Belgian Gentlemen Drivers Cup 2016 (BGDC) Règlement technique

Transcription

Belgian Gentlemen Drivers Cup 2016 (BGDC) Règlement technique
Belgian Gentlemen Drivers Cup 2016 (BGDC)
Règlement technique – Technisch reglement
TABLE DES MATIERES
INHOUDSTABEL
ART 1. DEFINITION – DESCRIPTION ........................................ 2
ART 1. DEFINITIE – OMSCHRIJVING...................................... 2
ART 2. REGLEMENTATION ...................................................... 2
ART 2. REGLEMENTERING .................................................... 2
ART 3. CARROSSERIE ET DIMENSIONS EXTERIEURES ............. 5
ART 3. KOETSWERK EN EXTERNE AFMETINGEN .................. 5
ART 4. POIDS ........................................................................ 12
ART 4. GEWICHT ................................................................. 12
ART 5. MOTEUR .................................................................... 13
ART 5. MOTOR ................................................................... 13
ART 6. CANALISATIONS, POMPES ET RESERVOIRS DE
CARBURANT .............................................................. 15
ART 6. BRANDSTOFLEIDINGEN, -POMPEN EN -TANK......... 15
ART 7. SYSTEME DE LUBRIFICATION .................................... 17
ART 7. SMEERSYSTEEM ...................................................... 17
ART 8. EQUIPEMENTS ELECTRIQUES .................................... 18
ART 8. ELEKTRISCHE UITRUSTING ...................................... 18
ART 9. TRANSMISSION ......................................................... 19
ART 9. OVERBRENGING ...................................................... 19
ART 10. SUSPENSION ET DIRECTION .................................... 20
ART 10. OPHANGING EN STUURINRICHTING ..................... 20
ART 11. FREINS ..................................................................... 21
ART 11. REMMEN ............................................................... 21
ART 12. ROUES ET PNEUS ..................................................... 22
ART 12. WIELEN EN BANDEN ............................................. 22
ART 13. HABITACLE .............................................................. 24
ART 13. COCKPIT ................................................................ 24
ART 14. EQUIPEMENT DE SECURITE ..................................... 25
ART 14. VEILIGHEIDSUITRUSTING ...................................... 25
ART 15. STRUCTURE DE SECURITE ....................................... 28
ART 15. VEILIGHEIDSSTRUCTUUR ...................................... 28
ART 16. CARBURANT ............................................................ 29
ART 16. BRANDSTOF .......................................................... 29
ART 17. TEXTE APPLICABLE .................................................. 29
ART 17. GELDENDE TEKST .................................................. 29
ART 18. APPROBATION......................................................... 29
ART 18. GOEDKEURING ...................................................... 29
DESSINS ................................................................................ 30
TEKENINGEN ...................................................................... 30
ANNEXE 1 – Document préparatoire pour le passeport
technique
BIJLAGE 1 – Voorbereiding document voor het technische
paspoort
Nederlandse vertaling enkel voor
informatiedoeleinden en zonder regelgevende
waarde
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
1
RACB Sport
ART. 1 - DEFINITION – DESCRIPTION
ART. 1 - DEFINITIE – OMSCHRIJVING
L’admission d’un véhicule de compétition pour le BGDC 2016 est
déterminée par le RACB Sport en accord avec l’ASBL Belgian
Gentlemen Drivers Club, l’organisateur – promoteur. Ce véhicule
est adapté aux activités sportives.
Aanvaarding van een competitiewagen voor de BGDC 2016 wordt
bepaald door RACB Sport, in samenspraak met de vzw Belgian
Gentlemen Drivers Club, de organisator – promotor. Deze wagen
is aangepast voor sportieve doeleinden.
ART. 2 - REGLEMENTATION
ART. 2 - REGLEMENTERING
2.1
Rôle du RACB Sport
2.1
Rol van RACB Sport
Les règlements techniques du BGDC 2016 sont publiés par le
RACB Sport, en accord avec l’ASBL Belgian Gentlemen Drivers
Club.
Onderstaande technische reglementen voor de BGDC 2016
worden uitgevaardigd door RACB Sport, in samenspraak met VZW
Belgian Gentlemen Drivers Club.
2.2
2.2
Modifications admises
Toegestane wijzigingen
Toute réalisation ou modification non autorisée par le Règlement
Technique BGDC 2016 est expressément interdite. Une
modification autorisée ne peut pas entraîner une modification
non autorisée.
Elke constructie of wijziging die niet is toegelaten door het
Technische Reglement BGDC 2016 is uitdrukkelijk verboden. Een
wijziging die wordt toegestaan mag niet leiden tot een wijziging
die niet toegestaan is.
2.3
2.3
Véhicules admissibles
Toegelaten wagens
Le BGDC 2016 est ouvert à toutes les voitures, issue d’un modèle
(tourisme et GT) homologué sur route depuis au moins 5 ans en
date du 1er janvier de l’année de tenue du championnat et d’une
cylindrée inférieure à 3500 cc (cylindrée corrigée).
De BGDC 2016 staat open voor alle wagens voortkomend uit een
model dat sinds minstens vijf jaar op datum van 01 januari van
het jaar waarin het kampioenschap wordt gereden voor de baan
gehomologeerd is (toerisme en GT) en met een cilinderinhoud
van minder dan 3500 cc (gecorrigeerde cilinderinhoud).
Les voitures ne répondant pas à ces critères pourront
exceptionnellement être admises sur base d’un dossier technique
et après approbation par le RACB Sport qui déterminera dans
quelle classe cette voiture serait engagée. Cette approbation
pourra être retirée à tout moment.
De wagens die niet aan deze criteria beantwoorden mogen
uitzonderlijk toegestaan worden op basis van een technisch
dossier en na goedkeuring van RACB Sport dat zal bepalen in
welke klasse deze wagen ingeschreven zal worden. Deze
goedkeuring mag op enkel moment ingetrokken worden.
2.4
2.4
Véhicules non admis
Niet toegelaten wagens
Les véhicules (LM) GT1, (LM)GT2, GT3, S1 et S2 ne sont pas admis.
De wagens (LM) GT1, (LM)GT2, GT3, S1 et S2 worden niet
toegelaten.
Les véhicules ayant appartenu au FIA groupe Sportscars de la FIA
ainsi qu’aux Deutsche Tourenwagen Meisterschaft (DTM) 20002010, Silhouette, Be Trophy, VW Fun Cup, 2CV, Legend Cars ou à
des classes équivalentes/similaires dans d’autres disciplines, où
que ce soit dans le monde, et n’ayant pas été homologués
autrement par après, ne seront pas pris en considération.
Wagens van de FIA groep Sportscars alsook die van de Deutsche
Tourenwagen Meisterschaft (DTM) 2000-2010, Silhouette, Be
Trophy, VW Fun Cup, 2CV, Legend Cars of in andere disciplines
waar ook ter wereld daarmee gelijkgestelde klassen en die nadien
nergens anders werden gehomologeerd, komen niet in
aanmerking.
2.5
2.5
Divisions et Classes
Divisies en klassen
La classification des modèles dans les Divisions et Classes sera
déterminée par l’ASBL Belgian Gentlemen Drivers Club et par le
RACB Sport.
De indeling van modellen in de divisies en klassen zal bepaald
worden door de VZW Belgian Gentlemen Drivers Club en door
RACB Sport.
Toutes les cylindrées sont exprimées en cylindrées corrigées, sauf
mentionné autrement.
Alle cilinderinhouden worden uitgedrukt in gecorrigeerde
cilinderinhouden, behalve waar anders gemeld.
Division 1 :
Divisie 1 :
Classe A : moins de 1600 cc
Classe B : de 1601 cc à 2000 cc
Classe A16T: moteur Turbo essence de 1501 cc à 1650 cc
(cylindrée non corrigée)
Classe D : de 2001 cc à 2500 cc
Division 2 :
Klasse A : minder dan 1600 cc
Klasse B : van 1601 cc tot 2000 cc
Klasse A16T: Turbo motor benzine van 1501 cc tot 1650 cc
(niet gecorrigeerde cilinderinhoud)
Klasse D : van 2001 cc tot 2500 cc
Divisie 2 :
Classe E : de 2501 cc à 3000 cc
Classe F : de 3001 cc à 3500 cc
Si une Classe comporte moins de 3 véhicules, ceux-ci seront
d’office portés à la Classe supérieure
Klasse E : van 2501 cc tot 3000 cc
Klasse F : van 3001 cc tot 3500 cc
Indien een klasse minder dan 3 wagens bevat, zullen deze
automatisch naar de hogere klasse overgeplaatst worden.
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
2
RACB Sport
Division 3 : Guest
Divisie 3 : Guest
Les voitures ne répondant pas à la règlementation technique
pourront exceptionnellement être admises sur base d’un dossier
technique et après approbation par le RACB Sport.
De wagens die niet beantwoorden aan de technische
reglementering kunnen ten uitzonderlijke tittel aanvaard worden
op basis van een technisch dossier en na goedkeuring van RACB
Sport.
Cette approbation pourra être retirée à tout moment.
Deze goedkeuring kan ter alle tijden ingetrokken worden.
Correctifs sur la cylindrée pour les divisions:
Verbeteringsfactor cilinderinhoud voor de divisie:
•
•
•
•
•
2.6
•
•
•
•
•
Moteur turbo essence < 1500 cc : x 1.2
Moteur compressé essence < 1600 cc : x 1.2
Moteur turbo essence > 1650 cc : x 1.7
Moteur turbo diesel : x 1.5
Moteur rotatif : x 1.5
Date du règlement
2.6
Turbo motor benzine < 1500 cc : x 1.2
Drukgevulde motor benzine < 1600 cc : x 1.2
Turbo motor benzine > 1650 cc : x 1.7
Turbo motor diesel : x 1.5
Rotatie motor : x 1.5
Datum van het reglement
Ce Règlement Technique entre en vigueur à la date de son
approbation.
Dit technisch reglement treedt in werking op datum van zijn
goedkeurong.
Si une modification du règlement relative à la sécurité est
promulguée par la FIA, elle entrera en vigueur à partir de
l’épreuve suivante (sauf accord du RACB Sport).
Indien een reglementswijziging in verband met veiligheid die door
de FIA wordt uitgevaardigd, zal ze vanaf de volgende meeting van
toepassing zijn (behalve toestemming van RACB Sport)
Ce règlement a une stabilité de 2 ans à dater du 01-01-2016, sauf
pour des raisons de sécurité ou des raisons de bon
fonctionnement de la Série, après approbation de l’autorité
sportive nationale (ASN), en accord avec l’organisateurpromoteur.
Dit reglement blijft geldig voor een periode van 2 jaar vanaf
01/01/2016, behalve voor wijzigingen in verband met veiligheid
en het goed functioneren van de Serie en dit na goedkeuring van
de Nationale Sport Autoriteit (ASN) in samenspraak met de
organisator-promotor.
2.7
2.7
Passeport Technique Club du véhicule
Technisch paspoort Clubwedstrijd
Pour les voitures possédant déjà un Passeport Technique Club :
Voor de wagens die al over een technische paspoort Club
wedstrijd beschikken:
Un contrôle de celui-ci sera effectué lors du premier contrôle
technique du véhicule en 2016.
Een controle ervan zal tijdens de eerste technische controle van
de wagen in 2016 uitgevoerd worden
Si nécessaire, il sera demandé au chef d’équipe de remplir le
dossier technique 2016 (disponible en annexe 1) et de l’envoyer
par mail à l’adresse [email protected] au moins deux
semaines avant l’épreuve suivante de la voiture.
Indien nodig wordt er gevraagd aan de teamchef om het
technische dossier 2016 in te vullen (beschikbaar in bijlage 1) en
door te sturen per mail op het adres [email protected], dit
tenminste twee weken voor de volgende meeting van de wagen.
Pour les voitures ne possédant pas de Passeport Technique Club :
Voor de wagens die niet over een technisch paspoort
Clubwedstrijd beschikken:
Il est demandé au chef d’équipe de transmettre au RACB Sport,
deux semaines avant la première épreuve de la voiture en l’année
2016, le dossier technique 2016 disponible en annexe 1 par
courrier électronique à l’adresse [email protected]
De teamchef wordt gevraagd, twee weken voor aanvang van de
eerste meeting van de wagen in 2016, het technische dossier
(beschikbaar in bijlage 1) per mail over te maken aan RACB Sport
op het mailadres [email protected].
