarbeiders aan de westkust en de
effectieve stijging van de dollar (+17,7% op een jaar) samen op
de verwerkende nijverheid. De ISM-index voor deze sector
daalde in maart tot 51,5. Op de arbeidsmarkt kwamen er elke
maand ongeveer 195.000 nieuwe banen bij en het
werkloosheidscijfer bedroeg 5,5%. In dit kwartaal steeg de beurs
met 0,4% en daalde de rente op tien jaar met 24 basispunten tot
1,93%. De publicatie eind april van de eerste schatting van het
bbp in het eerste kwartaal met een stijging van 0,2% bevestigde
de zwakke activiteit. Deze vertraging was evenwel van
voorbijgaande aard. In juni steeg de index van de verwerkende
nijverheid namelijk tot 53,5, onder meer nadat de havenwerkers
hun staking in de havens hadden beëindigd, terwijl de index van
de dienstensector rond 56 bleef schommelen. Het aantal banen
steeg maandelijks met 221.000. De inflatie kwam weer boven
nul nadat de olieprijs in het kwartaal gemiddeld met bijna 10
dollar was gestegen. Als reactie op dit nieuwe klimaat en op de
ontwikkelingen op de Europese obligatiemarkt klom de
langetermijnrente tot boven 2,3%. De beurs daarentegen daalde
gedurende het kwartaal met 0,2%. Dit slechte resultaat in de
laatste tien dagen van juni was een reactie op de situatie in
Griekenland. Begin juli dreef het akkoord over de opheffing van
de sancties tegen Iran de olieprijs naar een nieuw dieptepunt ...
des te meer omdat de stijging van de productie in Saoedi-Arabië
en in Irak sinds het begin van het jaar de daling van de
Amerikaanse productie meer dan compenseerde, terwijl de
wereldvoorraden al zeer hoog zijn. De daling van de olieprijzen
werd vanaf midden juli nog in de hand gewerkt toen China
steeds teleurstellender economische cijfers publiceerde. Toen in
augustus nog lagere cijfers werden gepubliceerd, zakte de
Chinese beurs nog sneller. Gedurende zeven opeenvolgende
handelsdagen was deze iets meer dan 25% gedaald, alle
regelgevende maatregelen en financiële steun aan de markt ten
spijt. Deze ontwikkeling besmette alle beurzen in de ontwikkelde
landen. De Amerikaanse beurs verloor 10% over dezelfde
periode. De laatste steunmaatregelen van de overheid en de
centrale bank van China (PBOC) hielpen uiteindelijk om de
beurs vanaf 26 augustus te stabiliseren, waardoor de beurzen in
de ontwikkelde landen een deel van hun verliezen konden
recupereren. Begin september, hoewel de ISM-cijfers voor de
diensten op een hoog niveau van 59 bleven, daalde de groei
van de werkgelegenheid met bijna 100 000 eenheden, van
223 000 naar 136 000, en bleef de opwaardering van de dollar
wegen op de activiteit van de industriële sector … de ISM ging
van 52,7 naar 51,1. In die context van vertraging van de activiteit
en een grotere volatiliteit op de markten, verhoogde de Federal
Reserve, tegen alle verwachting in, zijn basisrente niet tijdens
zijn vergadering van 17 september. Er werd verwezen naar de
arbeidsmarkt en de inflatie, maar ook naar de recente
internationale en financiële ontwikkelingen. De S&P 500
eindigde de maand september op 1920, wat 6,7% lager was ten
opzichte van het begin van het jaar (-6,9% in het derde
kwartaal). Ondertussen daalde de rente op 10 jaar met 27
basispunten in het kwartaal (tot 2,06%). Begin oktober daalde de
ISM Non-manufacturing lichtjes tot 56,9, de tewerkstelling
bedroeg slechts 142 000 en de verwerkende nijverheid
vertraagde nog een beetje meer… de ISM daalde tot 50,2. De
internationale context daarentegen leek zich te stabiliseren. De
enquête Tankan in Japan en de PMI Manufacturing in China
waren beter dan verwacht en de olieprijs steeg weer. Dat stelde
de Beurs in staat om zich een beetje te herpakken en de
obligatiemarkt om zich te stabiliseren. Eind oktober kwam de
Federal Reserve opnieuw samen. Eens te meer zorgde ze voor
een dubbele verrassing, eerst door niet meer te verwijzen naar
de algemene economische en financiële ontwikkelingen,
vervolgens door de vergadering van december met naam te
2.
COLLECTIF (SUITE)
2.
termine avec un gain de 8,3 % sur le mois et le taux d’intérêt à
dix ans monte de 9 points à 2,15 %.
noemen. De Beurs sloot af met 8,3% winst in de maand en de
rentevoet op tien jaar steeg met 9 punten tot 2,15%.
Au quatrième trimestre 2014, la zone euro est entraînée dans la
tourmente. Alors que sur le trimestre la dynamique des taux
d’intérêt à 10 ans est assez semblable entre les deux zones, la
Bourse américaine gagne 4,4 % et la zone euro perd 0,3 %.
Cette différence, pour la zone euro, s’explique par la proximité
de la Russie, par un taux de chômage de 11,4 % contre 5,7 %
aux États-Unis et une inflation en décembre à-0,2 % contre
+0,7 %. Ceci permet également de comprendre pourquoi le taux
d’intérêt à 10 ans allemand termine l’année à 0,54 %. Début
janvier, les craintes de déflation et de ralentissement de la
croissance ne cessent d’enfler d’autant que la baisse du prix de
l’essence pousse l’inflation en territoire encore plus négatif. La
Banque centrale européenne (BCE) annonce lors de sa réunion
de janvier (confirmée en février) la mise en place d’un plan
d’achats d’actifs incluant l’achat d’obligations souveraines – qui
débutera début mars – de l’ordre de 1000 milliards d’euros. Dès
l’annonce de ce plan, par anticipation, les taux à dix ans
européens baissent à nouveau. Le 9 mars, la BCE commence
ses achats ce qui fait encore plus baisser les taux à long terme.
Le taux d’intérêt à 10 ans allemand termine le trimestre à
0,18 % ! La Bourse, elle, profite pleinement de ce nouveau plan
de la BCE (+18,5 % sur le premier trimestre) d’autant que la
baisse de l’euro en terme effectif (-14,7 % sur un an en mars) et
la baisse du prix de l’essence (équivalent potentiellement à un
supplément de pouvoir d’achat de 0,6 % de PIB) font remonter
les perspectives de croissance pour 2015. Pendant une grande
partie du mois d’avril, la tendance se poursuit tant sur les
marchés obligataires que pour les actions. Toutefois, la
remontée du prix du pétrole et la dépréciation de l’euro (les PMI
sont en hausse sur le second trimestre tant dans le secteur
manufacturier (52,2) que des services (54,1)) poussent l’inflation
en territoire légèrement positif ce qui conduit à une
réappréciation du risque de déflation. En réponse à ces
développements mais aussi à des problèmes de liquidité sur le
marché obligataire, le taux allemand à 10 ans augmente de près
de 100 points de base passant de 0,08 % à 0,99 % entre fin
avril et mi-juin. Et, alors qu’elle était en croissance de plus
de 3 % mi-avril, la Bourse n’a cessé de fléchir pour perdre 6,3 %
fin juin. Cette accélération du repli de la Bourse est à mettre en
relation avec l’évolution des pourparlers entre la Grèce et les
Institutions et avec la date butoir du 30 juin... date à laquelle les
autorités grecques doivent rembourser plus d’un milliard au FMI.
Ces dernières annoncent le 30 juin qu’elles ne peuvent pas
rembourser et commence alors une période de trente jours
avant que la Grèce ne soit considérée en défaut de paiement...
Alors que la crise grecque trouve une issue favorable début
juillet, les développements dans les pays émergents en général
et en Chine, en particulier, marquent l’été. Malgré des
statistiques économiques toujours bien orientées, en réponse
aux mêmes chocs, la Bourse européenne subit le même repli
qu’aux États-Unis. De même, l’attente et la déception suite à la
décision de la Réserve fédérale marque l’évolution de la Bourse
européenne (+1,8 % depuis le début de l’année et-8,7 % sur le
troisième trimestre). Le taux d’intérêt allemand à 10 ans, quant
à lui, baisse de 18 points de base par rapport à fin juin à
0,59 %. En octobre, outre les développements aux États-Unis,
lors de la réunion du conseil des Gouverneurs de la BCE
du 22 octobre, Mario Draghi laisse la porte ouverte à de
possibles actions futures. Le lendemain, la PBOC (banque
centrale de Chine) décide de baisser de 25 points de base ses
taux de référence et de 50 points le taux de réserve obligatoire
(et 50 points supplémentaires pour les institutions de
financement des petites entreprises). De plus, elle libéralise les
taux offerts par les banques commerciales. Au total, la Bourse
croît de 9,7 % sur le mois et le taux à 10 ans allemands termine
In het vierde kwartaal van 2014 kwam de eurozone in zwaar
weer terecht. Terwijl de trend van de langetermijnrente in de
twee zones min of meer gelijk verliep in dit kwartaal, boekte de
Amerikaanse beurs een winst van 4,4%, en de eurozone verloor
0,3%. Dit verschil kan voor wat betreft de eurozone worden
verklaard
door
de
nabijheid
van
Rusland,
een
werkloosheidsgraad van 11,4% tegenover slechts 5,7% in de
Verenigde Staten, en een inflatie die in december -0,2%
tegenover +0,7% bedroeg. Dat verklaart tevens waarom de
Duitse rente op 10 jaar het jaar afsloot op 0,54%. Begin januari
bleef de vrees voor deflatie en een groeivertraging almaar
toenemen, temeer omdat de inflatie door de daling van de
brandstofprijzen nog verder onder nul zakte. Op de vergadering
in januari kondigde de Europese Centrale Bank (ECB) haar
intentie aan (bevestigd in februari) om begin maart van start te
gaan met een obligatieaankoopprogramma, met onder meer de
aankoop van staatsobligaties, voor ongeveer 1.000 miljard euro.
Na deze aankondiging begon de Europese rentevoet op 10 jaar
opnieuw te dalen. Op 9 maart begon de ECB met haar
aankopen, waarna de langetermijnrente nog verder daalde. De
Duitse rente op 10 jaar sloot het kwartaal af op 0,18%! De beurs
profiteert ten volle van het nieuwe plan van de ECB (+18,5%
over het eerste kwartaal), temeer omdat de daling van de euro (14,7 % op één jaar in maart) en de daling van de
brandstofprijzen (potentieel gelijk aan een toename van de
koopkracht van 0,6% van het bbp) de groeiverwachtingen voor
2015 doen toenemen. Gedurende een groot deel van april zette
deze tendens zich voort, zowel op de obligatiemarkt als op de
beurs. De stijging van de olieprijs en de daling van de euro (de
PMI-cijfers stegen in het tweede kwartaal zowel in de
verwerkende nijverheid (52,2) als in de dienstverlenende sector
(54,1)), duwden de inflatie in licht positief terrein, waardoor de
meningen over het deflatierisico veranderden. Als reactie op
deze ontwikkelingen, maar ook op liquiditeitsproblemen op de
obligatiemarkt, steeg de Duitse rente op 10 jaar tussen eind april
en half juni met bijna 100 basispunten van 0,08% tot 0,99%. Na
meer dan 3% te zijn gestegen midden april, verloor de beurs
eind juni 6,3%. Deze snellere terugval van de beurs hangt
samen met de ontwikkelingen in de gesprekken tussen
Griekenland en de instellingen en met de deadline van 30 juni;
op die datum moet de Griekse overheid meer dan een miljard
terugbetalen aan het IMF. Deze kondigde op 30 juni aan dat ze
hiertoe niet in staat was, waarna een periode van 30 dagen
aanving vooraleer Griekenland als wanbetaler werd beschouwd.
Voor de Griekse crisis werd begin juli een gunstige oplossing
gevonden, en het waren de ontwikkelingen in de groeilanden in
het algemeen en in China in het bijzonder die hun stempel
drukten op de zomer. Ondanks nog steeds gunstig
georiënteerde economische cijfers, ondergaat de Europese
beurs dezelfde terugval als die in de Verenigde Staten. Ook de