Les photos demandées seront fournies en pièces jointes du
courrier électronique et seront :
De gevraagde foto’s zullen aangehecht worden aan de mail en
zullen:
- En format digital « jpeg »
- Prises en format paysage (non panoramiques)
- Complètes (exemple une photo du moteur montrera toute
la baie moteur – voir également les photos en filagramme,
comme exemple, dans le dossier à remplir)
- In digitaal formaat “jpeg” zijn,
- In landscape (niet panoramisch) formaat zijn
- Volledig zijn (een foto van de motor bv zal het volledige
motorcompartiment tonen – zie ook de foto’s als
voorbeeld in het in te vullen dossier)
Sur bases des données du dossier technique le RACB établira un
Passeport Technique Club pour le véhicule.
Op basis van de gegevens van het technische dossier zal de RACB
voor de wagen een technisch wedstrijdpaspoort opstellen.
Le concurrent recevra son Passeport Technique Club par la poste
ou à l’épreuve suivante après paiement des frais.
De deelnemer zal zijn technisch wedstrijdpaspoort per post
ontvangen of op de volgende meeting na betaling van de kosten.
Si, en cours de saison, le chef d’équipe ou le propriétaire désire
apporter une modification des données techniques reprise sur le
Passeport Technique Club du véhicule, il devra en faire la
demande par écrit ou par courrier électronique au plus tard 5
jours avant la date de clôture des engagements de l’épreuve
Indien gedurende het seizoen, een teamchef of eigenaar een
verandering aan de technische gegevens, opgenomen op de
identiteitskaart van het voertuig, wenst aan te brengen, dient hij
deze schriftelijk of per mail over te maken aan RACB Sport en aan
de organisator-promotor, ten laatste 5 kalenderdagen voor
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
3
RACB Sport
suivante auprès du RACB Sport et de l’organisateur-promoteur.
afsluiten van de inschrijvingen voor de volgende meeting.
Le RACB Sport se réserve le droit de refuser ou d’accepter cette
modification si elle ne correspond pas à l’esprit du règlement,
même si elles ne sont pas explicitement interdites, ou si elles
augmentent démesurément les coûts de préparation du véhicule.
RACB Sport behoudt zich het recht om deze verandering te
aanvaarden of te weigeren indien deze niet beantwoordt aan de
geest van het reglement, zelfs indien ze niet expliciet verboden
zijn, of indien ze de kosten van voorbereiding van het voertuig,
buitensporig zou opdrijven.
L’absence du Passeport Technique Club ou du dossier technique
pendant les vérifications techniques pourra entrainer un refus de
participation.
Het ontbreken van het technisch wedstrijdpaspoort of van het
technische dossier tijdens de technische controle mag leiden tot
de weigering van deelname.
La falsification intentionnelle du Passeport Technique Club ou du
dossier technique sera considérée comme fraude et entraînera
l’annulation de ce passeport et une pénalité financière de 150€.
Het opzettelijk vervalsen van het technisch wedstrijdpaspoort of
van het technische dossier, zal beschouwd worden als fraude en
zal gevolg worden door de annulering van het paspoort en een
financiële boete van € 150.
2.8
2.8
Conformité au règlement
Conformiteit met het reglement
Il appartient au chef d’équipe ou du propriétaire du véhicule de
faire la preuve que son véhicule est en conformité :
De teamchef of de eigenaar van de wagen, draagt er zorg voor dat
zijn/haar wagen tijdens een meeting te allen tijde conform is:
• avec au minimum les prescriptions de sécurités requises
dans l’Article 277 de l’Annexe J 2016 .
• avec le Règlement Technique BGDC 2016 dans son
intégralité,
• avec le Règlement Sportif BGDC 2016 dans son intégralité,
• avec les données techniques reprises sur son Passeport
Technique Club,
• aan tenminste de veiligheidsvoorschriften opgelegd door
artikel 277 van bijlage J 2016
• aan onderhavig Technisch Reglement BGDC 2016 in zijn
totaliteit,
• aan het Sportreglement BGDC 2016 in zijn totaliteit,
• aan de technische gegevens opgenomen in zijn technisch
paspoort Club
et ce à tout moment de l’épreuve. Il est également responsable
du passeport technique.
en dat op elk ogenblik van de wedstrijd. Hij is tevens
verantwoordelijk voor het technisch wedstrijdpaspoort.
Pour déterminer la conformité, le concurrent comme le RACB
Sport peuvent se référer aux données techniques constructeurs
ou toutes les autres données officielles de l’autorité sportive.
Om de conformiteit vast te stellen, kunnen zowel de deelnemer
als RACB Sport zich beroepen op de technische gegevens van de
fabrikant, alsook alle andere officiële gegevens van de sportieve
overheid.
Après concertation avec l’organisateur-promoteur, le RACB Sport
pourra interdire d’inscription et de participation un véhicule jugé
trop dangereux de par sa construction et/ou sa modification et ce
sans préavis.
In overleg met de organisator-promotor zal RACB Sport de
inschrijving of de deelname weigeren van een wagen dat te
gevaarlijk wordt beschouwd wegens zijn constructie en/of de
veranderingen en dit zonder voorafgaande verwittiging.
Toutes modifications, ne correspondant pas à l’esprit du
règlement, même si elles ne sont pas explicitement interdites,
pouvant augmenter démesurément les coûts de préparation du
véhicule, seront interdites sans préavis par la Commission
Technique du RACB Sport.
Iedere wijziging die niet beantwoordt aan de geest van het
reglement, zelfs al is die niet expliciete verboden, en die de
preparatiekost van de wagen op buitensporige wijze kan
opdrijven, zal zonder voorafgaande verwittiging worden verboden
door de Technische Commissie van RACB Sport.
Un véhicule dont la construction présenterait des dangers pourra
être exclu sur avis de la Commission Technique.
Een wagen waarvan de constructie gevaren kan inhouden, kan
ook worden uitgesloten door van RACB Sport op advies van de
Technische Commissie.
En cas de litige ou confusion entre le Passeport Technique et le
règlement technique, c’est le règlement technique qui prévaut.
In geval van geschil of verwarring tussen het technisch paspoort
en het technische reglement is het technische reglement dat
prevaleert.
2.9
2.9
Généralités
Algemeenheden
La voiture devra être issue d’un véhicule strictement de série et
identifiable par les données précisées par les articles de la fiche
d’homologation ou les données constructeur, et le Passeport
Technique Club du RACB Sport.
Toerisme wagens moeten echte seriewagens zijn en
identificeerbaar aan de hand van de gegevens zoals bepaald in de
artikels van de homologatiefiche of de technische paspoort Club
van RACB Sport.
Les articles 251, 252 et 253 de l’Annexe J, en cours de validité, de
la FIA restent d’application mais les articles du présent règlement
sont prépondérants.
Artikels 251, 252 en 253 van de geldende Bijlage J van de FIA
blijven van toepassing, maar de artikels van dit reglement zijn
doorslaggevend.
Dans tout le véhicule, tout boulon, écrou ou vis peut être
remplacé par tout autre boulon, écrou ou vis, à condition qu’ils
soient de la même famille de matériau, du même ou d’un
diamètre supérieur que la pièce d’origine et comportent toute
Iedere bout, moer of schroef van de wagen, mag vervangen
worden door gelijk welke bout, moer of schroef, op voorwaarde
dat deze behoort tot dezelfde materiaalfamilie, van dezelfde
diameter of groter als het originele onderdeel is en gelijk welke
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
4
RACB Sport
sorte de blocage (rondelle, contre-écrou, etc.).
blokkeermethode bevat (rondsel, contramoer, etc.)
Matériaux
Materialen
Pour les pièces mécaniques, les traitements chimiques et
thermiques sont autorisés à condition de respecter les poids et les
dimensions mentionnés sur la fiche d’homologation ou sur la fiche
technique du RACB Sport.
Voor de mechanische onderdelen zijn chemische en thermische
behandelingen toegelaten op voorwaarde dat de gewichten en
afmetingen worden behouden zoals die vermeld staan op de
homologatiefiche of op de technische fiche van RACB Sport.
Les matériaux suivants sont interdits : magnésium (sauf pour les
jantes), céramiques et titane (sauf s’ils sont d’origine), exception
faite des précisions apportées dans l’article 5.2.1.
De volgende materialen zijn verboden: magnesium (behalve voor
de velgen), keramiek en titanium (enkel indien origineel), behalve
zoals bepaald in Art. 5.2.1 van dit reglement.
L’utilisation de matériau composite est autorisée dans les limites
du règlement.
Het gebruik van composietmaterialen is toegelaten binnen de
limieten van die technisch reglement.
Le matériau de substitution au matériau d’origine utilisé pour les
pièces de carrosserie (les capots de coffre et de compartiment
moteur, les pare-chocs, les portières et les ailes) est limité à la
fibre de verre, mais lorsqu’un élément est remplacé, il devra être
fixé d’une manière au moins aussi solide que par la méthode
d’origine.
Het
gebruikte
materiaal
ter
vervanging
van
de
koetswerkelementen (deksel voor koffer en motorcompartiment,
bumpers, deuren en vleugels) is beperkt tot glasvezel, maar indien
een element wordt vervangen, moet het op een minstens even
stevige manier zijn vastgemaakt als origineel.
Les dimensions et fonctions des portières doivent se conformer à
ceux d’origine. Lorsqu’une portière est remplacée par une
portière en fibre de verre, l’armature de sécurité doit être
équipée au minimum d’une protection latérale en ‘X’ (dessin 2539) conforme aux prescriptions de l’article 253-8 de la FIA, en cours
de validité.
De afmetingen en functies van de deuren van de wagens moeten
origineel blijven. Indien een deur vervangen wordt door een deur
in glasvezel, moet de veiligheidskooi minstens uitgerust worden
met een laterale bescherming ‘X’ (tekening 253-9) conform aan
de geldende FIA voorschriften van Artikel 253-8.
2.10
2.10
Télémétrie
Telemetrie
Toute forme de transmission de données à partir du véhicule en
mouvement est interdite à l’exception d’une communication
radio à deux voies.
Elke vorm van gegevenstransmissie vertrekkende van een wagen
in beweging is verboden, met uitzondering van een heen en weer
radiocommunicatie.
Des générateurs de pulsion donnant de l’information concernant
le chronométrage sont autorisés, à condition que ces générateurs
soient des éléments séparés n’ayant aucune connexion avec le
contrôle du moteur.
Pulsgeneratoren die gegevens vrijgeeft voor de tijdswaarneming
zijn toegestaan, op voorwaarde dat deze generator afzonderlijke
eenheden zijn en geen verbinding hebben met de controleeenheid van de motor.
2.11
2.11
Electronique
Un système de contrôle de motricité est interdit.
Een tractiecontrolesysteem is verboden.
ART. 3 - CARROSSERIE ET DIMENSIONS EXTERIEURES
3.1
Dimensions
Elektronica
ART. 3 - KOETSWERK EN EXTERNE AFMETINGEN
3.1
Afmetingen
La longueur maximale doit respecter la longueur du véhicule de
route, à plus ou moins 5 cm.
De maximumlengte moet gelijk zijn aan de lengte van het
seriemodel, met een toegestane afwijking van 5 cm.
La largeur de la carrosserie des voitures de Tourisme ou GT au
niveau des passages de roues avant et arrière peut être
augmentée dans le respect de l’article 3.5.1 de ce règlement.
De breedte van het koetswerk van de toerisme wagens of GT ter
hoogte van de voor en achter wielkasten mag verbreed worden
op voorwaarde dat ze beantwoorden aan het artikel 3.5.1. van dit
reglement.
3.2
3.2
Portières (voitures de Tourisme)
Deuren (Toerisme wagens)
Les dimensions et fonctions des portières doivent se conformer à
ceux d’origine. Si les protections latérale sont retirées, l’armature
de sécurité doit être équipée au minimum d’une protection
latérale en ‘X’ (dessin 253-9) conforme aux prescriptions de
l’article 253-8 de la FIA, en cours de validité.
De afmetingen en functie van de deuren van de wagen moeten
origineel blijven. Indien de laterale beschermingen verwijderd
worden, moet de veiligheidskooi minstens uitgerust worden met
een laterale bescherming ‘X’ (tekening 253-9) conform aan de
geldende FIA voorschriften van Artikel 253-8.
Les garnissages des portes ne peuvent être supprimés. Ceux-ci
peuvent être d'origine ou réalisés en feuille de métal d'une
épaisseur minimale de 0,5 mm ou en fibre de carbone d'une
épaisseur minimale de 1 mm ou un autre matériau solide d'une
épaisseur minimale de 2 mm.
De binnenbekleding van de deuren mag niet worden
weggenomen. Deze mag origineel blijven of gemaakt zijn van
metaalplaten met een minimale dikte van 0,5 mm, van
koolstofvezel met een minimale dikte van 1 mm of een ander
stevig materiaal met een minimale dikte van 2 mm.
Il faut pouvoir ouvrir les portières avant sans outils tant de
De voordeuren moeten kunnen geopend worden zonder gebruik
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
5
RACB Sport
l’intérieur que de l’extérieur.
van gereedschap en dit zowel van binnenuit als langs buiten.
Pendant toute la durée de l’épreuve, les portières doivent rester à
leur place originale.
De deuren moeten gedurende de hele duur van de meeting
aanwezig zijn op hun oorspronkelijke plaats.
3.3
3.3
Pare-brise et fenêtres/vitres
Voorruit en vensters/ruiten
Un pare-brise constitué d’une seule pièce de verre feuilleté,
homologué pour les voitures de route, est obligatoire. Le parebrise d’origine peut être remplacé par un pare-brise en verre
feuilleté de mêmes dimensions et forme, doté d’un équipement
de désembuage incorporé.
Een eendelige voorruit in gelaagd glas, gehomologeerd voor
weggebruik, is verplicht. De originele voorruit mag worden
vervangen door een voorruit van gelaagd glas met dezelfde vorm
en afmetingen en voorzien van een geïntegreerd ontwasemingssysteem.
Un pare-brise constitué d’une seule pièce en polycarbonate est
également autorisé.
Een eendelige voorruit in policarbonaat wordt ook aanvaard.
L’épaisseur du pare-brise en polycarbonate doit être de 6 mm au
minimum.
De dikte van de voorruit in policarbonaat moet minstens 6 mm
zijn.
L’épaisseur du pare-brise en verre feuilleté doit être de 4,5 mm au
minimum.
De dikte van een gelaagde voorruit moet minstens 4,5 mm
bedragen.
Des fixations de sécurité peuvent être montées sous réserve
qu’elles n’améliorent pas les qualités aérodynamiques du
véhicule.
Veiligheidsbevestigingen mogen worden aangebracht op
voorwaarde dat ze de aerodynamische kwaliteiten van de wagen
niet verbeteren.
Il est permis d’ajouter un maximum de 4 films translucides sur la
face extérieure du pare-brise afin de le protéger.
Het is toegelaten om maximum vier doorzichtige films op de
buitenzijde van de voorruit aan te brengen met de bedoeling deze
te beschermen.
Les fenêtres arrière et latérales peuvent être remplacées par du
polycarbonate de 3 mm d’épaisseur minimum.
De zij- en achterruiten mogen door policarbonaat worden
vervangen, met een minimale dikte van 3 mm.
La vue de tout côté doit être garantie. Elle doit permettre de voir
le contenu du véhicule de l’extérieur. Sur les vitres latérales avant,
rien ne peut être apposé. Les noms des pilotes, le drapeau
national des pilotes et éventuellement le sticker de leur écurie
doit être apposé sur les vitres latérales arrières du véhicule. (ou
sur toute autre partie latérale de la carrosserie) Sur la vitre
arrière, seule une bande de 8 cm peut être utilisée.
Het zicht moet naar alle zijden gevrijwaard blijven. Het zicht van
buitenaf in de wagen moet mogelijk zijn. Op de voorste zijruiten
mag niets worden aangebracht. De namen van de piloten, de
nationaliteitsvlag van de piloten en eventueel de sticker van hun
team moet op de achterste zijruiten aangebracht worden. Op de
achterruit mag alleen een band van 8 cm worden gebruikt.
Sur les vitres arrière et latérales en verre, un film de sécurité
incolore et translucide (tel que SL Lumar Safety Film/D1570) de
0,1 mm au maximum doit être fixé obligatoirement sur la face
intérieure afin de garantir une protection efficace en cas
d’éclatement. Pour les rétroviseurs, ce même film est
recommandé.
Op zij- en achterruiten uit glas moet verplicht een doorzichtige
kleurloze veiligheidsfolie (zoals SL Lumar Safety Film/D 1570) aan
de binnenzijde worden aangebracht van maximum 0,1 mm om bij
versplintering een doeltreffende bescherming te waarborgen.
Voor de buitenspiegels wordt deze film eveneens aangeraden.
Toutes les vitres latérales doivent être fermées aux ¾ pendant les
essais et la course. L’installation d’un filet de sécurité du côté du
pilote est recommandée.
Alle zijruiten dienen voor ¾ gesloten te zijn tijdens de trainingen
en de wedstrijd. Aan de zijde van de piloot is het aanbrengen van
een veiligheidsnet aangeraden.
Au cas où la vitre latérale côté pilote serait enlevée ou ouverte à
plus de ¼, le filet de sécurité est obligatoire.
In geval de zijruit aan de zijde van de piloot weggenomen wordt
of open is met meer dan ¼ is het veiligheidsnet verplicht.
L’obscurcissement de la vitre arrière (film coloré, bande
d’obscurcissement) n’est pas autorisé.
Verduistering van de achterruit (getinte folie of verduistering
strips) is verboden.
Sur le pare-brise avant et la vitre arrière, la publicité (bandeau)
éventuelle de l’organisateur-promoteur doit être apposée. Une
miniature du numéro de course (coin supérieur droit et d’une
hauteur de 100 mm) peut être apposée.
Op de voorruit en de achterruit moeten de door de promotor
verplichte publiciteit (band) aangebracht worden. Een verkleind
wedstrijdnummer (hoek uiterst rechts met een hoogte van 100
mm) mag aangebracht worden.
Ventilation de l’habitacle
Cockpitventilatie
Afin d’extraire l’air de l’habitacle, les vitres latérales et arrière
peuvent comporter des trous circulaires de diamètre maximum
de 60 mm chacun.
Met als doel de cockpit te ventileren, mogen de zij- en
achterruiten ronde openingen bevatten met een maximale
diameter van 60 mm elk.
Une écope peut être installée sur chaque vitre de porte si elle
respecte les points suivants :
Een ventilatieopening mag op elk deurvenster gemonteerd
worden, indien deze voldoet aan het volgende:
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
6
RACB Sport
• elle ne doit pas dépasser du périmètre de la vitre, avoir
une hauteur maximum de 150 mm et ne doit pas faire
saillie de plus de 50 mm par rapport à la surface de la
vitre;
• elle doit être réalisée dans le même matériau que la vitre
ou en polycarbonate translucide ;
• elle ne doit pas perturber la rétro-vision du pilote.
• deze mag de omtrek van het venster niet overschrijden,
heeft een maximum hoogte van 150 mm en mag niet meer
dan 50 mm van het vensteroppervlak uitsteken.
Des canalisations d'air alimentées par les écopes sont autorisées à
l'intérieur de l'habitacle à condition de ne dégrader ni la visibilité
ni la sécurité du pilote.
Luchtkanalen die gevoed worden via een ventilatieopening zijn
toegelaten in de cockpit, op voorwaarde dat ze het zicht en de
veiligheid van de piloot niet verminderen.
Filet
Net
Il est possible de remplacer les fenêtres des portières par des
filets dont les caractéristiques doivent se conformer à la norme
FIA Art. 253-11.
De deurvensters mogen vervangen worden door een net, dat
voldoet aan de FIA norm Art. 253-11.
Ce filet doit être composé de bandes tissées d’une largeur
minimale de 19 mm (3/4”). Les mailles sont de 25 mm x 25 mm au
minimum et de 60 mm x 60 mm au maximum. Les bandes tissées
doivent être en matériau ignifuge et les intersections doivent être
cousues l’une à l’autre. Le filet ne peut pas avoir un caractère
provisoire.
Dit net moet bestaan uit weefstroken met een minimale breedte
van 19 mm (3/4”). De maasgrootte is minimaal 25 mm x 25 mm
en maximaal 60 mm x 60 mm. De weefstroken moeten uit
brandwerend materiaal zijn en de kruisingspunten dienen aan
elkaar vastgenaaid te zijn. Het net mag geen voorlopig karakter
hebben.
Le filet doit être fixé à l’armature de sécurité ou à une partie fixe
de la carrosserie au-dessus de la fenêtre des portes avant, au
moyen d’attaches rapides, qui fonctionnent également si le
véhicule se retourne. Il faut pouvoir détacher le filet à l’aide d’une
seule main. Un système à bouton-poussoir est autorisé à
condition qu’il corresponde aux prescriptions de cet article.
Het net moet bevestigd worden aan de veiligheidskooi of aan een
vast gedeelte van het koetswerk, boven het deurvenster, d.m.v.
een snel sluiting welke ook functioneert wanneer de wagen een
koprol maakt. Het moet mogelijk zijn het net met slechts één
hand los te maken. Een systeem met een drukknop is toegestaan,
op voorwaarde dat dit overeenstemt met de voorschriften van dit
artikel.
Les boutons poussoirs doivent être visibles de l’extérieur, être de
couleur tranchante et comporter la mention “PRESS”. Pour la
fixation du filet à l’armature de sécurité, seules des connexions
vissées sont autorisées. Toute modification à l’armature de
sécurité est interdite.
De drukknoppen moeten aan de buitenkant zichtbaar zijn. Een
opvallende kleur en de vermelding “PRESS” zijn verplicht. Voor de
netbevestiging aan de veiligheidskooi zijn slechts schroefbare
verbindingen toegestaan. Iedere verandering aan de
veiligheidskooi zelf is niet toegestaan.
3.4
3.4
Carrosserie
• deze moet vervaardigd zijn uit hetzelfde materiaal als het
venster of in doorschijnend policarbonaat.
• deze mag het zicht naar achter van de piloot niet
belemmeren.
Koetswerk
Carrosserie : toutes les parties entièrement suspendues du
véhicule, léchées par les filets d’air extérieurs à l’exception des
parties incontestablement associées au fonctionnement
mécanique du moteur, de la transmission et du train roulant.
Toute prise d’air sera considérée comme faisant partie de la
carrosserie.
Koetswerk: alle volledig opgehangen delen van de wagen, die
worden aangeraakt door de luchtstroom langs de buitenkant, met
uitzondering van de gedeelten die zonder enige twijfel te maken
hebben met de mechanische werking van de motor, de
transmissie en de ophanging. Iedere luchtinlaat wordt beschouwd
als deel uitmakend van het koetswerk.
Le châssis ne peut en aucun cas être modifié et doit conserver son
positionnement d’origine par rapport à l’empattement. Excepté
pour le montage d’une armature de sécurité, des modifications à
la coque sont autorisées, et ce dans le respect du règlement sur
l’armature de sécurité, Art. 15.1. de ce règlement.
Het chassis mag in geen geval worden gewijzigd en moet in
vergelijking met de wielbasis zijn oorspronkelijke positie
behouden. Uitsluitend voor de montage van een veiligheidskooi
zijn wijzigingen aan de kas toegelaten, op voorwaarde dat ze
beantwoorden aan het reglement inzake veiligheidskooien, Art
15.1.
Les pièces de carrosserie doivent, à tout moment de l’utilisation
normale du véhicule sur le circuit, rester en place.
De koetswerkonderdelen moeten op ieder moment, tijdens het
gebruik van de wagen op het circuit, op zijn plaats blijven zitten.