gespannen verwachtingen en de teleurstelling na het besluit van
de Fed waren bepalend voor de ontwikkeling van de Europese
beurzen (+1,8% sinds het begin van het jaar en -8,7% in het
derde kwartaal). Ondertussen daalde de Duitse rente op tien
jaar ten opzichte van eind juni met 18 basispunten tot 0,59%.
Mario Draghi liet in oktober de deur open voor mogelijke
toekomstige acties, naast de ontwikkelingen in de Verenigde
Staten, tijdens de vergadering van de raad van de Gouverneurs
van de ECB van 22 oktober. De volgende dag besliste de PBOC
(Centrale Bank van China) om de basisrente met 25
basispunten te verlagen en de verplichte reserves met 50
punten (en 50 punten extra voor de financieringsinstellingen van
de kleine ondernemingen). Bovendien liberaliseerde ze de
rentevoeten die door de commerciële banken worden
aangeboden. In totaal groeide de Beurs met 9,7% gedurende de
–8–
2.
COLLECTIF (SUITE)
2.
le mois à 0,52 %.
maand en de Duitse rentevoet op 10 jaar sloot de maand af op
0,52%.
2.5. Informations requises en vertu de l’article 96 du Code des
Sociétés
2.5. Informatie die vereist is op grond van artikel 96 van het
Wetboek van Vennootschappen
2.5.1. Description des principaux risques auxquels est
exposée la société
Les risques auxquels est exposé le Fonds commun de
Placement diffèrent en fonction de la politique d’investissement.
Vous trouverez ci après un tableau qui reprend les principaux
risques.
2.5.1. Beschrijving van de voornaamste risico’s waarmee
de venootschap geconfronteerd wordt
De risico’s waarmee het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds
geconfronteerd wordt, verschillen in functie van het
beleggingsbeleid.
Hierna vindt u een tabel die de verschillende risico’s herneemt.
L’appréciation du profil de risque du Fonds commun de
Placement est basée sur une recommandation de l’Association
belge des Asset Managers qui peut être consultée sur le site
internet www.beama.be
De inschatting van het risicoprofiel van het Gemeenschappelijk
Beleggingsfonds is gebaseerd op een aanbeveling van de
Belgische Vereniging van Asset Managers die geconsulteerd
kan worden op de internetsite www.beama.be
Type de risque / Risicotype
Risque pesant sur le capital/ Kapitaalsrisico
Risque actions /Aandelenrisico
Risque de change / Valuta- of wisselkoersrisico
Risque lié au pays émergents / Risico’s gebonden
aan groeilanden (emerging countries)
Risque de performance / Rendementsrisico
Risque lié au produits dérivés / Derivatenrisico
Risque de liquidité / Liquiditeitsrisico
Risque lié à des facteurs externes / Risico
verbonden aan externe factoren
Risque de dénouement / Afwikkelingsrisico
Risque de contrepartie / Tegenpartijrisico
Néant / Geen
Faible / Laag
Moyen / Middel
Elevé / Hoog
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
L’investisseur est averti que son capital n’est pas garanti et qu’il
ne fait pas l’objet d’une protection. Il peut donc ne pas lui être
intégralement restitué. Il est donc susceptible de subir une
perte.
De belegger wordt ervoor gewaarschuwd dat geen
kapitaalgarantie wordt gegeven, waardoor de kans bestaat dat
hij het ingelegde bedrag niet volledig terugkrijgt. Hij loopt dus
het risico verlies te lijden.
Pour ce qui concerne les autres aspects relatifs à l’évolution des
affaires, aux résultats et à la situation de la société,
conformément à l’article 96, 1° du Code des sociétés, veuillez
vous référer aux chapitres infra.
De andere aspecten met betrekking tot de ontwikkeling en de
resultaten van de vennootschap, overeenkomstig artikel 96, 1°
van het Wetboek van Vennootschappen worden besproken in
de hierna vermelde hoofdstukken.
2.5.2. Données sur des événements importants survenus
après la clôture de l’exercice
2.5.2. Informatie omtrent de belangrijkste gebeurtenissen
die na het einde van het boekjaar hebben
plaatsgevonden
Geen enkele bijzondere gebeurtenis heeft plaatsgevonden na
het einde van het boekjaar.
Aucun événement particulier n’est survenu depuis la clôture de
l’exercice.
2.5.3. Indications sur les circonstances susceptibles
d’avoir une influence notable sur le développement
de la société, pour autant qu’elles ne soient pas de
nature à porter gravement préjudice à la société
Aucune circonstance particulière n’a été relevée qui serait
susceptible d’avoir une influence notable sur le développement
de la société.
–9–
2.5.3. Inlichtingen over de omstandigheden die de
ontwikkeling van de vennootschap aanmerkelijk
kunnen beïnvloeden, voor zover zij niet van aard zijn
dat zij ernstig nadeel zouden berokkenen aan de
vennootschap
Er hebben zich geen omstandigheden voorgedaan die de
ontwikkeling van de vennootschap aanmerkelijk kunnen
beïnvloeden.
2.
COLLECTIF (SUITE)
2.
2.5.4. Mentions à insérer au rapport annuel en vertu du
Code des Sociétés
Le présent rapport annuel comprend toutes les mentions que le
Code des sociétés impose d’y faire figurer.
2.5.4. Vermeldingen op te nemen in het jaarverslag volgens
het Wetboek van Vennootschappen
Voorliggend jaarverslag bevat al de vermeldingen waartoe het
Wetboek van Vennootschappen verplicht.
2.5.5. En ce qui concerne l’utilisation des instruments
financiers par la société et lorsque cela est pertinent
pour l’évaluation de son actif, de son passif, de sa
situation financière et de ses pertes ou profits
2.5.5. Wat betreft het gebruik door de vennootschap van
financiële instrumenten en voor zover zulks van
betekenis is voor de beoordeling van haar activa,
passiva, financiële positie en resultaat
Mention des objectifs et de la politique de la société en matière
de gestion des risques financiers
A cet égard, veuillez vous référer aux chapitres y relatifs.
Vermelding van de doelstellingen en het beleid van de
vennootschap inzake de beheersing van het risico
Gelieve hiertoe het hoofdstuk in kwestie te raadplegen.
Indications relatives à l’exposition de la société au risque de
prix, au risque de crédit, au risque de liquidité et au risque de
trésorerie
Informatie betreffende het door de vennootschap gelopen
prijsrisico, kredietrisico, liquiditeitsrisico, en kasstroomrisico
A cet égard, veuillez vous référer au tableau récapitulatif des
risques.
Gelieve hiertoe de bovenvermelde tabel te raadplegen die de
verschillende risico’s herneemt.
2.5.6. Pourcentage d’actifs de l’OPCA qui font l’objet d’un
traitement spécial du fait de leur nature non liquide
(Art. 71, 1° de la Loi du 19 avril 2014) :
Néant
2.5.6. Percentage activa van de AICB waarvoor bijzondere
maatregelen gelden vanwege de illiquide aard ervan
(Art. 71, 1° van de wet van 19 april 2014).
Nihil
2.5.7. Nouvelle disposition prise pour gérer la liquidité du
fonds (Art. 71, 2° de la Loi du 19 avril 2014):
Néant
2.5.7. Eventuele nieuwe maatregelen voor het beheer van de
liquiditeit van de AICB (Art. 71, 2° van de wet
van 19 april 2014).
Nihil
2.5.8. Profil de risque du fonds et dépassements éventuels
des limites de risque (Art. 72 de la Loi
du 19 avril 2014) :
2.5.8. Risicoprofiel van het fonds en eventuele
overschrijdingen van de risicolimieten (Art. 72 van de
wet van 19 april 2014) :
Belfius Plan Equities :
Belfius Plan Equities :
Niveau de levier net (méthode AIFM) au 31/10/2015 : 97,70 %
Niveau van het netto hefboomeffect ( methode
op 31/10/2015 : 97,70 %
Niveau van het bruto hefboomeffect (methode
op 31/10/2015 : 97,70 %
Niveau de levier brut (méthode AIFM) au 31/10/2015 97,70 %
2.5.9. Informations communiquées aux investisseurs en
vertu de l’article 61 §1er, 5° et 6° de la Loi
du 19 avril 2014 relative aux organismes de placement
collectif alternatifs et à leurs gestionnaires
AIFM)
AIFM)
1. Montant total brut des rémunérations fixes versées (excluant
les paiements ou avantages pouvant être considérés
comme faisant partie d’une politique générale et non
discrétionnaire et n’ayant aucun effet incitatif sur la gestion
des risques) : 18 679 682
2.5.9. Aan de beleggers meegedeelde informatie krachtens
artikel 61,1elid, 5° en 6° van de wet
van 19 april 2014 betreffende de alternatieve
instellingen voor collectieve belegging en hun
beheerders.
1. Het totale brutobedrag van de uitgekeerde vaste beloning
(zonder de betalingen of voordelen die kunnen worden
beschouwd als onderdeel van een algemeen, niet-discretionair
beleid en die geen enkele aansporende invloed hebben op het
risicobeheer): 18 679 682
2. Montant total brut des rémunérations variables versées :
5 004 913
2. Het totale brutobedrag van de uitgekeerde variabele beloning:
5 004 913
3. Nombre de bénéficiaires : 247
3. Aantal begunstigden: 247.
4. Montant agrégé des rémunérations, ventilé entre les cadres
supérieurs et les membres du personnel du gestionnaire dont les
activités ont une incidence significative sur le profil de risque de
l’OPCA.
Les systèmes de Candriam Belgium ne permettent pas une telle
identification par OPCA géré. Aussi les chiffres ci-dessous
présentent le montant agrégé des rémunérations au niveau
global de Candriam Belgium
4. Het geaggregeerde bedrag van de beloning, onderverdeeld
naar de hoogste directie en de personeelsleden van de
beheerder wier handelen het risicoprofiel van de AICB in
belangrijke mate beïnvloedt.
De systemen van Candriam Belgium staan een dergelijke
identificatie door de beheerde OPCA niet toe. Ook de cijfers
hieronder stellen het geaggregeerde bedrag voor van de
beloning op globaal niveau van Candriam Belgium.
5. Montant agrégé des rémunérations des cadres supérieurs :
3 075 694
5. Het geaggregeerde bedrag van de beloning van de hoogste
directie: 3 075 694
–10–
2.
COLLECTIF (SUITE)
2.
6. Montant agrégé des rémunérations des membres du
personnel de Candriam Belgium dont les activités ont une
incidence significative sur le profil de risque des OPCA dont elle
est la société de gestion (excluant les cadres supérieurs):
4 886 333
6. Het geaggregeerde bedrag van de beloning van de
personeelsleden van Candriam Belgium wier handelen het
risicoprofiel van de AICB waarvan het de beheermaatschappij is
in belangrijke mate beïnvloedt (behalve de hoogste directie):
4 886 333
2.5.10. Informations communiquées aux investisseurs en
vertu de l’article 61 §1er, 4° de la Loi
du 19 avril 2014 relative aux organismes de placement
collectif alternatifs et à leurs gestionnaires
2.5.10. Aan de beleggers meegedeelde informatie krachtens
artikel 61,1elid, 4° van de wet
van 19 april 2014 betreffende de alternatieve
instellingen voor collectieve belegging en hun
beheerders.
Er hebben zich geen wijzigingen voorgedaan.
Aucun changement substantiel n’est invervenu.
2.6. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid
2.6. Objectif et lignes de force de la politique de placement
2.6.1. Objectif du compartiment
2.6.1. Doel van het compartiment
L’objectif du Fonds est de faire bénéficier l’investisseur de
l’évolution des marchés d’actions au travers de produits dérivés
et d’un portefeuille d’organismes de placement collectif (OPC)
sélectionnés par le gestionnaire sur base de l’estimation de leur
capacité à générer de bonnes performances relatives à l’univers
de gestion.
Het Fonds stelt zich ten doel de belegger te laten profiteren van
de ontwikkelingen op de aandelenmarkten door middel van
derivaten en een portefeuille van instellingen voor collectieve