L’habitacle doit être conçu de telle sorte que le pilote assis en
position de conduite normale puisse en sortir en 7 secondes par
l’ouverture côté pilote, et en 9 secondes par l’ouverture côté
passager
De cockpit moet zo ontworpen worden dat de in normale
stuurpositie zittende piloot er binnen de 7 seconden uit raakt
langs de opening aan de pilootzijde en binnen de 9 seconden
langs de opening aan de passagierszijde.
Aucune partie du véhicule, ou des éléments suspendus du
véhicule, ne doit se trouver à moins de 55 mm - du sol et aucune
partie de la voiture ne doit toucher le sol quand tous les
pneumatiques situés d’un même côté sont dégonflés.
Geen enkel deel van de wagen, of elementen die aan de wagen
hangen, mogen zich op minder dan 55 mm van de grond bevinden
en geen enkel deel van de wagen mag de grond raken wanneer
alle banden aan een zelfde zijde leeg zijn.
Le contrôle des 55 mm minimum sera effectué par le passage
De controle van de 55 mm zal gebeuren door een kaliber, die
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
7
RACB Sport
d’une cale sous le véhicule, sur une surface de référence
déterminée et délimitée dans la zone de contrôle technique, et
pourra être effectué pilote à bord et immédiatement avant ou
après le roulage du véhicule sur la piste. Cette mesure pourra être
effectuée à tout moment pendant l’épreuve.
onder de wagen wordt geschoven, op een vlakke referentie
bodem in een goed bepaald en afgebakende zone van de
technische controle, en kan worden gedaan met de piloot aan
boord meteen voor of nadat de wagen zich op het circuit
begeeft/begaf. Deze meting kan op om het even welk moment
tijdens de meeting gebeuren.
Le contrôle en dégonflant les pneus sera également effectué sur
la surface de référence dans les conditions de course pilote à
bord.
De controle met leeggelopen banden zal eveneens gebeuren op
de referentie bodem in wedstrijd omstandigheden met piloot aan
boord.
Avant le début d’une épreuve, les commissaires techniques
détermineront l’emplacement du contrôle de hauteur de caisse. Il
appartient au concurrent de s’informer du lieu de cet
emplacement.
Voor het begin van de meeting beslissen de technische
commissarissen waar de controle voor de bodemspeling wordt
opgesteld. De deelnemer moet zelf vragen naar de plaats van de
controle.
Le concurrent aura la possibilité, dans les créneaux horaires
définis par les organisateurs, de s’assurer de la conformité de son
véhicule en utilisant les moyens de contrôle officiels, à
l’emplacement du contrôle officiel.
De deelnemer krijgt de gelegenheid, binnen een tijdspanne die
door de organisatoren wordt bepaald, om zich te vergewissen van
de conformiteit van zijn wagen door de officiële controlemiddelen
te gebruiken, op de plaats waar de officiële controle gebeurd.
Aucun système permettant de changer cette garde au sol pendant
que le véhicule est en mouvement n’est autorisé.
Er is geen enkel systeem toegelaten dat de bodemspeling kan
veranderen terwijl de wagen in beweging is.
3.4.1 Fond “plat”
3.4.1
L’emploi d’un fond plat est autorisé :
Het gebruik van een vlakke bodem is toegelaten:
- soit en suivant les spécifications techniques ci-dessous
- soit en étant homologué pour cette voiture
- soit en achetant un kit commercialisé à cet effet par le
constructeur de la voiture d’origine ou par une société
représentant officiellement le constructeur de la voiture
d’origine.
“Platte” bodem
- ofwel door onderstaande technische specificaties te
volgen,
- ofwel wanneer dit reeds voor de wagen gehomologeerd is,
- ofwel door een kit te kopen aangeboden door de originele
fabrikant van de wagen of bij een maatschappij die
officieel de originele fabrikant van de wagen
vertegenwoordigt.
Le matériau du fond plat est uniquement constitué de bois
contreplaqué marine ou contreplaqué backélisé d’une épaisseur
minimum de 4 mm.
Hij bestaat uitsluitend uit multiplex hout of betonplex met een
minimale dikte van 4 mm.
Si un fond plat est installé, il doit intégralement répondre à la
description qui suit. S’il n’est pas installé, la partie inférieure du
véhicule ne peut pas être modifiée et elle devra rester identique à
celle d’une voiture de route, à l’exception des ouvertures, qui
sont prévues pour le refroidissement des composants
mécaniques.
Indien een vlakke bodem geplaatst wordt, moet deze integraal
voldoen aan onderstaande beschrijving. Indien hij niet geplaatst
wordt, mag de onderzijde van de wagen niet gewijzigd worden en
moet identiek blijven aan deze van een voor het wegverkeer
ingeschreven exemplaar, met uitzondering van de openingen,
welke enkel de koeling van mechanische onderdelen tot doel
hebben.
Le fond plat ne peut pas être visible, en projection verticale vue
de dessus.
De vlakke bodem mag niet zichtbaar zijn in verticale projectie in
bovenaanzicht.
Les « jupes » sont interdites. Tous les dispositif ou construction
conçues pour combler totalement ou partiellement l’espace
compris entre les parties suspendues de la voiture et le sol sont
interdits en toute circonstance.
De ‘Skirts’ zijn verboden. Elk dispositief of constructie gebouwd
om volledig of gedeeltelijk de ruimte begrepen tussen de
ophangende delen van de wagen en de grond op te vullen, is
onder alle omstandigheden verboden.
Entre le plan vertical et transversal tangent à l’avant des roues
avant complètes et au minimum l’axe des roues arrières, toutes
les parties de la carrosserie directement visibles du dessous de la
voiture, à l’exception des passages de roues et des tunnels pour
échappement devront s’inscrire dans un plan. Ce plan, dénommé
Fond plat ou Surface de Référence doit être une surface uniforme,
solide, dure, rigide (aucun degré de liberté par rapport à l’unité
châssis/carrosserie).
Tussen het verticale en dwarse vlak gevormd aan de voorzijde van
de volledige voorste wielen en minstens de as van de achterste
wielen, dienen alle koetswerkonderdelen die direct zichtbaar zijn
aan de onderkant van de wagen, met uitzondering van de
wielkasten en de tunnels voor de uitlaat, beschreven te worden in
een plan. Dit plan, genoemd Vlakke Bodem of ReferentieOppervlak, dient een uniform, solide, hard en onbuigzaam
oppervlak te zijn (geen enkele graad van vrijheid ten opzichte van
de eenheid chassis/koetswerk).
La périphérie de la surface engendrée par ces parties peut être
arrondie vers le haut avec un rayon maximal de 25 mm. Pour
aider à surmonter d’éventuelles difficultés de fabrication, une
tolérance de +/- 5 mm est permise sur cette surface.
De omtrek van het door deze delen beschreven oppervlak mag
naar boven worden afgerond in een straal van maximaal 25mm.
Om eventuele fabricatiemoeilijkheden te verhelpen is een
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
8
RACB Sport
Aucune partie suspendue de la voiture n’est permise en dessous
du Fond plat, et aucun filet d’air ne pourra passer au-dessus.
Aucun flux d’air ayant un effet aérodynamique n’est autorisé
entre la carrosserie et le fond plat. Les flux d’air canalisés vers les
entrées d’air ou évacués par les sorties d’air et circulant au-dessus
d’une partie quelconque du fond plat ne doivent pas permettre
d’obtenir une portance positive ou négative.
La partie du fond plat située entre l’axe des roues avant et le plan
vertical et transversal tangent à l’avant des roues avant complètes
doit avoir une largeur minimale de 1000 mm.
tolerantie van +/- 5 mm. aan dit oppervlak toegelaten.
Geen enkel hangend deel van de wagen is toegelaten onder de
vlakke bodem, en geen enkele luchtstroom mag hierover lopen.
Geen enkele luchtstroom die een aerodynamisch effect heeft, is
toegelaten tussen het koetswerk en de vlakke bodem. De
gekanaliseerde luchtstromen naar de luchtinlaten of vanaf de
luchtuitlaten die boven gelijk welk deel van de vlakke bodem
lopen mogen niet toelaten om een positieve of negatieve
luchtdruk te verwerven.
Het deel van de vlakke bodem tussen de as van de voorwielen en
het verticale en dwarse vlak gevormd aan de voorzijde van de
volledige voorste wielen dient een minimale breedte van
1000mm te hebben.
3.4.2 Diffuseur arrière
3.4.2 Achterste Diffuser
L’emploi d’un diffuseur arrière est autorisé :
Het gebruik van een « rear diffuser » is vrij:
- soit en suivant les spécifications techniques ci-dessous
- soit en étant homologué pour cette voiture
- soit en achetant un kit commercialisé à cet effet par le
constructeur de la voiture d’origine ou par une société
représentant officiellement le constructeur de la voiture
d’origine.
- ofwel volgens onderstaande technische specificaties
- ofwel als het gehomologeerd werd voor de wagen
- ofwel door een kit te kopen bij de originele fabrikant van
de wagen of bij een maatschappij die officieel de originele
fabrikant van de wagen vertegenwoordigt.
L’installation d’un panneau plan incliné en arrière du fond plat est
autorisée :
De installatie van een hellend vlak aan het einde van de vlakke
bodem aan te brengen is toegelaten:
• Entre les plans verticaux formés par les faces intérieures
des roues arrières.
• Entre l’extrémité arrière du fond plat et le plan vertical
tangent à l’élément de carrosserie le plus en arrière.
• Tussen de verticale vlakken gevormd door de binnenzijde
van de achterwielen.
• Tussen het achterste punt van de vlakke bodem en het
verticaal vlak gevormd door het uiterste punt van het
koetswerk.
Aucune partie de ce diffuseur n’est permise à plus de 215 mm du
rapport au sol.
Geen enkel deel van de diffuser is toegestaan op meer dan 215
mm van de grond.
Les ailettes verticales plates sont permises si elles sont parallèles
à l’axe longitudinal du véhicule.
Verticale vlakke vinnen zijn toegestaan op voorwaarde dat deze
parallel blijven aan de longitudinale centerlijn van de wagen.
Une équerre installée sur le diffuseur de maximum 10 mm est
autorisée.
Een haakse vluchtboord (gurney) geïnstalleerd op de diffuser van
max 10 mm is toegelaten.
Toute modification du bouclier arrière est interdite
Elke wijziging aan de achterbumper is verboden.
3.4.3 Plaque de fond frontale
3.4.3
L’emploi d’une plaque de fond frontale est autorisé :
Het gebruik van een voorste bodempaneel is toegelaten:
Voorste bodempaneel
- soit en suivant les spécifications techniques ci-dessous
- soit en étant homologué pour cette voiture
- soit en achetant un kit commercialisé à cet effet par le
constructeur de la voiture d’origine ou par une société
représentant officiellement le constructeur de la voiture
d’origine.
- ofwel volgens onderstaande technische specificaties
- ofwel als het gehomologeerd werd voor de wagen
- ofwel door een kit te kopen aangeboden door de originele
fabrikant van de wagen of door een maatschappij die
officieel de originele fabrikant van de wagen
vertegenwoordigt.
L’ajout d’une plaque de fond entre le pare-chocs avant et le plan
vertical tangent à l’avant des roues avant complètes est autorisé,
pourvu qu’elle soit composée uniquement d’une surface plane ou
soit homologuée.
Het is toegestaan om tussen de voorste bumper en het verticaal
vlak rakend aan de voorkant van de volledige voorste wielen een
bodempaneel toe te voegen op voorwaarde dat deze vlak of
gehomologeerd is.
Le porte à faux avant d’origine peut-être augmenté par l’ajout
d’un spoiler (épaisseur maximum de 30 mm).
De originele voorste overhang mag vergroot worden door het
toevoegen van een spoiler (dikte max. 30 mm).
Le spoiler doit s’inscrire en tous points à l’intérieur du gabarit B
défini dans le dessin ci-dessous, et respecter le gabarit A.
De spoiler moet binnen de mal B vallen, die voorgeschreven
wordt door de tekening hieronder, en de mal A respecteren.
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
9
RACB Sport
Gabarit A / Mal A
R 350 mm
R 2000 mm
Gabarit A déflecteur
Mal A deflector
Gabarit B / Mal B
Lorsque le gabarit A est en contact avec au moins un point de
carrosserie situé à maximum 25 cm de l’axe longitudinal du
véhicule sur sa surface A et avec le spoiler sur la totalité de sa
surface B, cette partie du spoiler ne peut toucher aucun point de
la surface C (dimensions en mm).
Indien mal A in contact komt met minstens een punt van het
koetswerk, op maximaal 25 cm van de lengte as van de wagen
op haar oppervlakte A, en met de totale oppervlakte B op de
spoiler, dan mag de spoiler in deze zone geen enkel punt van
oppervlakte C raken (afmetingen in mm).
Toute modification à la forme originale du pare-chocs avant ne
peut avoir pour but d’augmenter la longueur du spoiler.
Iedere wijziging aan de originele vorm van de voorbumper mag
niet tot doel hebben de lengte van de spoiler te vergroten.
Les tirants sont autorisés mais doivent être démontables pour tout
contrôle technique
Trekstangen zijn toegelaten, maar het moet mogelijk zijn deze te
demonteren voor iedere technische controle.
3.4.4 Structure de la carrosserie
3.4.4 Structuur van het koetswerk
Sauf en ce qui concerne la moitié inférieure des roues complètes,
la carrosserie doit recouvrir tous les éléments mécaniques en
projection verticale vue du dessus.
Met uitzondering van de onderste helft van de volledige wielen,
moet het koetswerk in een verticale projectie en langs boven
gezien, alle mechanische componenten bedekken.
En projection latérale et vers l’avant, aucune partie d’une prise
d’air ne peut se trouver avant le point le plus haut du pare-brise.
In zijdelingse projectie en naar de voorzijde toe, mag geen enkel
deel van een luchtinlaat zich voorbij het hoogste punt van de
voorruit bevinden.
En aucun point, le véhicule ne peut présenter des parties saillantes
ou des coins ou bords aigus. Toutes les parties de la carrosserie, y
compris toute partie exerçant une influence aérodynamique,
doivent être rigidement et solidement fixées à la partie
entièrement suspendue (ensemble châssis/carrosserie), ne
disposer d’aucun degré de liberté et rester immobiles par rapport
à cette partie lorsque le véhicule se déplace.
Les fermetures d’origine de capot et de coffre doivent être
Nergens mag de wagen uitstekende delen, scherpe hoeken of
kanten vertonen. Elk deel van het koetswerk, met inbegrip van
de aerodynamische hulpmiddelen, moet stevig aan het
opgehangen gedeelte (chassis/koetswerk) van de wagen worden
bevestigd, mag geen enkele graad van vrijheid hebben, en blijft
onbeweegbaar ten opzichte van dit onderdeel, wanneer de
wagen in beweging is.
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
10
RACB Sport
enlevées et remplacées par minimum deux fermetures de sécurité
à goupille.
Si les charnières originales du capot sont maintenues, il suffit
d’installer des fermetures de sécurité dans les deux autres coins. Si
les charnières originales du capot et/ou du coffre ne sont pas
maintenues, il faudra les équiper de fermetures de sécurité aux
quatre coins. Toutes les fermetures de sécurité doivent être
clairement indiquées par des flèches de couleur contrastée.
Dans le voisinage des conduites de ravitaillement, les joints entre
les éléments de carrosserie seront conçus de manière à éviter
toute fuite de carburant à l’intérieur du compartiment moteur et
de l’habitacle.
De originele sluitingen van de motorkap en kofferdeksel moeten
verwijderd worden en vervangen door minimum twee
veiligheidssluitingen met pin
Indien de originele scharnieren van de motorkap behouden
worden, volstaat het in de twee andere hoeken
veiligheidssluitingen te plaatsen. Indien de originele scharnieren
van motorkap en/of kofferdeksel niet behouden worden, dient
zij op de vier hoeken voorzien te zijn van veiligheidssluitingen.
Alle veiligheidssluitingen moeten duidelijk met contrasterend
gekleurde pijlen worden aangeduid.
Alle koetswerkdichtingen in de omgeving van de
benzineconnecties, moeten zodanig ontworpen worden dat
lekkage van benzine naar het motorcompartiment of de cockpit
vermeden wordt.
3.5
Modifications supplémentaires à la carrosserie et au
châssis
3.5
Aanvullende wijzigingen aan koetswerk en chassis
3.5.1 Largeur maximale
3.5.1 Maximumbreedte
La largeur de la carrosserie des voitures de Tourisme ou GT au
niveau des passages de roues avant et arrière peut être
augmentée de 50 mm au maximum de chaque côté par rapport à
la voiture d’origine.
De breedte van het koetswerk, van de Toerisme wagens en GT’s
, ter hoogte van de voorste en achterste wieldoorgangen mag
aan elke zijde maximum met 50 mm worden verbreed.
Si toutefois le constructeur de la voiture d’origine, ou une société
représentant officiellement le constructeur de la voiture,
commercialise un kit à cet effet, la limite sera portée à maximum
100 mm de chaque côté par rapport à la voiture d’origine sous
réserve d’acceptation par le RACB sur base d’un dossier technique
concernant ce kit.
Indien de fabrikant of een maatschappij die de fabrikant officieel
vertegenwoordigt een kit zou verkopen die hiervoor dient, zal de
maximum limiet tot 100 mm van beide kanten gebracht worden,
dit onder voorbehoud van de toelating van RACB op basis van
het technische dossier van dit kit.
Dans tous les cas, la largeur totale du véhicule ainsi modifiée ne
peut pas dépasser les 2000 mm, à l’exception des véhicules pour
lesquels une voiture de route dépasse cette largeur. Dans ce cas,
la largeur originale doit être maintenue.
De totale breedte van de wagen mag de 2000 mm niet
overschrijden, uitgezonderd voor wagens waarvan een voor het
wegverkeer ingeschreven exemplaar deze breedte overschrijdt,
in welk geval die originele breedte behouden moet blijven.
3.5.2 Aileron arrière
3.5.2 Achtervleugel
Généralités
Algemeenheden
L’aileron ne peut avoir plus d’une section (aerofoil section), pas de
biplan ou de "flap".
De vleugel mag slechts bestaan uit één vlak (aerofoil section).
Twee vlakken of “flaps” zijn verboden.
Une équerre de bord de fuite (gurney) rigide est autorisée, mais
aucun flux d’air ne doit passer entre la surface de l’aileron et
l’équerre de bord de fuite. L’équerre doit avoir une hauteur de 25
mm maximum perpendiculaire au plan défini par le dessus de
l’aileron et être fixée solidement sur toute la longueur de l’aileron
si elle ne fait pas partie intégrante de l’aile.
Een stevige haakse vluchtboord (gurney) is toegestaan, maar er
mag geen luchtstroom tussen deze en het vleugeloppervlak zijn.
De vluchtboord mag een maximumhoogte van 25 mm hebben,
gemeten loodrecht op het vlak gevormd door de vleugel, en
moet over zijn totale lengte stevig bevestigd worden, als deze
niet integraal deel uitmaakt van de vleugel.
Dimensions
Afmetingen
L’aileron (plaques de garde comprises) doit s’inscrire dans un
volume dont les dimensions maximales sont de 520 mm (sens
longitudinal et horizontal) x 150 mm (hauteur) x 1650 mm (sens
transversal).
De vleugel (inclusief eindplaten) moet passen in een volume met
maximumafmetingen 520 mm (longitudinaal en horizontaal) x
150 mm (hoogte) x 1650mm (transversaal)
La longueur de la corde de la section de l’aile doit être de 400 mm
maximum.
De lengte van de koorde van de vleugeldoorsnede mag
maximum 400 mm zijn.
Supports d’aileron verticaux
Verticale vleugelsteunen
Les supports d’aileron verticaux doivent avoir des surfaces planes
et parallèles au plan vertical passant par l’axe longitudinal du
véhicule. Ils doivent être distants d’au moins 100 mm des plaques
de garde et être en matériau métallique (fixations incluses).
Hun oppervlakte moet vlak en parallel zijn aan de longitudinale
centerlijn van de wagen. Ze moeten minstens 100 mm
verwijderd zijn van de eindplaten en ze moeten gemaakt worden
uit metaal (inclusief de bevestiging).
Les bords d’attaque peuvent être arrondis (rayon constant) et les
bords de fuite (partie arrière) peuvent être biseautés sur 20 mm
De voorste zijde mag afgerond worden(met constante radius) en
de achterste zijde mag maximaal over 20 mm schuin geslepen
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
11
RACB Sport
maximum.
worden.
Plaques de garde
Eindplaten
Les plaques de garde doivent avoir des surfaces planes et
parallèles au plan vertical passant par l’axe longitudinal du
véhicule et avoir une épaisseur de 10 mm minimum, comporter
des bords arrondis de rayon d’un minimum de 5 mm constant sauf
homologation spécifique approuvé par le RACB Sport.
Hun oppervlakte moet vlak en parallel zijn aan de longitudinale
centerlijn van de wagen en hun dikte moet minimaal 10 mm
bedragen. De boord moet afgerond worden met een constante
radius van minimaal 5 mm behalve specifieke homologatie
goedgekeurd door RACB Sport
Le montage d’un aileron arrière est permis. L’aileron complet ne
doit pas constituer le point le plus élevé de la carrosserie (Gurney
compris), sauf s’il est d’origine sur le modèle ou possède une
homologation pour cette voiture. L’aileron ne doit pas être en
arrière du point le plus reculé du véhicule. Toute modification ou
extension de carrosserie dont l’objet est de déplacer l’aileron vers
l’arrière est interdite.
De volledige vleugeleenheid mag niet het hoogste punt van het
koetswerk (Gurney inbegrepen) vormen, behalve indien
origineel of binnen een homologatie voor deze wagen valt. De
achtervleugel mag zich niet voorbij het achterste punt van de
wagen bevinden. Elke verandering of uitbreiding van het
koetswerk om de vleugel naar achter te plaatsen is verboden.
3.5.3 Pare-chocs
3.5.3 Bumpers
Les pare-chocs avant et arrière ne peuvent pas être enlevés ou
renforcés et doivent rester en place pendant toute la durée de
l’épreuve. En projection verticale vue du dessus, la forme des
pare-chocs avant et arrière doit avoir le même profil qu’à l’origine.
Aucune partie d’un pare-chocs ne peut se trouver en dehors de
cette forme, sauf si elle est homologuée comme telle par la FIA ou
le RACB Sport.
De voor- en achterbumpers mogen niet verwijderd of verstevigd
worden en moeten gedurende de hele duur van de meeting
aanwezig zijn. In verticale projectie, gezien van boven, moet de
vorm van de bumper vooraan en achteraan, hetzelfde profiel
hebben als de originele versie. Geen enkel deel van de bumper
mag zich buiten deze vorm bevinden, behalve indien deze zo
gehomologeerd werd door de FIA of RACB Sport
Il est permis d’obturer les orifices laissés libres par le non montage
des phares additionnels.
Het is toegelaten om de openingen, wegens het niet monteren
van de additionele lichten, te dichten.
ART. 4 – POIDS
ART. 4 - GEWICHT
4.1
Poids minimal
Le poids minimal du véhicule – c’est-à-dire le poids du véhicule à
tout moment de l’épreuve, sans le pilote et son équipement, le
réservoir de carburant vide, les différents réservoirs de liquide à
leurs niveaux normaux.
4.1
Het minimumgewicht van de wagen – dit is het gewicht van de
wagen op eender welk ogenblik van de meeting, zonder de
piloot en zijn uitrusting, de brandstoftank leeg en de tanks van
de verschillende vloeistoffen op hun normaal peil.