belegging (icb’s) die door de beheerder worden geselecteerd op
basis van de inschatting van hun vermogen om goede resultaten
te verwezenlijken in het beleggingsuniversum.
2.6.2. Politique de placement du compartiment
2.6.2. Beleggingsbeleid van het compartiment
Catégories d’actifs autorisés:
Categorieën toegelaten activa:
Les actifs de ce Fonds seront investis principalement en produits
dérivés et en parts d’autres OPC de type ouvert. Les actifs du
Fonds pourront également être investis accessoirement au
travers des autres catégories d’actifs mentionnées dans le
règlement de gestion annexé au présent document. Ainsi, à titre
accessoire, les actifs pourront par exemple être placés en
instruments du marché monétaire, dépôts et/ou liquidités.
De activa van dit Fonds worden overwegend belegd in derivaten
en rechten van deelneming van andere icb's van het open-endtype.
De activa van het Fonds kunnen accessoir ook worden belegd
via andere activacategorieën die vermeld staan in het bij dit
document gevoegde beheerreglement. Zo mogen de activa
bijvoorbeeld accessoir worden belegd in geldmarktinstrumenten,
deposito's en/of liquide middelen.
Stratégie particulière:
Par l’intermédiaire d’OPC et de produits dérivés, le Fonds sera
investi principalement :
o En actions - et/ou valeurs mobilières assimilables aux
actions,
o liquidités et instruments du marché monétaire,
o et/ou dans une combinaison de ces deux classes d’actifs.
L’exposition actions sera toujours supérieure à 50% de la valeur
des actifs du Fonds.
Les actions et valeurs assimilables de ces OPC seront émises
principalement par des sociétés ayant leur siège et/ou leur
activité
économique
prépondérante
dans
les
zones
européennes, nord-américaine, japonaise et/ou dans des pays
émergents.
Les actifs pourront être détenus en toutes devises et feront ou
non l’objet d’une couverture en fonction des attentes du
gestionnaire quant à l’évolution du marché des changes
Aucun organisme de placement collectif sélectionné ne
représentera plus de 20% de l’actif du Fonds.
Bijzondere strategie:
Door gebruik te maken van icb's en derivaten, belegt het Fonds
voornamelijk in:
o aandelen en/of met aandelen gelijk te stellen effecten,
o liquide middelen en geldmarktinstrumenten,
o en/of een combinatie van deze beide activaklassen.
De uitstaande posities in aandelen bedragen te allen tijde meer
dan 50% van de waarde van de activa van het Fonds.
De aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren
van deze icb's worden voornamelijk uitgegeven door
vennootschappen die gevestigd zijn en/of overwegend hun
bedrijfsactiviteiten uitoefenen in Europa, Noord-Amerika, Japan
en/of in opkomende landen (groeilanden).
De activa kunnen in elke valuta worden aangehouden en al dan
niet afgedekt zijn naargelang van de verwachtingen van de
beheerder ten aanzien van de ontwikkelingen op de valutamarkt.
Geen enkele geselecteerde instelling voor collectieve belegging
vertegenwoordigt meer dan 20% van het vermogen van het
Fonds.
Opérations sur produits dérivés autorisées:
Toegelaten derivatentransacties:
Le Fonds pourra également avoir recours, dans le respect des
règles légales en vigueur, à l’utilisation de produits dérivés,
comme par exemple des options, des futures et des opérations
de change à terme et ce, tant dans un but d’investissement que
dans un but de couverture. L’investisseur doit être conscient du
fait que ces types de produits dérivés sont plus volatils que les
produits sous-jacents.
Met inachtneming van de van kracht zijnde wettelijke bepalingen
mag het Fonds ook gebruikmaken van afgeleide producten
(derivaten),
zoals
bijvoorbeeld
opties,
futures
en
valutatermijntransacties (forward exchange deals), zowel om het
beleggingsdoel
te
verwezenlijken
als
voor
risicodekkingsdoeleinden (hedging). De belegger moet erop
bedacht zijn dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van
dergelijke afgeleide producten (derivaten) groter is dan die van
de onderliggende instrumenten.
–11–
2.
COLLECTIF (SUITE)
2.
Description de la stratégie générale visant à couvrir le risque de
change:
Beschrijving van de algemene strategie ter dekking van het
valuta- of wisselkoersrisico:
Le Fonds n’a pas l’intention de couvrir systématiquement
l’exposition au risque de change.
Het Fonds neemt zich niet voor het gelopen valuta- of
wisselkoersrisico systematisch af te dekken.
Si la composition du portefeuille doit respecter des règles et
limites générales prescrites par la loi ou le règlement de gestion,
il n’en reste pas moins qu’une concentration de risques peut se
produire dans des catégories d’actifs plus restreintes.
La politique d’investissement veille à assurer une diversification
des risques du portefeuille. L’évolution de la valeur nette
d’inventaire est toutefois incertaine car elle est soumise aux
différents types de risque évoqués ci-dessous.
Il peut en
résulter une volatilité relativement importante de son cours.
De samenstelling van de portefeuille is noodzakelijk om te
voldoen aan algemene bij wet of in het beheerreglement
opgelegde voorschriften en beperkingen. Niettemin kan een
risicoconcentratie
ontstaan
in
bepaalde
kleinere
activacategorieën.
Het beleggingsbeleid is erop gericht de portefeuillerisico's te
spreiden. De ontwikkeling van de netto-inventariswaarde is
evenwel onzeker omdat die onderhevig is aan de verschillende
soorten risico’s die hierna worden toegelicht. Dat kan leiden tot
een relatief hoge koersbeweeglijkheid of volatiliteit.
Aspects sociaux, éthiques et environnementaux:
Sociale, ethische en milieuaspecten:
La sélection des OPC n’est pas particulièrement basée sur des
critères sociaux, éthiques ou environnementaux.
De selectie van icb's is niet specifiek gebaseerd op sociale,
ethische of milieucriteria.
2.7. Indice(s) et benchmark(s)
2.7. Index en benchmark
Non applicable.
Niet van toepassing
2.8. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid
2.8. Politique suivie pendant l’exercice
Après un troisième trimestre difficile en 2014, les marchés
boursiers se sont redressés à l'annonce d'un programme
d'assouplissement quantitatif de la BCE. Le mois de novembre a
donc également connu un très bon départ. Mario Draghi a promis
que la banque centrale ferait tout son possible pour stimuler
l'inflation dans la zone euro. Le mois de décembre a
étonnamment commencé de façon plutôt négative. Durant la
première semaine, les marchés boursiers ont connu la plus forte
baisse en plus de trois ans, en raison de nouvelles tensions
concernant la Grèce. La phase de récupération à partir de la midécembre a cependant fait en sorte que l'année puisse se
clôturer sur une note positive. Nous avons tiré parti du bon départ
au début de l'année en surpondérant clairement les actions, et
plus particulièrement les actions de la zone euro.
Na een moeilijker derde kwartaal in 2014, trokken de
aandelenmarkten zich op aan de aankondiging van een
kwantitatief versoepelingsprogramma van de ECB. November
ging dan ook sterk van start. Mario Draghi beloofde dat de
centrale bank alles uit de kast zou halen om de
inflatieverwachtingen in de Eurozone op te krikken. December
startte verrassend eerder negatief. De aandelenmarkten maakte
in de eerste week de sterkste terugval in meer dan drie jaar,
wegens nieuwe spanningen met betrekking tot Griekenland. De
herstelfase vanaf midden december zorgde er echter toch nog
voor dat het jaar goed kon worden afgesloten. We profiteerden
van de goede start in het begin van het jaar met een duidelijk
overweging in aandelen, met in het bijzonder aandelen uit de
Eurozone.
Au cours du premier trimestre de 2015, les marchés boursiers
ont enregistré de très bonnes performances. Après un début
difficile, en raison de l'incertitude concernant la Russie et la
Grèce, les investisseurs se sont réveillés au début du programme
d'assouplissement de la BCE visant à stimuler la croissance
économique ainsi que l'inflation. Le marché boursier européen en
a profité le plus avec un rendement de plus de 15 % durant les
trois premiers mois de l'année. L'indice Nikkei a affiché de
bonnes performances, alors que le marché boursier américain a
connu un peu plus de difficultés, en dépit de la communication
prudente de la banque centrale américaine sur la normalisation
de sa politique de taux d'intérêt.
In het eerste kwartaal van 2015 zetten de aandelenmarkten een
heel sterke prestatie neer. Na een moeilijkere start, wegens
onzekerheid met betrekking tot Rusland en Griekenland, trokken
beleggers zich op aan de start van het versoepelingsprogramma
van de ECB om zowel de economische groei en de inflatie aan te
wakkeren. De Europese aandelenmarkt profiteerde het sterkst
met een rendement van meer dan 15 % in de eerste drie
maanden van het jaar. Ook de Nikkei zette een goede prestatie
neer, terwijl de Amerikaanse aandelenmarkt het iets moeilijker
had, ondanks de voorzichtige communicatie van de Amerikaanse
centrale bank over de normalisatie van haar rentebeleid.
Le deuxième trimestre a été un peu plus difficile pour les
marchés boursiers. Après un bon début, grâce à la
communication prudente de la banque centrale américaine et à
une augmentation du nombre de fusions et acquisitions, les
marchés boursiers ont dû céder un peu de terrain dans la
seconde moitié de l'année. Le marché boursier américain a été
plombé par des chiffres de croissance décevants, tandis que le
marché européen a dû faire face à de nouvelles incertitudes sur
la Grèce et à une reprise soudaine de l'euro.
Het tweede kwartaal van was iets moeilijker voor de
aandelenmarkten. Na een goede start, dankzij de soepele
communicatie van de Amerikaanse centrale bank en een
toename van het aantal fusies- en overnames, moesten de
aandelenmarkten wat terrein prijsgeven in de tweede helft van
het jaar. De Amerikaanse aandelenmarkt ging gebukt onder
teleurstellende groeicijfers, terwijl de Europese markt moest
afrekenen met nieuwe onzekerheid over Griekenland en een
plots herstel van de euro.
–12–
2.
COLLECTIF (SUITE)
2.
Le troisième trimestre a été bien dans le rouge. Pourtant, l'été
avait bien démarré après que le premier ministre grec Tsipras et
la zone euro soient parvenus de manière inattendue à un accord,
écartant ainsi une sortie potentielle de la Grèce de la zone euro.
En outre, les investisseurs s'attendaient à une bonne saison de
résultats, tant aux États-Unis qu'en Europe.
Het derde kwartaal was dieprood. De zomer ging nochtans goed
van start nadat de Griekse premier Tsipras en de Eurozone een
onverwachte overeenkomst bereikten, die een mogelijk exit van
Griekenland uit de Eurozone heeft afgewend. Daarbovenop
trokken beleggers zich op aan een sterk resultatenseizoen, zowel
in de Verenigde Staten als in Europa.
Mais le soulagement découlant de l'annonce d'un nouveau plan
de sauvetage pour la Grèce a été de courte durée. Le marché
chinois des actions a subi, en août, la baisse la plus importante
en huit ans et à la suite de données économiques décevantes,
les investisseurs ont commencé à douter de la santé de
l'économie chinoise. Les investisseurs ont aussi négligé la solide
croissance dans la zone euro et aux États-Unis, ainsi qu'une
saison des résultats honnête. La décision des autorités chinoises