• Classe A :
o Jusqu’à 1000 cc : 670 kg
o De 1001 à 1400 cc : 760 kg
o De 1401 à 1600 cc : 850 kg
• Classe B :
o De 1601 à 2000 cc : 930 kg
• Classe A16T :
o De 1501 à 1650 Turbo : 1070 kg
• Classe D :
o De 2001 à 2500 cc : 1030 kg
• Classe E :
o De 2501 à 3000 cc : 1110 kg
• Classe F :
o De 3001 à 3500 cc 1200 kg
4.2
Lest
Minimumgewicht
• Klasse A :
o Tot 1000 cc : 670 kg
o Van 1001 tot 1400 cc : 760 kg
o Van 1401 tot 1600 cc : 850 kg
• Klasse B :
o Van 1601 tot 2000 cc : 930 kg
• Klasse A16T :
o Van 1501 tot 1650 Turbo : 1070 kg
• Klasse D :
o Van 2001 tot 2500 cc : 1030 kg
• Klasse E :
o Van 2501 tot 3000 cc : 1110 kg
• Klasse F :
o Van 3001 tot 3500 cc 1200 kg
4.2
Ballast
Il est permis de parfaire le poids minimum du véhicule par un ou
plusieurs lests.
Het gebruik van een of meerdere ballasten is toegestaan om de
wagen op het minimumgewicht te brengen.
Le lest sera composé de blocs solides et unitaires fixés de manière
apparente au moyen d’outils. Il doit être fixé sur le plancher de
l’habitacle à l’emplacement des passagers.
De ballast zal bestaan uit stevige blokken als een eenheid en
samen op een zichtbare manier vastgemaakt. Hij moet
vastgemaakt worden op de bodem van de cockpit aan passagiers
kant.
Le lest sera visible et plombé par les commissaires et ce à la
demande de l’équipage. Le lest sera fixé au moyen de boulons de
qualité 10.9 et d’un diamètre minimum de 10 mm. Afin d’éviter
l’arrachement du lest, une contreplaque d’un minimum de 40 cm²
De ballast moet zichtbaar zijn en verzegeld door de
commissarissen en dit op vraag van het team. De ballast zal
bevestigd worden met bouten van een kwaliteit 10.9 met een
minimale diameter van 10 mm. Teneinde het losrukken te
vermijden wordt per bevestiging een verstevigingsplaats van
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
12
RACB Sport
et de 3 mm d’épaisseur par fixation sera apposée sous le plancher.
minimum 40 cm² en 3 mm dikte onder de bodem aangebracht.
Tout système de lest mobile quand le véhicule se déplace est
interdit.
Een beweegbaar ballastsysteem wanneer de wagen in beweging
is, is verboden.
4.3
4.3
Pesage
Weging
Le poids peut être vérifié à tout moment de l’épreuve, sauf
pendant la course.
Het gewicht kan gecontroleerd worden op eender welk moment
tijdens de meeting, behalve tijdens de wedstrijd.
L’adjonction au véhicule pendant la course de quelque matériau
solide que ce soit ou le remplacement pendant la course de toute
partie du véhicule par une partie plus lourde sont interdits.
Gedurende een wedstrijd enig vast materiaal toevoegen aan de
wagen, of het vervangen gedurende de wedstrijd van eender
welk onderdeel door een zwaarder onderdeel is verboden.
ART. 5 - MOTEUR
ART. 5 - MOTOR
Pour tous les véhicules, si les règles des Art. 5.1 à 5.6 sont
respectées, le moteur et les servitudes sont libres.
Voor alle wagens, op voorwaarde dat voldaan wordt aan de
voorschriften in Art. 5.1 tot 5.6, is de motor en zijn modaliteiten
vrij.
5.1
5.1
Type et position du moteur
Type en positie van de motor
La marque et la position du moteur doivent rester d’origine.
Het merk en de positie van de motor moeten zoals origineel
blijven.
Un moteur de substitution peut être monté pour autant qu’il soit
de la même marque, à la même position que celui d’origine et
d’un nombre de cylindres inférieur ou égal à celui monté sur le
modèle homologué sur route.
Het is toegelaten om de motor van een wagen te vervangen
door een motor van hetzelfde merk en in dezelfde positie als
origineel, met hetzelfde aantal of minder cilinders als deze voor
de baan gehomologeerd.
L’ajout d’un système de suralimentation est interdit
Het toevoegen van een drukvullingsysteem is verboden.
Les moteurs du FIA groupe C, FIA groupe GT1, GT2, GT3, FIA
groupe Sports Cars, les Deutsche Tourenwagen Meisterschaft et
les moteurs de cylindrée 1,6 Turbo utilisés en WTCC et WRC ou
des classes équivalentes/similaires dans d’autres disciplines, où
que ce soit dans le monde, ne pourront pas être utilisés.
Motoren uit de FIA groep C, de FIA groep GT1, GT2, GT3, de FIA
groep Sportscars en de Deutsche Tourenwagen Meisterschaft en
de motoren met cilinderinhoud 1.6 Turbo gebruikt in WTCC en
WRC of daarmee gelijk te stellen klassen in andere disciplines
waar ook ter wereld, komen hiervoor niet in aanmerking.
Le moteur doit être logé dans son compartiment original.
De motor moet in het originele motorcompartiment zijn
ingebouwd.
La marque du moteur et l’origine du moteur seront indiquées dans
les données reprises sur le passeport technique du véhicule.
Het merk en de oorsprong van de motor wordt aangegeven door
de gegevens op het technische paspoort van de wagen.
5.2
5.2
Modifications du moteur
5.2.1 Matériaux
• L’emploi de magnésium et de titane est interdit, sauf s’il(s)
est (sont) utilisé(s) dans la pièce d’origine.
• L’emploi de pièces en céramique ou à revêtement en
céramique est interdit, sauf si elles sont utilisées dans la
pièce d’origine. Exception : le traitement extérieur de
l’échappement.
• L’emploi de matériaux en carbone ou en composite est
limité aux embrayages et aux couvercles ou canalisations
non sollicités.
• Toutefois, il est permis de réaliser sur les pièces des
traitements thermiques sous réserve qu’il soit toujours
possible d’établir indiscutablement l’origine de la pièce de
série.
Wijzigingen aan de motor
5.2.1 Materialen
• Het gebruik van magnesium en titanium is verboden,
tenzij het gebruikt wordt bij het originele onderdeel.
• Het gebruik van keramische of keramisch beklede
componenten is verboden, tenzij dit materiaal gebruikt
wordt bij het originele onderdeel. Uitzondering: het
uitwendig keramisch behandelen van de uitlaat.
• Het gebruik van koolstof of composietmateriaal is
beperkt tot koppelingsplaten, spanningsvrije bekledingen
en luchtgeleidingen.
• Niettemin is het toegelaten om onderdelen thermisch te
behandelen, op voorwaarde dat het mogelijk blijft om
zonder enige twijfel aan te tonen dat het onderdeel uit
een seriemodel komt.
5.2.2 Pédale d’accélérateur
5.2.2 Gaspedaal
Seul un lien mécanique direct entre la pédale d’accélérateur et le
moteur est autorisé. Si le véhicule d’origine est équipé d’un
système sans lien mécanique, ce système peut être conservé mais
pas modifié.
Alleen een direct mechanische verbinding tussen gaspedaal en
motor is toegestaan. Indien de baanversie van het voertuig
uitgerust is met een systeem zonder mechanische verbinding,
mag dit systeem behouden blijven, maar niet worden gewijzigd.
Tout autre système sans lien mécanique devra recevoir
l’approbation préalable du RACB, après l’envoi d’un dossier
descriptif des différents éléments et leur origine.
Elk ander systeem zonder mechanische verbinding zal de
voorafgaande goedkeuring van RACB moeten krijgen, na
opsturen van een beschrijvend dossier over de verschillende
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
13
RACB Sport
onderdelen en hun oorsprong.
5.2.3 Divers
5.2.3 Varia
• Dans le système d’admission, seuls les papillons sont
autorisés. Les guillotines et boisseaux sont interdits.
• In het inlaatsysteem zijn enkel smoorkleppen toegelaten.
Schuifsmoorkleppen en buissmoorkleppen zijn niet
toegelaten
• Variabele inlaatsystemen, lengte of volume, zijn
verboden.
• Het moet mogelijk zijn om het vliegwiel te identificeren
als origineel onderdeel. Het kan evenwel lichter worden
gemaakt, alsook uitgebalanceerd.
• De toebehoren voor de ontsteking zijn vrij.
• Les systèmes de longueur ou de volume d’admission
variable sont interdits.
• Il doit être possible, d’identifier le volant moteur comme
volant d’origine. Toutefois, il peut être allégé et équilibré.
• Les accessoires composant l’allumage sont libres.
5.2.4 Gestion moteur
5.2.4 Motorsturing
Le boîtier est libre. Le limiteur de régime est libre. Le boîtier ne
pourra pas inclure un système de contrôle de traction.
De stuurdoos is vrij, alsook de toerentalbegrenzer. De stuurdoos
mag geen tractiecontrolesysteem insluiten.
5.3
5.3
Moteurs atmosphériques
Atmosferische motoren
La cylindrée des moteurs atmosphériques limitée à 3500 cc sauf
pour les véhicules ayant obtenu une dérogation du RACB sport.
De cilinderinhoud van atmosferische motoren is beperkt tot
3500 cc behalve voor de wagens die een derogatie van RACB
Sport hebben gekregen .
5.4
5.4
Système de réglage du moteur suralimenté
Drukgevulde motoren
Les véhicules à moteur suralimenté ne devront être équipés
d’aucun dispositif permettant au pilote de régler ou de modifier en
roulant la pression de suralimentation ou le système de gestion
électronique contrôlant la pression de suralimentation.
Wagens met drukgevulde motoren mogen niet uitgerust zijn met
een systeem dat de piloot toelaat om, al rijdend, de drukvulling
of het elektronisch systeem dat de drukvulling regelt, aan te
passen of te veranderen.
5.5
5.5
Refroidissement
Koeling
Le système de refroidissement est libre, mais le radiateur d’eau
doit garder son emplacement d’origine.
De koeling van de motor is vrij, maar de radiator moet op zijn
originele plaats blijven.
5.6
5.6
Echappement
Uitlaat
Le système d’échappement est libre sous réserve d’être en acier
doux ou inoxydable avec une épaisseur de paroi minimale de 1
mm et doit comporter au moins un silencieux par lequel tous les
gaz d’échappement doivent passer. Les systèmes d’échappement
variables sont interdits, à l’exception d’une waste-gate pour les
moteurs suralimentés.
Het uitlaatsysteem is vrij, op voorwaarde dat het van zacht of
roestvrij staal is gemaakt met een minimale dikte van 1 mm. Hij
moet minstens één geluidsdemper hebben door dewelke alle
uitlaatgassen moeten stromen. Variabele uitlaatsystemen zijn
verboden, met uitzondering van een waste-gate voor
turbomotoren.
La sortie de l’échappement doit se situer à l’arrière du véhicule et
pas à moins de 10 mm ni à plus de 150 mm de l’arrière du contour
de la carrosserie.
Het eindstuk van de uitlaat moet zich achteraan de wagen
bevinden, niet op minder dan 10 mm en ook niet op meer dan
150 mm van de achterzijde van de omtrek van het koetswerk.
Il est recommandé que l’ensemble du système d’échappement
comprenne un ou plusieurs convertisseurs catalytiques
homologués, qui doivent fonctionner à tout moment et par
lesquels tous les gaz d’échappement doivent passer. Un point de
contrôle doit pouvoir être prévu près du convertisseur catalytique.
Er wordt aangeraden één of meer gehomologeerde
katalysatoren te verwerken in het gehele uitlaatsysteem, welke
te allen tijde moeten werken en door welke alle uitlaatgassen
moeten stromen. Een controlemogelijkheid moet voorzien zijn in
de nabijheid van de katalysator.
Le bruit généré par le véhicule ne peut pas dépasser 105 dB (A) en
mesure statique.
Lors de la mesure statique, le bruit sera mesuré à 75% du régime
maximum en utilisant un sonomètre réglé sur "A" et "Lent", placé
à un angle de 45° par rapport à la sortie du tuyau d’échappement
et à une distance de 50 cm de celui-ci.
Si le site de la compétition impose des contraintes plus
restrictives, celles-ci seront d’application et devront être précisée
dans le règlement particulier de l’épreuve
Het geluid dat door een wagen wordt geproduceerd mag de
limiet van 105 dB(A) bij een statische meting overschrijden.