d'améliorer la flexibilité de leur devise, ainsi que l'indice d'activité
économique indiquant un resserrement dans le secteur industriel
chinois ont provoqué une correction sur les marchés boursiers
mondiaux à la fin du mois. Le mois de septembre a également
été difficile. L'attention des investisseurs s'est portée sur la
réunion de la Banque centrale américaine au cours de laquelle
une décision en matière de taux devait être prise. Mais celle-ci
n'a pas modifié son taux et est restée relativement prudente dans
sa communication en pointant des facteurs externes, tels que la
Chine, pour justifier le maintien provisoire du taux. Il n'en reste
pas moins que cette communication a provoqué des incertitudes
sur les marchés quant au contexte économique mondial ; ce qui,
en plus des déboires de Volkswagen, a ajouté une pression
supplémentaire sur les marchés boursiers. Dans ce contexte, les
marchés boursiers ont subi une solide correction au troisième
trimestre et les bénéfices constitués depuis le début de l'année
ont été réduits à néant.
De opluchting na de aankondiging van een nieuwe Griekse
reddingsplan was echter van korte duur. De Chinese
aandelenmarkt onderging in augustus de sterkste daling in acht
jaar, nadat teleurstellende economische cijfers beleggers deden
twijfelen over de gezondheid van de Chinese economie.
Beleggers negeerden de sterke groeicijfers uit zowel de
Eurozone als de Verenigde Staten, en een meer dan degelijk
resultatenseizoen. De beslissing van de Chinese autoriteiten om
hun munt meer flexibiliteit te geven, evenals een economische
activiteitindex die wees op een krimp van de Chinese
industriesector, zorgden immers voor een correctie van de
globale aandelenmarkt naar het einde van de maand toe. Ook
september was een moeilijk maand. Beleggers focusten zich op
de vergadering van de Amerikaanse centrale bank in afwachting
van haar rentebeslissing. De Amerikaanse centrale bank hield
haar rente echter ongewijzigd en bleef relatief voorzichtig in haar
communicatie, waarin ze voornamelijk wees op externe factoren
zoals China, om voorlopig haar rente nog niet op te trekken. Die
communicatie zorgde echter voor onzekerheid in de markt over
de globale economische context, wat, in combinatie met de
perikelen met betrekking tot Volkswagen, de aandelenmarkten
bijkomend onder druk zette. In die context, ondergingen de
aandelenmarkten in het derde kwartaal een stevige correctie en
zijn de opgebouwde winsten sinds het begin van het jaar kwijt.
De maand oktober was gelukkig beter. Hoewel de
marktomgeving vrij volatiel bleef als gevolg van de onzekerheid
over het monetaire beleid van de Federal Reserve en de
duurzaamheid van de wereldwijde economische groei, konden
alle wereldwijde markten een groot gedeelte van hun verlies
goedmaken.
Aandelenbeleggers
focusten
op
het
resultatenseizoen van het derde kwartaal en stuurden de
aandelenmarkten 8 % tot 11 % hoger.
Heureusement, les choses se sont améliorées en octobre. Même
si le contexte de marché est resté volatile à la suite des
incertitudes relatives à la politique monétaire de la Réserve
fédérale et à la solidité de la croissance mondiale, tous les
marchés mondiaux ont été en mesure de compenser une grande
partie de leurs pertes. Les investisseurs en actions se sont
concentrés sur la saison des résultats du troisième trimestre et
ont poussé les marchés boursiers à la hausse de 8 % à 11 %.
Nous vous informons qu’aucun dépassement de politique
d’investissement n’a été constaté durant l’exercice comptable.
Er werd geen enkele
gedurende het boekjaar.
beleggingsovertreding
vastgesteld
2.9. Toekomstig beleid
2.9. Politique future
Nous avons encore toujours une vision positive concernant les
marchés boursiers sur le moyen terme. En outre, nous
privilégions toujours les actifs à risque, surtout les actions. Nous
pensons que l'appui monétaire de la BCE et de la BoJ, ainsi que
les fondamentaux économiques de la zone euro et des ÉtatsUnis devraient soutenir les marchés boursiers. Les bénéfices
devraient apporter une contribution positive au scénario en
actions. En attendant, les valorisations vont rester intéressantes,
surtout par rapport aux taux d'intérêt toujours au plus bas. Enfin,
nous pensons que la Réserve fédérale pourrait encore
augmenter son taux en décembre. Une première hausse devrait
apaiser l'incertitude des investisseurs quant à la politique
monétaire de la Fed, ce qui serait favorable aux marchés
financiers.
–13–
We hebben nog altijd een positieve visie ten aanzien van de
aandelenmarkten op middellange termijn. We geven nog altijd de
voorkeur aan risicovolle activa, vooral aandelen. We menen dat
de monetaire steun van de ECB en de BoJ, evenals de
economische fundamentele cijfers in de eurozone en de VS de
aandelenmarkten zullen blijven steunen. Daarbovenop zullen ook
de winsten bijdragen aan ons positief scenario voor aandelen.
Ondertussen zullen de waarderingen aantrekkelijk blijven, vooral
in vergelijking met de nog altijd lage rentevoeten. Tenslotte zijn
we van mening dat de Federal Reserve de rente nog kan
optrekken in december. Een eerste renteverhoging zou de
onzekerheid van de beleggers over het monetaire beleid van de
Fed wegnemen en dat zou gunstig moeten zijn voor de financiële
markten.
2.
COLLECTIF (SUITE)
2.
Au niveau régional, nous continuons à privilégier les actions de la
zone euro par rapport à celles des États-Unis. Nous sommes
légèrement surpondérés au Japon et neutres par rapport aux
pays émergents.
2.10. Classe de risque
Op regionaal vlak blijven we een voorkeur behouden voor
aandelen uit de Eurozone ten opzichte van de VS. We zijn
lichtjes overwogen in de Japan en neutraal ten opzichte van de
groeilanden.
2.10. Risicoklasse
L’indicateur synthétique de risque et de rendement est calculé,
conformément aux dispositions du Règlement 583/2010 et
reflète la volatilité de l’historique du fonds, éventuellement
complétée de celle de son cadre de référence. La volatilité
indique dans quelle ampleur la valeur du fonds peut fluctuer à la
hausse comme à la baisse. Cet indicateur est disponible, dans
sa version la plus récente, dans les informations clés pour
l’investisseur. Il classe le fonds sur une échelle allant de 1 à 7.
Plus le fonds est situé haut sur l’échelle, plus le rendement
possible est élevé, mais plus le risque de perte est important
également. Le chiffre le plus bas ne signifie pas que le fonds ne
présente aucun risque, mais que comparé à des chiffres plus
élevés, ce produit offre en principe un rendement plus faible
mais aussi plus prévisible.
Les
principales
limites
de
l’indicateur
sont
les
suivantes : l’indicateur de risque est calculé à partir des
données passées, qui ne préjugent en rien de l’évolution future.
En conséquence, le degré de risque pourra évoluer dans le
temps. Même si le fonds se situe dans la catégorie de risque la
plus basse, l’investisseur peut subir des pertes car aucune
catégorie n’est totalement exempte de risque.
De synthetische risico- en opbrengstindicator wordt berekend
overeenkomstig de bepalingen van Verordening 583/2010 en
geeft de historische volatiliteit van het fonds weer, zo nodig
aangevuld met die van zijn referentiekader. De meest recente
versie is terug te vinden in de essentiële beleggersinformatie. De
synthetische risico- en opbrengstindicator rangschikt het
compartiment op een schaal van 1 tot 7. Hoe hoger het
compartiment gerangschikt is op de schaal, hoe hoger de
potentiële opbrengst is, maar bijkomend is het verliesrisico
eveneens hoog. Het laagste cijfer betekent niet dat het fonds
risicoloos is, maar dat in vergelijking met hogere cijfers het
product in principe een lagere opbrengst zal bieden met een
hogere voorspelbaarheid.
De voornaamste beperkingen van de synthetische risico- en
opbrengstindicator zijn dat de historische gegevens die worden
gebruikt voor de berekening van deze indicator, niet altijd een
betrouwbare indicatie vormen van de toekomstige evolutie.
Aldus kan de risicocategorie in de tijd variëren. Zelfs indien het
compartiment gerangschikt in de laagste categorie is, kan de
belegger nog steeds verliezen incasseren want geen enkele
categorie is totaal risicoloos.
Ce compartiment se situe en classe 5.
Het compartiment is ondergebracht in klasse 5.
LE CONSEIL D’ADMINISTRATION
DE RAAD VAN BESTUUR
–14–
3.
RAPPORT D’AUDITEUR
3.
–15–
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS
3.
3.
–16–
3.
3.
–17–
3.
3.
–18–
3.
3.
–19–
3.
3.
–20–
4.
BILAN
BALANS
4.
TOTAL ACTIF NET
I.
Actifs immobilisés
TOTAAL NETTO ACTIEF
I.
31/10/2015
EUR
31/10/2014
EUR
62 359 808,11
54 647 817,67
Vaste activa
0,00
0,00
A.
Frais d’établissement et d’organisation
A.
Oprichtings- en organisatiekosten
0,00
0,00
B.
Immobilisations incorporelles
B.
Immateriële vaste activa
0,00
0,00
C.
Immobilisations corporelles
C.
Materiële vaste activa
II.
Valeurs mobilières, instruments du marché
monétaire, OPC et instruments financiers
dérivés
II.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB’s en
financiële derivaten
0,00
0,00
60 504 632,37
53 783 846,34
A.
Obligations et autres titres de créance
A.
Obligaties en andere schuldinstrumenten
0,00
0,00
B.
Instruments du marché monétaire
B.
Geldmarktinstrumenten
0,00
0,00
C.
Actions et autres valeurs assimilables à des
actions
C.
Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen
waardepapieren
0,00
0,00
D.
Autres valeurs mobilières
D.
Andere effecten
0,00
0,00
E.
OPC à nombre variable de parts
E.
ICB’s met een veranderlijk aantal rechten van
deelneming
60 394 037,16
53 639 992,79
F.
Instruments financiers dérivés
F.
Financiële derivaten
110 595,21
143 853,55
Op deviezen
(15 713,74)
198 344,53
Termijncontracten (+/-)
(15 713,74)
198 344,53
Op financiële indexen
126 308,95
(54 490,98)
Termijncontracten (+/-)
126 308,95
(54 490,98)
Sur devises
j.
ii.
Contrats à terme (+/-)
ii.
Sur indices financiers
m.
ii.
III.
j.
m.
Contrats à terme (+/-)
Créances et dettes à plus d’un an
ii.
Vorderingen en schulden op méér dan één jaar
0,00
0,00
A.
Créances
A.
Vorderingen
0,00
0,00
B.
Dettes
B.
Schulden
0,00
0,00
Vorderingen en schulden op ten hoogste één
jaar
462 574,48
283 850,25
IV.
Créances et dettes à un an au plus
A.
IV.
Créances
a.
Montants à recevoir
d.
Autres
B.
V.
III.
A.
Dettes
Vorderingen
532 119,83
4 491 951,91
a.
Te ontvangen bedragen
213 421,40
4 078 607,48
d.
Andere
318 698,43
413 344,43
Schulden
(69 545,35)
(4 208 101,66)
B.
a.
Montants à payer (-)
a.
Te betalen bedragen (-)
(52 271,49)
(4 208 101,66)
c.
Emprunts (-)
c.
Ontleningen (-)
(12 283,24)
0,00
e.
Autres (-)
e.
Andere (-)
Dépôts et liquidités
V.
(4 990,62)
0,00
Deposito’s en liquide middelen
1 440 594,50
619 657,00
1 440 594,50
619 657,00
0,00
0,00
A.
Avoirs bancaires à vue
A.
Banktegoeden op zicht
B.
Avoirs bancaires à terme
B.
Banktegoeden op termijn
C.
Autres
C.
Andere
VI.
Comptes de régularisation
VI.
Overlopende rekeningen
0,00
0,00
(47 993,24)
(39 535,92)
A.
Charges à reporter
A.
Over te dragen kosten
0,00
0,00
B.
Produits acquis
B.
Verkregen opbrengsten
55,96
142,60
C.
Charges à imputer (-)
C.
Toe te rekenen kosten (-)
(48 049,20)
(39 678,52)
D.
Produits à reporter (-)
D.
Over te dragen opbrengsten (-)
0,00
0,00
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
62 359 808,11
54 647 817,67
54 421 440,38
50 262 749,26
(92 175,76)
206 608,99
TOTAL CAPITAUX PROPRES
A.
Capital
A.
Kapitaal
B.
Participations au résultat
B.
Deelneming in het resultaat
C.
Résultat reporté
C.
Overdragen resultaat
D.
Résultat de l’exercice (du semestre)
D.
Resultaat van het boekjaar (halfjaar)
–21–
0,00
0,00
8 030 543,49
4 178 459,42
5.
POSTES HORS BILAN
I.
Sûretés réelles (+/-)
A.
II.
I.
Collateral (+/-)
b.
B.
5.
A.
Liquidités/dépôts
b.
Autres sûretés réelles
Valeurs sous-jacentes des contrats d’option
et des warrants (+)
B.
II.
POSTEN BUITEN-BALANSTELLING
31/10/2015
EUR
31/10/2014
EUR
Zakelijke zekerheden (+/-)
314 071,97
151 196,75
Collateral (+/-)
314 071,97
151 196,75
Liquide middelen / deposito’s
314 071,97
151 196,75
Andere zakelijke zekerheden (+/-)
0,00
0,00
Onderliggende waarden van optiecontracten en
warrants (+)
0,00
0,00
A.
Contrats d’option et warrants achetés
A.
Gekochte optiecontracten en warrants
0,00
0,00
B.
Contrats d’option et warrants vendus
B.
Verkochten optiecontracten en warrants
0,00
0,00
16 516 868,49
11 553 284,90
III.
Montants notionnels des contrats à terme (+)
A.
Contrats à terme achetés
B.
Contrats à terme vendus
IV.
Montants notionnels des contrats de swap (+)
A.
Contrats de swap achetés
B.
Contrats de swap vendus
V.
Montants notionnels d’autres instruments
financiers dérivés (+)
A.
Contrats achetés
B.
Contrats vendus
III.
Notionele bedragen van de termijncontracten
(+)
A.
Gekochte termijncontracten
9 253 178,09
6 680 522,63
B.
Verkochten termijncontracten
7 263 690,40
4 872 762,27
Notionele bedragen van de swapcontracten (+)
0,00
0,00
A.
Gekochte swapcontracten
0,00
0,00
B.
Verkochte swapcontracten
0,00
0,00
Notionele bedragen van andere financiële
derivaten (+)
0,00
0,00
A.
Gekochte contracten
0,00
0,00
B.
IV.
V.
Verkochte contracten
0,00
0,00
VI.
Montants non appelés sur actions
VI.
Niet-opgevraagde bedragen op aandelen
0,00
0,00
VII.
Engagements de revente résultant de
cessions-rétrocessions
VII.
Verbintenissen tot verkoop wegens
cessie-retrocessie
0,00
0,00
VIII.
Engagements de rachat résultant de
cessions-rétrocessions
VIII.
Verbintenissen tot terugkoop wegens
cessie-retrocessie
0,00
0,00
Instruments financiers prêtés
IX.
IX.
Uitgeleende financiële instrumenten
0,00
0,00
A.
Actions
A.
Aandelen
0,00
0,00
B.
Obligations
B.
Obligaties
0,00
0,00
–22–
6.
COMPTE DE RESULTATS
I.
Réductions de valeur, moins-values et
plus-values
RESULTATENREKENING
6.
I.
Waardeverminderingen, minderwaarden en
meerwaarden
31/10/2015
EUR
31/10/2014
EUR
8 340 474,81
4 434 773,11
A.
Obligations et autres titres de créance
A.
Obligaties en andere schuldinstrumenten
0,00
0,00
B.
Instruments du marché monétaire
B.
Geldmarktinstrumenten
0,00
0,00
C.
Actions et autres valeurs assimilables à des
actions
C.
Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen
waardepapieren
0,00
0,00
0,00
Aandelen
0,00
D.
a.
Actions
Autres valeurs mobilières
D.
a.
Andere effecten
0,00
0,00
E.
OPC à nombre variable de parts
E.
ICB’s met een veranderlijk aantal rechten van
deelneming
7 990 555,64
4 217 752,51
a.
Résultat réalisé
a.
Gerealiseerd resultaat
3 030 288,87
439 541,09
b.
Résultat non-réalisé
b.
Niet gerealiseerd resultaat
4 960 266,77
3 778 211,42
94 973,92
(47 879,58)
Op obligaties
0,00
0,00
Termijncontracten
0,00
0,00
Op financiële indexen
94 973,92
(47 879,58)
94 973,92
(47 879,58)
F.
Instruments financiers dérivés
a.
Sur obligations
ii.
l.
Financiële derivaten
a.
Contrats à terme
ii.
Sur indices financiers
l.
ii.
Contrats à terme
ii.
Termijncontracten
ii.1
Résultat réalisé
ii.1
(85 826,01)
129 982,21
ii.2
ii.2
180 799,93
(177 861,79)
0,00
0,00
Wisselposities en -verrichtingen
254 945,25
264 900,18
Andere wisselposities en -verrichtingen
254 945,25
264 900,18
b.1
469 003,52
4 137,71
b.2
(214 058,27)
260 762,47
(654,44)
4 030,37
0,00
4 636,96
868,30
1 417,72
868,30
1 417,72
(1 410,57)
(757,23)
G.
H.
b.
Créances, dépôts, liquidités et dettes
G.
Positions et opérations de change
H.
Autres positions et opérations de change
b.1
b.2
II.
F.
Vorderingen, deposito’s, liquide middelen en
schulden
b.
Résultat réalisé
Produits et charges des placements
II.
Opbrengsten en kosten van de beleggingen
A.
Dividendes
A.
Dividenden
B.
Intérêts (+/-)
B.
Interesten (+/-)
b.
Dépôts et liquidités
b.
Deposito’s en liquide middelen
C.
Intérêts d’emprunts (-)
C.
Interesten in gevolge ontleningen (-)
D.
Contrats de swap (+/-)
D.
Swapcontracten (+/-)
E.
Précomptes mobiliers (-)
E.
0,00
0,00
(1 267,08)
Roerende voorheffingen (-)
(112,17)
a.
D’origine belge
a.
Van Belgische oorsprong
(112,17)
(107,84)
b.
D’origine étrangère
b.
Van buitenlandse oorsprong
0,00
(1 159,24)
Andere opbrengsten van beleggingen
0,00
0,00
Andere opbrengsten
0,00
0,00
F.
Autres produits provenant des placements
III.
Autres produits
F.
III.
A.
Indemnité destinée à couvrir les frais d’acquisition
et de réalisation des actifs, à décourager les
sorties et à couvrir les frais de livraison
A.
Vergoeding tot dekking van de kosten van
verwerving en realisatie van de activa, tot
ontmoediging van uittredingen en tot dekking van
leveringskosten
0,00
0,00
B.
Autres
B.
Andere
0,00
0,00
(309 276,88)
(260 344,06)
(6 768,76)
(3 952,00)
IV.
Coûts d’exploitation
IV.
Exploitatiekosten
A.
Frais de transaction et de livraison inhérents aux
placements (-)
A.
Verhandelings- en leveringskosten betreffende
beleggingen (-)
B.
Charges financières (-)
B.
Financiële kosten (-)
0,00
0,00
C.
Rémunération due au dépositaire (-)
C.
Vergoeding van de bewaarder (-)
(2 523,26)
(3 350,53)
Rémunération due au gestionnaire (-)
D.
Vergoeding van de beheerder (-)
(105 080,12)
(89 961,13)
Administratief- en boekhoudkundig beheer
(105 080,12)
(89 961,13)
D.
b.
Gestion administrative et comptable
b.
E.
Frais administratifs (-)
E.
Administratie kosten
(1 439,58)
(1 405,27)
F.
Frais d’établissement et d’organisation (-)
F.
Oprichtings- en organisatiekosten (-)
(3 039,97)
(3 291,74)
G.
Rémunérations, charges sociales et pensions (-)
G.
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (-)
0,00
0,00
–23–
COMPTE DE RESULTATS(SUITE)
6.
6.
RESULTATENREKENING (VERVOLG)
H.
Services et biens divers (-)
H.
Diensten en diverse goederen (-)
I.
Amortissements et provisions pour risques et
charges (-)
I.
Afschrijvingen en voorzieningen voor risico’s en
kosten (-)
J.
Taxes
J.
Taksen
K.
Autres charges (-)
K.
Andere kosten (-)
Produits et charges de l’exercice (du
semestre)
Sous-total II+III+IV
(167 461,80)
(136 336,64)
0,00
0,00
(15 621,88)
(12 481,13)
(7 341,51)
(9 565,62)
Opbrengsten en kosten van het boekjaar
(halfjaar)
Subtotaal II + III + IV
(309 931,32)
(256 313,69)
8 030 543,49
4 178 459,42
0,00
0,00
8 030 543,49
4 178 459,42
V.
Bénéfice courant (perte courante) avant
impôts sur le résultat
V.
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening
vóór belasting op het resultaat
VI.
Impôts sur le résultat
VI.
Belastingen op het resultaat
VII.
Résultat de l’exercice (du semestre)
VII.
Resultaat van het boekjaar (halfjaar)
–24–
7.
AFFECTATION ET PRELEVEMENTS
Bénéfice (Pertes) à affecter
A.
7.
RESULTAATVERWERKING
Te bestemmen Winst (Te verwerken Verlies)
A.
31/10/2015
EUR
31/10/2014
7 938 367,73
4 385 068,41
0,00
0,00
EUR
a.
Bénéfice reporté (Perte reportée) de l’exercice
précédent
a.
Overgedragen Winst (Verlies) van het vorige
boekjaar
b.
Bénéfice (Perte) de l’exercice à affecter
b.
Te verwerken Winst (Verlies) van het boekjaar
8 030 543,49
4 178 459,42
c.
Participations au résultat perçues (versées)
c.
Ontvangen (Uitgekeerde) deelnemingen in het
resultaat
(92 175,76)
206 608,99
(7 938 367,73)
(4 385 068,41)
B.
(Affectations au) Prélèvements sur le capital
B.
Onttrekking (Toevoeging) aan het Kapitaal
C.
(Bénéfice à reporter) Perte à reporter
C.
Over te dragen (Winst) Verlies
0,00
0,00
D.
(Distribution des dividends)
D.
(Dividenduitkering)
0,00
0,00
–25–
8.
RESUME DES REGLES DE COMPTABILISATION ET
D’EVALUATION
8.
8.1. Résumé des règles
SAMENVATTING VAN DE BOEKINGS- EN
WAARDERINGSREGELS
8.1. Samenvatting van de regels
L’évaluation des avoirs du Fonds commun de Placement est
déterminée de la manière suivante, conformément aux règles
établies par l’arrêté royal du 10 novembre 2006 relatif à la
comptabilité, aux comptes annuels et aux rapports périodiques
de certains organismes de placement collectif publics à nombre
variable de part :
De waardering van de tegoeden van het Gemeenschappelijk
Beleggingsfonds wordt als volgt bepaald conform de regels van
het koninklijk besluit van 10 november 2006 op de boekhouding,
de jaarrekening en de periodieke verslagen van bepaalde
openbare instellingen voor collectieve belegging met een
veranderlijk aantal rechten van deelneming:
1. Valeurs mobilières, instruments du marché monétaire et
instruments financiers dérivés
1. Effecten, geldmarktinstrumenten en afgeleide financiële
instrumenten
Les valeurs mobilières, instruments du marché monétaire et
instruments financiers dérivés détenus par le Fonds commun de
Placement sont évalués à leur juste valeur.
Afin de déterminer la juste valeur, la hiérarchie suivante doit être
respectée :
De effecten, geldmarktinstrumenten en afgeleide financiële
instrumenten in het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds
worden gewaardeerd tegen hun waarde in het economisch
verkeer. Om de waarde in het economisch verkeer te bepalen,
moet de volgende hiërarchie in acht worden genomen:
a) S’il s’agit d’éléments du patrimoine pour lesquels il existe un
marché actif fonctionnant à l’intervention d’établissements
financiers tiers, ce sont le cours acheteur et le cours vendeur
actuels formés sur ce marché qui sont retenus.
S’il s’agit d’éléments du patrimoine négociés sur un marché actif
en dehors de toute intervention d’établissements financiers tiers,
c’est le cours de clôture qui est retenu.
b) Si les cours visés au point a) ne sont pas disponibles, c’est le
prix de la transaction la plus récente qui est retenu.
c) Si, pour un élément du patrimoine déterminé, il existe un
marché organisé ou un marché de gré à gré, mais que ce
marché n’est pas actif et que les cours qui s’y forment ne sont
pas représentatifs de la juste valeur, ou si, pour un élément du
patrimoine déterminé, il n’existe pas de marché organisé ni de
marché de gré à gré, l’évaluation à la juste valeur est opérée sur
la base de la juste valeur actuelle d’éléments du patrimoine
similaires pour lesquels il existe un marché actif.
d) Si, pour un élément du patrimoine déterminé, la juste valeur
d’éléments du patrimoine similaires telle que visée au point c)
est inexistante, la juste valeur de l’élément concerné est
déterminée en recourant à d’autres techniques de valorisation,
en respectant certaines conditions, notamment leur validité doit
être régulièrement testée.
a) Als het gaat om vermogensbestanddelen waarvoor er een
actieve markt bestaat die werkt door toedoen van derde
financiële instellingen, worden de op die markt gevormde
actuele aan- en verkoopkoers in aanmerking genomen.
Gaat het om vermogensbestanddelen die verhandeld worden
op een actieve markt zonder enige tussenkomst van derde
financiële instellingen, dan wordt de slotkoers in aanmerking
genomen.