Voor de statische meting zal het geluid gemeten worden op 75%
van het maximale toerental door gebruik van een sonometer op
“A” en op “Traag” geregeld, met een hoek van 45° en op een
afstand van 50 cm van het eindstuk van de uitlaatbuis.
Indien het bezocht circuit strengere limieten oplegt, zullen deze
van toepassing zijn en neergeschreven moeten worden in het
bijzonder reglement van de meeting.
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
14
RACB Sport
ART. 6 - CANALISATIONS, POMPES ET RESERVOIRS DE
CARBURANT
ART. 6 - BRANDSTOFLEIDINGEN, -POMPEN EN -TANK
A condition que les règles des Art. 6.1 à 6.7 soient respectées, le
système de carburant est libre.
Op voorwaarde, dat voldaan wordt aan de voorschriften in Art.
6.1 tot 6.7, is het brandstofsysteem vrij.
6.1
6.1
Réservoirs et pompes de carburant
Brandstoftank en -pomp
Le réservoir de carburant doit être placé à l’emplacement
d’origine ou dans le compartiment à bagages. Il doit être séparé
du pilote et du compartiment moteur par une cloison pare-feu
étanche et être entouré d’une structure absorbant l’énergie.
De brandstoftank moet op de originele plaats of in de
kofferruimte worden geplaatst. Hij moet steeds van de piloot en
de motorruimte worden gescheiden door een waterdicht en
vuurbestendig tussenschot. De tank moet omringd zijn door een
samendrukbare structuur.
Le réservoir de carburant d’origine peut exclusivement être
remplacé par un réservoir FT3-1999, FT3.5 ou FT5 répondant aux
spécifications FIA. (Il ne peut pas dépasser 100L de contenance)
De originele brandstoftank mag alleen worden vervangen door
een FT3-1999, FT3.5 of FT5 brandstoftank die beantwoordt aan
de voorschriften van de FIA. (Hij zal niet meer dan 100L mogen
inhouden)
• Ce réservoir sera muni d’un code imprimé reprenant le
nom du fabricant, ainsi que les spécifications selon
lesquelles le réservoir a été construit et la date de
fabrication.
• Ce code imprimé doit pouvoir être vérifié facilement.
• La durée d’utilisation maximale des réservoirs souples sera
limitée à un maximum de 5 ans après la date de
fabrication, sauf pour les outres qui ont été inspectées et
certifiées de nouveau par le fabricant et ce pour une durée
supplémentaire de 2 ans au maximum. Les autres
réservoirs homologués FIA ne peuvent dépasser la date de
fin de validité.
• Il est recommandé de munir le réservoir homologué par la
FIA d’une mousse de sécurité du type MIL-B-83054 ou
Stop.
• Deze brandstoftank zal voorzien zijn van een gedrukte
code die de naam van de fabrikant vermeldt, evenals de
specificaties volgens welke de tank is gebouwd en de
fabricatiedatum.
• Deze gedrukte code dient gemakkelijk verifieerbaar te
zijn.
• Geen enkele rubberen zak zal langer gebruikt mogen
worden dan 5 jaar na de datum van fabricatie,
uitgezonderd deze die geïnspecteerd en opnieuw
gecertificeerd werd door de fabrikant en dit voor een
verlenging tot maximaal 2 jaar. De andere FIA
gehomologeerde brandstoftanks mogen de gedrukte
einddatum niet overschrijden.
• Het is aanbevolen de door de FIA gehomologeerde tank
te voorzien van een veiligheidsschuim, type MIL-B-83054
of Stop.
Quand la(les) pompe(s) à carburant se trouve(nt) dans le coffre,
elle(s) doit/doivent être séparée(s) de l’habitacle par une cloison
pare-feu étanche aux liquides, flammes et gaz.
6.2
Montage du réservoir de carburant
Indien de brandstofpomp(en) zich in de kofferruimte
bevind(t)(en), moet(en) deze gescheiden worden van de cockpit
door een waterdicht en vuur- en gasbestendig tussenschot.
6.2
Montage brandstoftank
Le réservoir de substitution doit être fixé de manière permanente
au moyen d’un système de serrage métallique.
De vervangende tank moet op een permanente manier
bevestigd worden d.m.v. een metalen inklemsysteem.
Au cas où un réservoir de carburant serait installé sous le plancher
du véhicule, il doit être contenu dans un logement ajusté au plus
près, résistant aux flammes, n'ajoutant aucun avantage
aérodynamique et ne jouant aucun autre rôle mécanique. Ce
logement doit comprendre une structure déformable sur toutes
les surfaces externes, fixée au moyen de deux étriers métalliques
de 30 x 3 mm fixés au plancher par des boulons et des écrous.
Indien de brandstoftank gemonteerd wordt onder de bodem van
de wagen, moet hij geplaatst worden in een brandbestendige,
nauw aansluitende behuizing, welke geen aerodynamische
voordelen biedt en geen andere mechanische functie heeft.
Deze behuizing moet voorzien zijn van een samendrukbare
structuur aan alle externe oppervlakken en door middel van
bouten en moeren door minimum twee metalen beugels (30
mm x 3 mm) aan de vloerplaat bevestigd worden.
Pour fixer ces étriers, des boulons d'au moins 10 mm doivent être
utilisés, ainsi que sous chaque boulon une plaque de renfort d'au
moins 3 mm d'épaisseur et d'une surface d'au moins 20 cm2 audessus du métal du plancher.
Voor de bevestiging van deze beugels, moeten bouten met een
minimale diameter van 10 mm gebruikt worden en onder elke
bout moet een verstevigingplaat van minimum 3 mm dikte met
een oppervlakte van minimum 20 cm² boven de vloerplaat
voorzien zijn.
La structure déformable doit se composer d'une construction
sandwich en nid d'abeille, incorporant une âme en matériau
De samendrukbare structuur moet van het type ‘honingraat
sandwichpaneel’ zijn, voorzien van een brandwerende kern met
een minimale samendrukbaarheid van 18N/cm².
ininflammable d'une résistance à l'écrasement minimale de
18 N/cm².
L’utilisation de fibre aramide est autorisée. La construction en
sandwich doit comprendre deux peaux de 1,5 mm d'épaisseur,
d’une résistance minimale à la traction de 225 N/mm². L'épaisseur
Het gebruik van aramidevezels is toegestaan. Het
sandwichpaneel moet twee wanden bevatten van 1,5 mm met
een treksterkte van minimum 225 N/mm². De dikte van dit
sandwichpaneel bedraagt minimaal 1 cm.
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
15
RACB Sport
minimale de la construction en sandwich est de 1 cm.
L'ouverture laissée par la suppression du réservoir d'origine peut
être obturée par l'installation d'un panneau de dimensions
identiques.
Le déplacement du réservoir ne peut donner lieu à d’autres
modifications, allègements ou renforts que ceux prévus par
l’article 255-5.7.1. des prescriptions FIA.
6.3
Accessoires et canalisations
De resterende opening – na het verwijderen van de originele
tank – mag afgedicht worden door een paneel met identieke
afmetingen.
De verplaatsing van de tank mag geen aanleiding geven tot
andere wijzigingen, gewichtsbesparing of versterkingen dan
dewelke voorzien door Artikel 255-5.7.1 van de FIA
voorschriften.
6.3
Toebehoren en leidingen
Toutes les canalisations traversant l’habitacle et susceptibles de
contenir un liquide doivent être entièrement revêtues ou
recouvertes sur toute leur longueur dans l’habitacle, de sorte que
le pilote ne sera pas affecté par ces liquides en cas d’une rupture
éventuelle de la conduite. Les canalisations de carburant et d’huile
de lubrification peuvent traverser l’habitacle à condition de ne
comporter aucun raccord, si ce n’est sur les cloisons.
Alle leidingen die door de cockpit lopen en een vloeistof kunnen
bevatten, moeten binnen de cockpit over hun volledige lengte
bekleed of overkapt zijn, zodat de piloot bij een eventuele breuk
niet kan getroffen worden door deze vloeistoffen. Brandstof en
olieleidingen mogen daarbij geen enkele aansluiting vertonen
tenzij deze met het tussenschot.
Les canalisations de carburant doivent être soit d’origine, soit
remplir les exigences pour la navigation aérienne.
Brandstofleidingen moeten origineel zijn of voldoen aan de eisen
gesteld in de luchtvaart.
L’installation des canalisations de carburant est libre, pour autant
qu’elles répondent aux prescriptions FIA reprises dans l’annexe J
Art. 253-3.
De installatie van brandstofleidingen is vrij, voor zover zij de FIA
voorschriften van Bijlage J Art 253-3 respecteren.
Elles doivent être posées avec un écart minimal de 10 cm par
rapport aux conduites électriques et au système d’échappement.
Si ces conduites traversent l’habitacle, aucun raccordement ne
pourra être réalisé dans l’habitacle.
Ze moeten worden gelegd op minimum 10 cm van elektrische
leidingen en van het uitlaatsysteem. Indien deze leidingen door
de cockpit lopen, mogen er geen verbindingen zijn in de cockpit.
6.4
6.4
Orifices de remplissage (véhicule)
Brandstof vulsysteem (wagen)
Aucun orifice de remplissage ne pourra se situer à l’intérieur de
l’habitacle. Un orifice de remplissage peut être prévu à l’extérieur
de la carrosserie, pour autant qu’il réponde aux normes de
sécurité de la FIA, annexe J Art. 259-6.4.
Er mag zich geen vulopening in de cockpit bevinden. Een
vulopening langs de buitenkant van de wagen mag voorzien
worden, op voorwaarde dat die voldoet aan de
veiligheidsnormen van de FIA, Bijlage J Art. 259-6.4.
6.5
6.5
Ravitaillement en carburant
Tankbeurten
Le ravitaillement en carburant pendant la course est
exclusivement autorisé devant le stand sauf si le règlement
particulier de l'épreuve le précise.
Tanken tijdens de wedstrijd is enkel toegelaten voor de box,
behalve indien anders vermeld in het bijzonder reglement van
de meeting.
Chaque système de ravitaillement qui sera utilisé lors de la course
devra au préalable être contrôlé par le RACB.
Elk brandstof vulsysteem dat tijdens de koers gebruikt zal
worden moet voorafgaand gecontroleerd worden door RACB.
Il appartient au chef de team de faire contrôler le matériel de
ravitaillement avant l’utilisation.
Het is de verantwoordelijkheid van de teamchef om het
tankmaterieel vóór gebruik te laten controleren.
Le ravitaillement pourra se faire suivant les moyens décrit cidessous ou d’après le règlement particulier de l’épreuve.
Tanken mag met de onderstaande middelen of volgens het
bijzonder reglement van de meeting.
6.5.1 Tour de ravitaillement
6.5.1 Brandstoftoren
Un réservoir d’approvisionnement autonome pourra être utilisé,
mais doit être conforme à la description reprise à l’Annexe J de
l’annuaire FIA2015, article 257A, paragraphes 6.1jusqu’à 6.1.9 et
au dessin 252-7.
Er mag tijdens de wedstrijd worden bijgetankt met een
autonome tankstelling, maar die moet voldoen aan de FIA
normen, zoals beschreven in de bijlage J van het FIA 2015
jaarboek, Art. 257A, paragrafen 6.1 tot en met 6.1.9 en conform
aan de tekening 252-7.
Le remplissage de la tour de carburant doit se faire exclusivement
à l’aide d’une pompe à main mécanique et non pas avec des
jerrycans ou autre système.
Het vullen van de brandstoftoren mag enkel gebeuren door
middel van een mechanische handpomp en niet met jerrycans.
6.5.2 Mise à la terre
6.5.2 Aarding
Pendant le ravitaillement, le véhicule doit rester sur ses roues et
ne pourra pas changer de niveau. Avant que le ravitaillement ne
commence, le véhicule et toutes les parties métalliques du
système de ravitaillement, depuis l’accoupleur jusqu’au réservoir
de ravitaillement et son support, doivent être connectés
Tijdens het tanken moet de wagen op zijn wielen blijven staan
en mag hij zeker niet van niveau veranderen. Vooraleer met het
bijtanken te beginnen, moet de wagen en alle metalen delen van
het tanksysteem, van koppeling tot bevoorradingstank en
stelling elektrisch geaard zijn door middel van een manuele
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
16
RACB Sport
électriquement à la terre par un contacteur manuel n’ayant que
cette seule fonction.
schakelaar dat alleen hiervoor dient.