b) Als de in punt a) bedoeld koersen niet beschikbaar zijn, wordt
de prijs van de recentste transactie in aanmerking genomen.
c) Als er voor een bepaald vermogensbestanddeel een
georganiseerde of een onderhandse markt bestaat, maar is die
markt niet actief en zijn de koersen die er gevormd worden niet
representatief voor de waarde in het economisch verkeer, of als
er
voor
een
bepaald
vermogensbestanddeel
geen
georganiseerde noch onderhandse markt bestaat, dan wordt de
waardering tegen de waarde in het economisch verkeer gedaan
op basis van de actuele waarde in het economisch verkeer van
gelijksoortige vermogensbestanddelen waarvoor er wel een
actieve markt bestaat.
d) Als de in punt c) bedoelde waarde in het economisch verkeer
van gelijksoortige vermogensbestanddelen voor een bepaald
vermogensbestanddeel onbestaande is, wordt de waarde in het
economisch verkeer van dat bestanddeel bepaald door gebruik
te maken van andere waarderingstechnieken, met inachtneming
van bepaalde voorwaarden, zoals het regelmatig testen van hun
rechtsgeldigheid.
Si, dans des cas exceptionnels, il n’existe pas, pour des actions,
de marché organisé ou de marché de gré à gré et que la juste
valeur de ces actions ne peut être déterminée de façon fiable
conformément à la hiérarchie décrite ci-dessus, les actions en
question sont évaluées au coût.
Als er in uitzonderlijke gevallen voor aandelen geen
georganiseerde of onderhandse markt bestaat en de waarde in
het economisch verkeer van die aandelen kan niet op
betrouwbare wijze worden bepaald volgens de hierboven
beschreven hiërarchie, worden de aandelen in kwestie
gewaardeerd tegen kostprijs.
C’est en fonction de l’instrument sous-jacent que les
instruments financiers dérivés (contrat de swap, contrat à terme
et contrat d’option) évalués à leur juste valeur sont portés dans
les sous-postes au bilan et/ou hors bilan.
De tegen hun waarde in het economisch verkeer gewaardeerde
afgeleide
financiële
instrumenten
(swapovereenkomst,
termijnovereenkomst en optieovereenkomst) worden onder de
subrubrieken in en/of buiten de balans geboekt volgens het
onderliggende instrument.
Les valeurs sous-jacentes des contrats d’option et des warrants
sont portées dans les postes hors bilan sous la rubrique « II.
Valeurs sous-jacentes des contrats d’option et des warrants ».
De onderliggende waarden van de optieovereenkomsten en van
de warrants worden in de buitenbalansposten geboekt onder de
rubriek
« II.
Onderliggende
waarden
van
de
optieovereenkomsten en van de warrants ».
Les montants notionnels des contrats à terme et des contrats de
swap sont portés dans les postes hors bilan respectivement
sous les rubriques « III. Montants notionnels des contrats à
terme » et « IV. Montants notionnels des contrats de swap ».
De notionele bedragen van de termijnovereenkomsten en
swapovereenkomsten
worden
respectievelijk
in
de
buitenbalansposten geboekt onder de rubrieken « III. Notionele
bedragen van de termijnovereenkomsten » en « IV. Notionele
–26–
8.
D’EVALUATION (SUITE)
8.
WAARDERINGSREGELS (VERVOLG)
bedragen van de swapovereenkomsten ».
2. Parts d’organismes de placement collectif
2. Rechten van deelneming van instellingen voor collectieve
belegging
Les parts d’organisme de placement collectif à nombre variable
de parts qui sont détenues par le Fonds commun de Placement
sont évaluées à leur juste valeur conformément à la hiérarchie
définie au point 1.
De door het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds aangehouden
rechten van deelneming van een instelling voor collectieve
belegging met een veranderlijk aantal rechten worden
gewaardeerd tegen hun waarde in het economisch verkeer
volgens de in punt 1 gedefinieerde hiërarchie.
Les parts d’organisme de placement collectif à nombre variable
de parts pour lesquelles il n’existe pas de marché organisé ni de
marché de gré à gré détenues par le Fonds commun de
Placement sont évaluées sur la base de la valeur nette
d’inventaire de ces parts.
De door het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds aangehouden
rechten van deelneming van een instelling voor collectieve
belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming
waarvoor er geen georganiseerde noch onderhandse markt
bestaat,
worden
gewaardeerd
op
base
van
de
netto-inventariswaarde van die rechten van deelneming.
3. Charges et produits
3. Kosten en opbrengsten
le Fonds commun de Placement provisionne les charges et
produits connus ou susceptibles de faire l’objet d’une évaluation
suffisamment précise et ce, chaque jour où a lieu une émission
ou un rachat de parts. Les charges et les produits à caractère
récurrent sont exprimés prorata temporis dans la valeur des
parts.
Elke dag dat er rechten van deelneming worden uitgegeven of
ingekocht, legt het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds
voorzieningen aan voor de kosten en opbrengsten die gekend
zijn of voldoende nauwkeurig gewaardeerd kunnen worden. De
recurrente kosten en opbrengsten worden pro rata temporis
uitgedrukt in de waarde van de rechten van deelneming.
4. Créances et dettes
4. Schuldvorderingen en schulden
Les créances à terme qui ne sont pas représentées par des
valeurs mobilières ou des instruments du marché monétaire
négociables sont évaluées à leur juste valeur, conformément à
la hiérarchie décrite au point 1.
De schuldvorderingen op termijn die niet vertegenwoordigd zijn
door effecten verhandelbare of geldmarktinstrumenten, worden
gewaardeerd tegen hun waarde in het economisch verkeer
volgens de in punt 1 beschreven hiërarchie.
Les avoirs à vue sur des établissements de crédit, les
engagements en compte courant envers des établissements de
crédit, les montants à recevoir et à payer à court terme autres
que ceux concernant des établissements de crédit, les avoirs
fiscaux et dettes fiscales ainsi que les autres dettes seront
évalués à leur valeur nominale.
De onmiddellijk opeisbare tegoeden op kredietinstellingen, de
verbintenissen in rekening courant tegenover kredietinstellingen,
de andere op korte termijn te ontvangen en te betalen bedragen
dan die welke betrekking hebben op kredietinstellingen, de
belastingtegoeden en belastingschulden en de andere schulden
zullen worden gewaardeerd tegen hun nominale waarde.
Lorsque la politique d’investissement n’est pas principalement
axée sur le placement de ses moyens dans des dépôts, des
liquidités ou des instruments du marché monétaire, le conseil
d’administration peut toutefois, tenant compte de l’importance
relativement faible des créances à terme, opter pour l’évaluation
de celles-ci à leur valeur nominale.
Als het beleggingsbeleid van het Gemeenschappelijk
Beleggingsfonds niet hoofdzakelijk gericht is op het beleggen
van haar middelen in deposito’s, liquide middelen of
geldmarktinstrumenten, kan de raad van bestuur, rekening
houdend met de relatief geringe belangrijkheid van de
schuldvorderingen op termijn, opteren voor de waardering van
deze laatste tegen hun nominale waarde.
5. Valeurs exprimées en autre devise
5. Effecten uitgedrukt in een andere munt
Les valeurs exprimées en une autre devise que la monnaie
d’expression du Fonds commun de Placement concerné seront
converties dans la monnaie dudit Fonds commun de Placement
sur base du cours moyen au comptant entre les cours acheteur
et vendeur représentatifs. Les écarts tant positifs que négatifs
qui résultent de la conversion sont imputés au compte de
résultat.
De effecten die uitgedrukt zijn in een andere munt dan de
referentiemunt van het desbetreffende compartiment, zullen in
de munt van genoemd compartiment worden omgezet op basis
van de gemiddelde contante koers tussen de representatieve
aan- en verkoopkoers. De positieve en negatieve verschillen die
uit de omzetting voortvloeien, worden toegerekend aan de
resultaatrekening.
–27–
8.
D’EVALUATION (SUITE)
8.
8.2. Cours de change
8.2. Wisselkoersen
Les valeurs exprimées dans une autre devise que l’euro sont
converties en euro au dernier cours connu. Les cours de
change utilisés au 31 octobre 2015 sont (comparaison avec les
cours au 31 octobre 2014):
1 EUR
WAARDERINGSREGELS (VERVOLG)
=
De waarden die luiden in een andere munt dan de euro, worden
omgezet in euro tegen de laatst bekende koers. De
wisselkoersen die gehanteerd worden op 31 oktober 2015 zijn
(vergelijking met de koersen van 31 oktober 2014):
31/10/2015
31/10/2014
02/11/2015*
03/11/2014 *
1,544259
1,086181
0,715271
133,136826
1,103450
1,425370
1,205854
0,783136
140,456335
1,252900
1,544259
1,086181
0,715272
133,136826
1,103450
1,434423
1,205816
0,781356
142,560575
1,248450
*Valorisation du portefeuille – Waardering van de portefeuille
–28–
AUD
CHF
GBP
JPY
USD
9.
COMPOSITION DES AVOIRS ET CHIFFRES CLES
9.
9.1. Composition des actifs au 31 octobre 2015
(exprimé en EUR)
Dénomination
Statut
OPC
Benaming
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS
9.1. Samenstelling van de activa op 31 oktober 2015
(uitgedrukt in EUR)
Quantité
Devise
Cours en devise
Hoeveelheid
Munt
Koers in valuta
Status
ICB
Evaluation
%
détenu
Waarderingswaar
par
de
l’OPC
%
gehoude
n
door de
ICB’s
I.
%
portefeuille
%
actif
net
%
portefeuille
%
netto activa
Valeurs mobilières, instruments du marché monétaire, OPC et instruments financiers dérivés — Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB’s en financiële derivaten
Valeurs mobilières admises à la cote officielle d’une bourse de valeurs — Effecten toegelaten tot de officiële notering aan een effectenbeurs
OPC à nombre variable de parts — ICB’s met een veranderlijk aantal rechten van deelneming
Actions — Aandelen
France — Frankrijk
AMUNDI ETF MSCI CHINA UCITS EUR
LYX UCTS ETF MSCI EMU SMAL CAP
3
2
2 447,00
2 448,00
EUR
EUR
242,36
243,10
593 054,92
595 108,80
Total France – Totaal Frankrijk :
0,61 %
0,15 %
0,98 %
0,98 %
0,95 %
0,95 %
1 188 163,72
1,96 %
1,91 %
Total Actions – Totaal Aandelen :
1 188 163,72
1,96 %
1,91 %
Total OPC à nombre variable de parts – Totaal ICB’s met een veranderlijk aantal rechten van deelneming:
1 188 163,72
1,96 %
1,91 %
Total Valeurs mobilières admises à la cote officielle d’une bourse de valeurs – Totaal effecten toegelaten tot de
officiële notering aan een effectenbeurs:
Autres valeurs moblilières — Andere effecten
1 188 163,72
1,96 %
1,91 %
0,48 %
0,47 %
0,48 %
0,47 %
1,51 %
1,36 %
9,16 %
2,51 %
2,79 %
10,73 %
5,63 %
1,95 %
3,23 %
0,68 %
3,51 %
15,90 %
18,50 %
17,96 %
1,95 %
1,46 %
1,32 %
8,89 %
2,44 %
2,71 %
10,41 %
5,46 %
1,89 %
3,14 %
0,66 %
3,40 %
15,43 %
17,95 %
17,43 %
1,89 %
OPC à nombre variable de parts — ICB’s met een veranderlijk aantal rechten van deelneming
Actions — Aandelen
Belgique — België
CAN EQ B EU SMM -I- CAP
2
218,00
EUR
1 338,29
291 747,22
Total Belgique – Totaal België :
291 747,22
0,11 %
Luxembourg (Grand-Duché) — Luxemburg (Groot-Hertogdom)
CANDRIAM EQ.L/SWITZERLAND CAP.
CAN EQ L AUSTRALIA -C-AUD/CAP
CAN EQ L EMERG MKTS -C- CAP
CAN EQ L EMU -C- CAP
CAN EQ L E OP Q CC SHS -C- CAP
CAN EQ L EUROPE -C- CAP
CAN EQ L EUROPE CONVICT -C- CAP
CAN EQ L EUROPE INNOV -C- CAP
CAN EQ L JAPAN -C- CAP
CAN EQ L SUST EMERG MKT -I- CAP
CAN EQ L UNITED KINGDOM -C- CAP
CAN QUANT EQ EUROPE -C- CAP
CAN QUANT EQ USA -C- CAP
CLEOME INDEX EUROPE -C- CAP
CLEOME INDEX USA -I- CAP
2
2
2
3
2
2
3
2
2
3
2
2
2
3
3
1 231,00
1 307,00
8 408,00
15 923,00
15 862,00
6 470,00
20 723,00
646,00
12 293,00
288,00
4 596,00
4 055,00
5 135,40
63 514,00
728,00
CHF
AUD
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
JPY
EUR
GBP
EUR
USD
EUR
USD
804,74
968,69
659,25
95,35
106,57
1 003,45
164,41
1 828,48
21 184,00
1 427,21
330,05
2 372,43
2 405,69
171,13
1 783,87
912 035,02
819 861,27
5 542 974,00
1 518 258,05
1 690 413,34
6 492 321,50
3 407 068,43
1 181 198,08
1 955 994,59
411 036,48
2 120 746,08
9 620 203,65
11 195 958,52
10 869 150,82
1 176 906,39
Total Luxembourg (Grand-Duché) – Totaal Luxemburg (Groot-Hertogdom) :
58 914 126,22
97,37 %
94,48 %
Total Actions – Totaal Aandelen :
59 205 873,44
97,85 %
94,94 %
Total OPC à nombre variable de parts – Total ICB’s met een veranderlijk aantal rechten van deelneming :
59 205 873,44
97,85 %
94,94 %
Total Autres valeurs mobilières – Totaal andere effecten:
59 205 873,44
97,85 %
94,94 %
–29–
1,33 %
0,24 %
1,16 %
1,04 %
0,76 %
0,95 %
0,92 %
0,31 %
0,01 %
0,29 %
4,11 %
1,05 %
1,04 %
1,01 %
0,40 %
9.
COMPOSITION DES AVOIRS ET CHIFFRES CLES (SUITE)
Dénomination
Statut
OPC
Benaming
9.
(VERVOLG)
Quantité
Devise
Cours en devise
Hoeveelheid
Munt
Koers in valuta
Status
ICB
Evaluation
%
détenu
Waarderingswaar
par
de
l’OPC
%
gehoude
n
door de
ICB’s
%
portefeuille
%
actif
net
%
portefeuille
%
netto activa
Instruments financiers dérivés – Financiële derivaten
Changes à terme – Termijnwissels
Vente - Verkoop
Achat - Aankoop
Vente - Verkoop
Achat - Aankoop
Vente - Verkoop
Achat - Aankoop
Vente - Verkoop
Achat - Aankoop
Vente - Verkoop
Achat - Aankoop
Achat - Aankoop
Vente - Verkoop
Vente - Verkoop
Achat - Aankoop
Achat - Aankoop
Vente - Verkoop
Vente - Verkoop
Achat - Aankoop
Achat - Aankoop
Vente - Verkoop
Achat - Aankoop
Vente - Verkoop
Achat - Aankoop
Vente - Verkoop
Achat - Aankoop
Vente - Verkoop
15/01/2016
13/07/2015
15/01/2016
13/07/2015
15/01/2016
13/07/2015
15/01/2016
15/07/2015
15/01/2016
15/07/2015
24/07/2015
15/01/2016
15/01/2016
29/07/2015
06/08/2015
15/01/2016
15/01/2016
6/08/2015
03/09/2015
15/01/2016
18/09/2015
15/01/2016
21/09/2015
15/01/2016
20/10/2015
15/01/2016
30 000,00
33 268,52
17 000,00
26 361,46
12 048 417,00
98 000,00
1 816 000,00
2 007 491,75
403 234,94
569 000,00
1 220 000,00
1 339 309,90
494 000,00
545 761,81
100 000,00
12 447 680,00
720 000,00
786 901,68
200 000,00
225 081,52
276 502,55
315 000,00
553 000,00
627 881,73
247 608,05
337 000,00
EUR
USD
GBP
USD
JPY
USD
EUR
USD
GBP
EUR
EUR
USD
EUR
USD
USD
JPY
EUR
USD
EUR
USD
EUR
USD
EUR
USD
GBP
EUR
Total changes à terme –Totaal termijnwissels
130,79
0,00 %
0,00 %
151,09
0,00 %
0,00 %
-1 726,34
0,00 %
0,00 %
2 154,59
0,00 %
0,00 %
6 276,79
0,01 %
0,01 %
7 011,86
0,01 %
0,01 %
288,13
0,00 %
0,00 %
-2 913,60
0,00 %
0,00 %
-7 315,18
-0,01 %
-0,01 %
-3 855,29
-0,01 %
-0,01 %
-8 793,60
-0,01 %
-0,01 %
-15 672,64
-0,03 %
-0,03 %
8 549,66
0,01 %
0,01 %
-15 713,74
-0,03 %
-0,03 %
Futures - Futures
Indices - Indexen
MSCI DAILY TR NET EM MARK USD
-9,00
USD
-11 108,02
-0,02 %
-0,02 %
EURO STOXX 50 PR
55,00
EUR
121 688,31
0,20 %
0,19 %
UKX FTSE 100 INDEX
1,00
GBP
279,61
0,00 %
0,00 %
FTSE MIB INDEX
5,00
EUR
24 075,00
0,04 %
0,04 %
TOPIX INDEX (TOKYO)
4,00
JPY
24 469,26
0,04 %
0,04 %
S&P 500 EMINI INDEX
-6,00
USD
-33 095,21
-0,05 %
-0,05 %
Total Indices / Totaal Indexen
126 308,95
0,20 %
0,21 %
Total Futures / Totaal Futures
126 308,95
0,20 %
0,21 %
Total instruments financiers dérivés
110 595,21
0,18 %
0,18 %
–30–
9.
Dénomination
Statut
OPC
Benaming
9.
(VERVOLG)
Quantité
Devise
Cours en devise
Hoeveelheid
Munt
Koers in valuta
Status
ICB
Evaluation
%
détenu
Waarderingswaar
par
de
l’OPC
%
gehoude
n
door de
ICB’s
%
portefeuille
%
actif
net
%
portefeuille
%
netto activa
/ Totaal financiële derivaten
Valeurs mobilières, instruments du marché monétaire, OPC et instruments financiers dérivés
60 504 632,37
100,00 %
97,03 %
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB’s en financiële derivaten
II.
Dépôts et liquidités - Dépôts et liquidités
Avoirs bancaires à vue - Banktegoeden op zicht
BELFIUS BANQUE - BELFIUS BANK
Current accounts blocked
CHF
EUR
USD
GBP
JPY
USD
AUD
GBP
EUR
1 241,74
876 582,11
37 918,35
37 738,91
19 378,56
185 365,35
25 594,42
1 567,24
255 207,82
0,00 %
1,41 %
0,06 %
0,06 %
0,03 %
0,30 %
0,04 %
0,00 %
0,41 %
Total Avoirs bancaires à vue – Totaal banktegoeden op zicht:
1 440 594,50
2,31 %
Total Dépôts et liquidités – Totaal deposito’s en liquide middelen:
1 440 594,50
2,31 %
III.
Créances et dettes diverses – Overige vorderingen en schulden
462 574,48
0,74 %
IV.
Autres actifs nets - Andere netto-activa
-47 993,24
-0,08 %
V.
Total de l’actif net - Totaal van het netto-actief
62 359 808,11
100,00 %
(2) OPC inscrit auprès de l’Autorité des Services et Marchés Financiers répondant aux conditions de la Directive 2009/65/CE –ICB’s
ingeschreven bij de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten die voldoen aan de voorwaarden van de Richtlijn 2009/65/EEG.
(3) OPC non inscrit auprès de l’Autorité des Services et Marchés Financiers répondant aux conditions de la Directive 2009/65/CE – ICB’s
niet ingeschreven bij de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten die voldoen aan de voorwaarden van de Richtlijn 2009/65/EEG.
Les changements dans la composition du portefeuille-titres sont disponibles, sans frais, auprès de Belfius Banque S.A. ayant son siège
Boulevard Pachéco 44 -- 1000 Bruxelles qui assure le service financier..
De wijzigingen in de samenstelling van de effectenportefeuille zijn gratis ter beschikking bij Belfius Bank N.V. met zetel te Pachecolaan 44 -1000 Brussel die instaat voor de financiële dienst..
Trusts / fonds d’investissement - Beleggingsfondsen /
Trusts
Institutions non classifiables / non classifiées - Niet te
rangschikken/gerangschikte instellingen
Economische spreiding van de effectenportefeuille op 31/10/2015 Total changes à terme - Totaal termijnwissel
Total - Totaal
(in procenten van de effectenportefeuille)
Répartition économique du portefeuille-titres au 31/10/2015
(en pourcentage du portefeuille)
–31–
99,82 %
0,21 %
-0,03 %
100,00 %
9.
9.
(VERVOLG)
Luxembourg (Grand-Duché) - Luxemburg
(Groot-Hertogdom)
France - Frankrijk
Belgique - België
Geografische spreiding van de effectenportefeuille op 31/10/2015 Allemagne (République fédérale) - Duitsland
Japon - Japan
Italie - Italië
Royaume-Uni - Verenigd Koninkrijk
États-Unis d’Amérique - Verenigde Staten van Amerika
Total changes à terme - Totaal termijnwissels
Total - Totaal
Répartition géographique du portefeuille-titres au 31/10/2015
Répartition par devise du portefeuille-titres au 31/10/2015
Spreiding per munt van de effectenportefeuille op 31/10/2015
EUR
USD
GBP
JPY
CHF
AUD
Total - Totaal
9.2. Changements dans la composition des avoirs du
compartiment
(exprimé en EUR)
97,38 %
1,96 %
0,48 %
0,20 %
0,04 %
0,04 %
0,00 %
-0,07 %
-0,03 %
100,00 %
70,00 %
20,34 %
3,52 %
3,27 %
1,51 %
1,36 %
100,00 %
9.2. Wijzigingen in de samenstelling van de activa van het
compartiment
(uitgedrukt in EUR)
1er semestre
1ste semester
2e semestre
2de semester
Exercice complet
Volledig boekjaar
Achats — Aankopen
8 421 000,40
9 739 183,46
18 160 183,86
Ventes — Verkopen
12 535 237,42
6 861 457,71
19 396 695,13
Total 1 — Totaal 1
20 956 237,82
16 600 641,17
37 556 878,99
Souscriptions — Inschrijvingen
9 715 437,77
11 304 892,68
21 020 330,45
Remboursements — Terugbetalingen
13 617 839,20
7 721 044,30
21 338 883,50
Total 2 —Totaal 2
23 333 276,97
19 025 936,98
42 359 213,95
Moyenne de référence de l’actif net total — Referentiegemiddelde
van het totale netto-vermogen
58 677 916,83
58 140 119,90
58 409 018,36
Taux de rotation — Omloopsnelheid
-4,05 %
-4,17 %
-8,22 %
Taux de rotation corrigé — Gecorrigeerde omloopsnelheid
-2,99 %
-3,11 %
-5,90 %
Un chiffre proche de 0 % montre que les transactions portant, selon le cas, sur les valeurs mobilières ou sur les actifs, à l’exception des
dépôts et liquidités, ont été réalisées, durant une période déterminée, en fonction uniquement des souscriptions et remboursements. Un
pourcentage négatif indique que les souscriptions et remboursements n’ont donné lieu qu’à un nombre limité de transactions ou, le cas
échéant, à aucune transaction dans le portefeuille. La liste détaillée des transactions qui ont eu lieu pendant l’exercice peut être consultée
sans frais auprès de Belfius Banque S.A. ayant son siège à Boulevard Pacheco 44, B-1000 Bruxelles, qui assure le service financier.
Een cijfer dat de 0 % benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met
uitzondering van deposito’s en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen
zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval,
helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. De gedetailleerde lijst van de tijdens het boekjaar uitgevoerde
transacties kan gratis worden ingekeken bij Belfius Bank N.V. met zetel te Pachecolaan 44, B-1000 Brussel, die instaat voor de financiële
dienst.
–32–
9.
9.
9.3. Tabel van de verplichtingen inzake financiële
derivatenposities per 31/10/2015
(uitgedrukt in EUR)
9.3. Tableau des engagements relatifs aux positions sur
instruments financiers derives au 31/10/2015
(exprimé en EUR)
Dénomination
Benaming
Futures - Futures
EURO STOXX 50 PR 18/12/2015
FTSE MIB INDEX 18/12/2015
MSCI DAILY TR NET EM MARK USD 18/12/2015
S&P 500 EMINI INDEX 18/12/2015
TOPIX INDEX (TOKYO) 10/12/2015
UKX FTSE 100 INDEX 18/12/2015
Dénomination
Benaming
Valeur
nominale
Nominale
waarde
Devise
Munt
En devises
In devies
En EUR
In EUR
Lot-size
Lot-size
EUR
EUR
USD
USD
JPY
GBP
1 766 461,69
537 700,00
-315 972,86
-592 131,09
57 982 240,39
63 190,00
1 766 461,69
537 700,00
-286 349,95
-536 617,96
435 508,65
88 344,02
10
5
100
50
10 000
10
Date valeur
Valutadatum
Changes à terme - Termijnwissel contract
Achat - Aankoop
33 268,52
13/07/2015
Vente - Verkoop
30 000,00
13/07/2015
Achat - Aankoop
26 361,46
13/07/2015
Vente - Verkoop
17 000,00
13/07/2015
Achat - Aankoop
98 000,00
13/07/2015
Vente - Verkoop
12 048 417,00
13/07/2015
Achat - Aankoop
2 007 491,75
15/07/2015
Vente - Verkoop
1 816 000,00
15/07/2015
Achat - Aankoop
569 000,00
15/07/2015
Vente - Verkoop
403 234,94
15/07/2015
Achat - Aankoop
1 220 000,00
24/07/2015
Vente - Verkoop
1 339 309,90
24/07/2015
Achat - Aankoop
545 761,81
29/07/2015
Vente - Verkoop
494 000,00
29/07/2015
Achat - Aankoop
100 000,00
06/08/2015
Vente - Verkoop
12 447 680,00
06/08/2015
Achat - Aankoop
786 901,68
06/08/2015
Vente - Verkoop
720 000,00
06/08/2015
Achat - Aankoop
200 000,00
03/09/2015
Vente - Verkoop
225 081,52
03/09/2015
Achat - Aankoop
276 502,55
18/09/2015
Vente - Verkoop
315 000,00
18/09/2015
Achat - Aankoop
553 000,00
21/09/2015
Vente - Verkoop
627 881,73
21/09/2015
Achat - Aankoop
247 608,05
20/10/2015
Vente - Verkoop
337 000,00
20/10/2015
(VERVOLG)
Devise
Munt
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
15/01/2016
–33–
USD
EUR
USD
GBP
USD
JPY
USD
EUR
EUR
GBP
EUR
USD
USD
EUR
USD
JPY
USD
EUR
EUR
USD
EUR
USD
EUR
USD
GBP
EUR
Engagement
dans la devise
de l’instrument
Bedrag van de
verplichting in
de valuta van
het effect
33 268,52
30 000,00
26 361,46
17 000,00
98 000,00
12 048 417,00
2 007 491,75
1 816 000,00
569 000,00
403 234,94
1 220 000,00
1 339 309,90
545 761,81
494 000,00
100 000,00
12 447 680,00
786 901,68
720 000,00
200 000,00
225 081,52
276 502,55
315 000,00
553 000,00
627 881,73
247 608,05
337 000,00
Engagement
dans la devise
du
compartiment
Bedrag van de
verplichting in
de valuta van
het
compartiment
30 149,55
30 000,00
23 890,04
23 767,19
88 812,36
90 496,50
1 819 286,56
1 816 000,00
569 000,00
563 750,67
1 220 000,00
1 213 747,70
494 595,87
494 000,00
90 624,86
93 495,40
713 128,53
720 000,00
200 000,00
203 979,81
276 502,55
285 468,30
553 000,00
569 016,93
346 173,39
337 000,00
9.
9.
9.4. Evolution des souscriptions et des remboursements ainsi
que de la valeur nette d’inventaire
9.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en
van de netto-inventariswaarde
9.4.1. Evolution du nombre de parts en circulation
au 31/10/2015
Période
Periode
31/10/2013
Souscriptions
Inschrijvingen
Capitalisation
Distribution
Kapitalisatie
Uitkering
42 593,52
(VERVOLG)
9.4.1. Evolutie van het aantal rechten van deelneming in
omloop 31/10/2015
Remboursements
Terugbetalingen
Capitalisation
Distribution
Kapitalisatie
Uitkering
46 723,16
Capitalisation
Kapitalisatie
178 436,60
Fin de période
Einde periode
Distribution
Uitkering
Total
Totaal
178 436,60
31/10/2014
48 667,01
42 824,95
184 278,67
184 278,67
31/10/2015
62 171,89
62 935,26
183 515,30
183 515,30
9.4.2. Montants payés et recus par l’OPC
(dans la devise du compartiment)
Période
Periode
31/10/2013
9.4.2. Bedragen betaald en ontvangen door de ICB
(in de valuta van het compartiment)
Souscriptions
Inschrijvingen
Capitalisation
Distribution
Kapitalisatie
Uitkering
10 858 496,52
Remboursements
Terugbetalingen
Capitalisation
Distribution
Kapitalisatie
Uitkering
11 883 037,95
31/10/2014
13 893 727,63
12 093 696,22
31/10/2015
21 020 330,45
21 338 883,50
9.4.3. Netto-inventariswaarde einde periode
(in de valuta van het compartiment)
9.4.3. Valeur nette d’inventaire en fin de période
(dans la devise du compartiment)
Période
Periode
du compartiment
van het compartiment
par action
Per aandeel
Capitalisation
Kapitalisatie
Distribution
Uitkering
31/10/2013
48 669 326,84
272,75
31/10/2014
54 647 817,67
296,55
31/10/2015
62 359 808,11
339,81
–34–
9.
(VERVOLG)
9.
9.5. Performances
(exprimé en %)
9.5. Rendementen
(uitgedrukt in %)
Classe C (CAP) / Klasse C (KAP)
1 an / 1 jaar
3 ans / 3 jaar
14,59 %
12,80 %
5 ans / 5 jaar
10 ans / 10 jaar
8,00 %
3,47 %
9.6. Diagramme en bâtons
Depuis le lancement /
Sinds start
1,83 %
9.6. Staafdiagram
Classe C (CAP) / Klasse C (KAP)
Année de création : 1998
Jaar van oprichting : 1998
Rendements annuels des 10 dernières années au 31/10/2015 / Jaarlijkse rendementen van de laatste 10 jaren op 31/10/2015
Belfius Plan Equities, Fund of Funds - part de CAP (EUR) deelneming van KAP (EUR)
35%
30%
25%
20%
15%
10%
5%
0%
-5%
-10%
-15%
-20%
-25%
-30%
-35%
-40%
-45%
-50%
-55%
20,24%
16,19%
13,04%
15,21%
5,54%
14,59%
8,73%
8,58%
-11,90%
-38,55%
2006-10-31
2007-10-31
2008-10-31
2009-10-31
2010-10-31
2011-10-31
2012-10-31
2013-10-31
2014-10-31
2015-10-31
Il s’agit de chiffres de rendement basés sur des données historiques, qui ne peuvent donner aucune garantie quant au rendement futur
et qui ne tiennent pas compte d’éventuelles restructurations. Performances nettes annualisées, hors frais d’entrées, sorties et ou
conversion.
Het gaat om rendementscijfers die gebaseerd zijn op historische gegevens die geen enkele waarborg kunnen geven met betrekking tot
het toekomstige rendement en die geen rekening houden met mogelijke herstructureringen. Netto geannualiseerd rendement, zonder
toetredings / uittredingskosten en/of conversiekosten
9.7. Frais
(exprimé en %)
9.7. Kosten
(uitgedrukt in %)
Frais courant - Lopende Kosten :
BE0168174739
Classe / Klasse : C CAP
2,16 %
Les frais courants, calculés conformément aux dispositions du Règlement 583/2010 de la Commission du 1er juillet 2010 mettant en
œuvre la Directive 2009/65/CE du Parlement européen et du Conseil en ce qui concerne les informations clés pour l’investisseur et les
conditions à remplir lors de la fourniture des informations clés pour l’investisseur ou du prospectus sur un support durable autre que le
papier ou au moyen d’un site web (ci-après le « Règlement 583/2010 »), sont repris dans les informations clés pour l’investisseur.
La notion de « frais courants » consiste en tous paiements déduits de l’actif du fonds lorsqu’une telle déduction est imposée ou
autorisée par la règlementation, les statuts ou le prospectus. Ils n’incluent cependant pas les commissions de performance, les frais
d’entrée et de sortie payés directement par l’investisseur, les frais de transaction, à l’exception de ceux qui seraient facturés par la
banque dépositaire, la société de gestion, l’agent administratif, les administrateurs de la sicav ou n’importe quel conseiller en placement.
Les frais liés à la souscription et au remboursement de parts d’OPC sous-jacents font également partie des frais courants. En outre, ils
ne comprennent pas les intérêts sur les emprunts et les frais liés à la détention de produits dérivés (par exemple les appels de marge).
Ils sont fondés sur les frais de l’exercice comptable précédent et sont exprimés en pourcentage de l’actif net moyen de la période
concernée. Dans certains cas, ils peuvent être exprimés sous forme d’un montant maximum à facturer ou être établis sur la base d’une
autre période passée d’un an, voire faire l’objet d’une estimation.
–35–
9.
9.
(VERVOLG)
De lopende kosten, berekend overeenkomstig de bepalingen van Verordening Nr. 583/2010 van de Commissie van 1 juli 2010 tot
uitvoering van Richtlijn 2009/65/EG van het Europee Parlement en de Raad wat betreft essentiële beleggersinformatie en de
voorwaarden waaraan moet worden voldaan als de essentiële beleggersinformatie of het prospectus op een andere duurzame drager
dan via papier of via een website wordt verstrekt (hierna « Verordening 583/2010 »), zijn opgenomen in de essentiële
beleggersinformatie.
De lopende kosten bevatten alle betalingen uit de activa van de bevek die worden vereist of toegestaan door reglementering, de
statuten of het prospectus. Ze bevatten echter geen prestatievergoedingen, instap- en uitstapvergoedingen rechtstreeks door de
belegger betaald, de transactiekosten, behalve diegene die gefactureerd worden door de depothoudende bank, de beheermaatschappij,
de administratief agent, de bestuurders van de bevek of om het even welke beleggingsadviseur. Instap- en uitstapvergoedingen betaald
door de ICB voor het kopen en verkopen van stukken van een andere ICB maken ook deel uit van de lopende kosten. Bovendien
omvatten ze niet de rente op leningen en kosten die betrekking hebben op het houden van derivaten (bv. margin calls).
Ze zijn vastgesteld op basis van de kosten van het vorige boekjaar en worden uitgedrukt in percentage van de gemiddelde netto activa
van de betreffende periode. In bepaalde gevallen kunnen zij tevens worden uitgedrukt in de vorm van een maximumbedrag of
gebaseerd zijn op een andere periode van één jaar in het verleden. Zij kunnen tevens het voorwerp uitmaken van een schatting.
–36–
10. NOTES AUX ETATS FINANCIERS AU 31 OCTOBRE 2015
10. TOELICHTINGEN BIJ DE FINANCIËLE STATEN
OP 31 OKTOBER 2015
10.1. Rémunérations, commissions et frais récurrents
supportés par le compartiment
10.1. Recurrente vergoedingen, provisies en kosten gedragen
door het compartiment
Rémunérations, commissions et frais récurrents supportés par
le Fonds Commun de Placement
Recurrente vergoedingen, provisies en kosten gedragen door
het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds
Les rémunérations:
De vergoedingen:
- d’Administration au taux annuel de maximum 0,20 %
- voor de Administratie aan een jaarlijks percentage van
maximum 0,20 %
- de Commercialisation au taux annuel de 0,25 %
- voor de Distributie aan een jaarlijks percentage van 0,25 %
- du Dépositaire au taux annuel de maximum 0,08 %
- des autres frais (estimation) y compris la rémunération du
commissaire, des administrateurs et des personnes physiques
chargées de la direction effective au taux annuel de 0,10 %
Elles sont calculées mensuellement sur la valeur nette
d’inventaire moyenne (hors rémunérations, commissions et
frais courus non-échus) des avoirs du Fonds Commun de
Placement arrêtée à la fin du mois considéré, compte tenu
qu’aucune rémunération ou commission au profit du
gestionnaire ne sera imputée sur les actifs du fonds placés
dans des parts d’un autre organisme de placement collectif
dont le dépositaire est identique à celui du fonds.
10.2. Charges à imputer (Bilan VI.C.)
Au 31 octobre 2015, ce montant comprend :
- voor de Bewaarder aan een jaarlijks percentage van
maximum 0,08 %
- voor andere kosten (schatting) met inbegrip van de
vergoeding van de commissaris, van de bestuurders en van de
natuurlijke personen aan wie de effectieve leiding is
toevertrouwd aan een jaarlijks percentage van 0,10 %
Ze worden berekend op basis van de gemiddelde
netto-inventariswaarde
(zonder
niet-vervallen
gelopen
vergoedingen, provisies en kosten) van de tegoeden van het
Gemeenschappelijk Beleggingsfonds zoals vastgesteld op het
einde van iedere maand. Niettemin, geen enkele vergoeding of
provisie ten gunste van de bewaarder zal worden aangerekend
voor de activa van het fonds die in rechten van deelneming van
een andere beleggingsinstelling zijn geïnvesteerd waarvan de
bewaarder dezelfde is als deze van het fonds.
10.2. Toe te rekenen kosten (Balans VI.C.)
Dit bedrag omvat per 31 oktober 2015 :
- la rémunération d’Administration
9 967,00 EUR
- la rémunération de Commercialisation
12 458,68 EUR
- la rémunération du Dépositaire
136,06 EUR
- intérêts à payer sur comptes courants et emprunts
1,02 EUR
- une provision pour autres frais généraux annuels
(rémunération autorité de contrôle, honoraires du réviseur, frais
de rapports, de publication...)
25 486,44 EUR
- de vergoeding voor de Montage
9 967,00 EUR
- de Verhandelingsprovisie
12 458,68 EUR
- de vergoeding voor de Bewaarder
136,06 EUR
- te betalen intresten op zichtrekeningen en ontleningen
1,02 EUR
- een voorziening voor andere jaarlijkse kosten (vergoeding
honoraria van de revisor, kosten voor de verslagen,
publicatiekosten...)
25 486,44 EUR
Pour un total de : 48 049,20 EUR
Voor een totaal van : 48 049,20 EUR
10.3. Frais d’auditeur
En application de l’article 134 §§2 et 4 du Code
sociétés : mention des émoluments du commissaire.
des
Montant des émoluments (en EUR) hors TVA : 3 500
10.3. Vergoeding commissaris
Artikel 134
§§ 2 en 4 van
het
wetboek
Vennootschappen : vermelding van de audithonoraria.
van
Bedrag van de gefactureerde vergoeding (in EUR) excl. BTW :
3 500
–37–

BELFIUS PLAN EQUITIES

Transcription

Documents pareils

forest lodge - Les Lacs de l`Eau d`Heure

Delphine Lecompte Blinde gedichten (2)

Développement C41

BELFIUS PLAN MEDIUM

Untitled - Lloyd Hamilton

Bekijk de folder - Camping, Hotel Morvan, Bourgogne

prijs architectuur - gebouw _prix architecture - bâtiment

Pli selon pli gedichten

mise en valeur de nos régions agricoles valant la peine d`être con

PERSBERICHT – COMMUNIQUÉ DE PRESSE Na

CANDRIAM EQUITIES B

candriam equities l