6.6
6.6
Autre récipient de carburant
Andere tanksystemen
6.6.1. Lors
des
essais
et
courses,
le
réservoir
d’approvisionnement standard ou un récipient d’une capacité
maximale de 35 litres, non pressurisé, avec mise à l’air libre et
comportant un accoupleur étanche le reliant à l’orifice de
remplissage du véhicule, conformes aux normes FIA, avec un
orifice de réduction du débit, diamètre intérieur maximum de 30
mm, peut (peuvent) être utilisé(s).
6.6.1. Er mag tijdens de trainingen en wedstrijden worden
bijgetankt met de standaard bevoorradingstoren of een
drukvrije tank van maximaal 35 liter, die verlucht is en voorzien
is van een lekvrije koppeling die past op het vulsysteem van de
wagen, dit volgens de FIA normen, met een restrictor met
maximale binnendiameter van 30 mm.
6.7
6.7
Carburant à bord
Brandstof aan boord
6.7.1 Température
6.7.1 Temperatuur
Le stockage de carburant à bord du véhicule à une température
inférieure à la température ambiante de moins de 10°C est
interdit.
Het opslaan van brandstof aan boord van de wagen aan een
temperatuur lager dan 10°C onder de heersende
buitentemperatuur is verboden.
L’utilisation d’un dispositif spécifique, se trouvant ou non à bord
du véhicule, pour réduire la température du carburant au-dessous
de la température ambiante, est interdite.
Het gebruik, al dan niet aan boord van de wagen, van elk
apparaat bedoeld om de brandstoftemperatuur lager dan de
heersende buitentemperatuur te krijgen, is verboden.
6.7.2 Capacité de carburant
6.7.2 Inhoud brandstoftank
La quantité maximale de carburant, y compris le réservoirnourrice, d’une capacité maximale d’un litre, s’élève à 100 litres au
maximum avec une tolérance maximale de 2 litres. Sont interdits :
tous dispositifs, systèmes, procédures, constructions ou
conceptions ayant pour but et/ou effet d’augmenter au-delà de
100 litres de quelque façon que ce soit, même temporairement, le
volume total de carburant stocké.
De inhoud van de brandstoftank, inclusief de voedingstank (met
een maximale inhoud van 1 liter) bedraagt maximaal 100 liter
met een tolerantie van maximaal 2 liter. Elk dispositief, systeem,
procedure, constructie of ontwerp dat is ontworpen om zelfs
maar tijdelijk op eender welke wijze het toegelaten volume te
doen toenemen tot meer dan 100 liter, is verboden.
Les types de carburant autres que l’essence et le diesel ne sont pas
autorisés.
Andere brandstoftypes dan benzine en diesel zijn niet
toegelaten.
Le contrôle pourra se faire par pesée différentielle entre la voiture
vide et la voiture avec le plein effectué. Pour tout contrôle
technique, les 100 litres de carburant plus la tolérance de 2 L
seront considérés comme pesant 78 kg à tout moment et en toute
condition.
De controle zal mogen gebeuren door het verschil te wegen
tussen het gewicht van de lege wagen en de volgetankte wagen.
Voor alle technische controle zullen de 100 liter en de tolerantie
van 2 liter beschouwd worden als wegende 78 kg, dit op eender
welk moment en in alle omstandigheden.
ART. 7 - SYSTEME DE LUBRIFICATION
ART. 7 – SMEERSYSTEEM
A condition que les règles des Art. 7.1 à 7.2 soient respectées, le
système de lubrification est libre.
Op voorwaarde, dat voldaan wordt aan de voorschriften in Art.
7.1 tot 7.2, is het smeersysteem vrij.
7.1
7.1
Réservoirs d’huile
Oliereservoirs
Si les réservoirs d’huile ne sont pas maintenus dans la position
d’origine, ils doivent être entourés d’une structure déformable de
10 mm d’épaisseur s’ils sont en contact direct avec la carrosserie.
Worden de oliereservoirs niet op de originele plaats behouden,
dan moeten ze omringd worden met een 10 mm dikke
vervormbare structuur indien deze rechtstreeks contact hebben
met het koetswerk.
Le réservoir d’huile ne doit pas être situé dans l’habitacle.
Het oliereservoir mag zich niet in de cockpit bevinden.
7.2
7.2
Récupérateur d’huile
Olie-opvangtank
Si la ventilation du carter n’est pas maintenue, l’huile doit se
déverser dans un récupérateur d’une capacité de 2 litres au moins
(3L pour les voitures d’une cylindrée supérieure à 2000 cc).
Wordt de originele carterontvluchting niet behouden, dan moet
zij afgeleid worden naar een opvangtank met een inhoud van
minimum 2 liter (3L voor de wagens met een cilinderinhoud
groter dan 2000cc).
Ce récipient doit être en matière plastique translucide ou doit
comporter un panneau transparent.
Deze opvangtank dient in doorschijnend plastiek te zijn of moet
een doorzichtig paneel bevatten.
Ce réservoir doit être fixé solidement avec du matériau ignifuge et
pourvu d’une ventilation. L’installation dans l’habitacle est
interdite. Le point de collection et de ventilation du récupérateur
Deze opvangtank dient stevig met brandwerend materiaal
bevestigd te worden en voorzien te worden van een ontluchting.
Plaatsing in de cockpit is verboden. Opvang- en ontluchtingspunt
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
17
RACB Sport
doit être le point le plus élevé du réservoir.
van de opvangtank moeten het hoogste punt van de tank zijn.
La ventilation du carter ne doit pas se déboucher librement sur le
sol.
De carterontvluchting mag niet vrij naar de grond zijn gericht.
ART. 8 - EQUIPEMENTS ELECTRIQUES
ART. 8 - ELEKTRISCHE UITRUSTING
A condition que les règles des Art. 8.1 à 8.4 soient respectées, le
système électrique est libre.
Op voorwaarde, dat voldaan wordt aan de voorschriften in Art.
8.1 tot 8.4, is de elektrische uitrusting vrij.
8.1
8.1
Batterie
• Si la batterie se trouve à l’endroit d’origine, elle doit être
solidement fixée de façon permanente et le pôle positif ‘+’
doit être protégé par un couvercle fait en matériau isolant.
• Si les batteries ne se trouvent pas à l’endroit d’origine, elles
doivent être situées dans l’habitacle, mais sans gêner
l’évacuation du pilote. Elles doivent être solidement fixées
à la coque et entièrement protégées par une boîte étanche
faite d’un matériau isolant comprenant un canal de
ventilation débouchant en dehors de l’habitacle. Dans le
cas où la batterie située dans l’habitacle est une batterie
sèche, le pôle positif ‘+’ devra être protégé par un
couvercle fait en matériau isolant.
• Indien de batterij zich op de originele plaats bevindt,
moet deze stevig en permanent worden bevestigd en
moet de stroom gevende pool ‘+’ door een degelijk
isolerend beschermkapje afgedekt zijn.
• Indien de batterijen zich niet op de originele plaats
bevinden, moeten ze zich in de cockpit bevinden, maar
mogen ze het uitstappen van de piloot niet hinderen. Zij
moeten op een veilige wijze aan het koetswerk worden
vastgehecht en volledig afgeschermd worden door een
waterdichte en corrosievrije doos, die over zijn eigen
hechting beschikt en een luchtventilatie met uitgang
buiten de cockpit heeft. Wordt een droge batterij in de
cockpit geplaatst, dan moet de stroom gevende pool ‘+’
door een degelijk isolerend beschermkapje afgedekt zijn.
• De bevestiging aan het koetswerk moet bestaan uit een
metalen zitting/zetel en twee metalen beugels met een
isolerende bekleding, bevestigd aan de bodem door
bouten en moeren. De bevestiging van de beugels moet
gebeuren door bouten van minimum 10 mm diameter en
onder elke bout een verstevigingplaat van minimum 3
mm dikte en minstens 20 cm² oppervlakte onder de
carrosserieplaat (tekening 255-10 en 255-11).
• La fixation à la coque doit être constituée d’un
siège/logement métallique et de deux étriers métalliques
avec revêtement isolant, fixés au plancher par boulons et
écrous. La fixation des étriers devra utiliser des boulons
d’un diamètre minimal de 10 mm et sous chaque boulon,
une contreplaque placée au-dessous de la tôle de la
carrosserie d’au moins 3 mm d’épaisseur et d’au moins 20
cm² de surface (dessins 255-10 et 255-11).
8.2
Essuie-glaces
Batterij
8.2
Ruitenwisser
Moteur, emplacement, balais et mécanisme sont libres, mais au
moins un essuie-glace doit être prévu et pouvoir nettoyer le parebrise placé directement devant le pilote pendant toute la durée de
l’épreuve. Il est permis de démonter le dispositif lave-phares.
Elke wagen moet uitgerust zijn met minstens één werkende
ruitenwisser, die de voorruit vóór de piloot schoonmaakt, en dit
gedurende de hele duur van de meeting. Motor, plaatsing,
aantal bladen en mechanisme zijn vrij. Het hele mechanisme van
de koplampsproeiers mag verwijderd worden.
8.3
8.3
Démarrage
Starten
Un démarreur doit être monté et être en état de fonctionnement
à tout moment pendant une épreuve : ce démarreur doit aussi
pouvoir être commandé par le pilote normalement assis dans son
siège.
Er moet een starter worden geplaatst, die gedurende de
wedstrijd te allen tijde moet werken. De piloot moet deze starter
kunnen bedienen vanuit een normale zithouding.
Pour le réglage ou la mise au point du moteur, le véhicule peut
également être démarré à l’aide d’une source d’énergie
extérieure. Le raccordement du dispositif de démarrage doit se
situer à l’intérieur de l’armature de sécurité et doit être réalisé au
moyen d’une prise de démarrage spéciale. En aucun cas, ce
raccordement ne pourra se situer au-dessous du capot ou dans la
proximité immédiate du réservoir ou des conduites de carburant.
Voor het regelen of het op punt stellen van de motor, mag het
starten ook gebeuren met behulp van een externe batterij. De
aansluiting van de externe batterij moet zich binnen de
veiligheidskooi bevinden en moet gebeuren door middel van een
speciale startstekker. In geen geval mag zich deze aansluiting
onder de motorkap of in de directe nabijheid van de benzinetank
of benzineleidingen bevinden.
Si le véhicule veut rejoindre la course après un arrêt aux stands,
toutes les roues doivent être en contact avec le sol avant que le
pilote ne puisse démarrer ou redémarrer le moteur. Un véhicule
dont le démarreur serait déficient pourra être poussé par ses
mécanos avec l'autorisation de départ du commissaire de stand ou
de tout officiel de l'organisation.
Wanneer de wagen na een pitstop de wedstrijd wil verderzetten,
moeten alle wielen de grond raken alvorens de piloot de motor
mag starten. Een wagen waarvan de starter defect zou zijn, mag
door de mecaniciens in gang geduwd worden mits starttoelating
van de stand commissaris of van eender welk official van de
organisator.
8.4
8.4
Equipements lumineux
Verlichting
8.4.1 Procédure
8.4.1 Procedure
Pendant les essais et la/les course(s), tout véhicule doit être
Elke wagen moet gedurende de trainingen en de wedstrijd(en)
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
18
RACB Sport
équipé d’un éclairage efficace.
uitgerust zijn met een doeltreffende verlichting.
Les phares doivent être maintenus à leur emplacement d’origine.
L’allégement de ceux-ci est autorisé.
De lichten moeten op hun originele plaats blijven. Het lichter
maken van deze lichten is toegestaan.
Chaque véhicule doit avoir au moins prêt à fonctionner:
Elke wagen moet minstens zijn uitgerust met, en werkend:
• À l’arrière: deux feux d’arrêt rouges, deux feux rouges
ordinaires et deux clignotants oranges; ils doivent être
installés symétriquement vis-à-vis de l’axe longitudinal de
chaque côté du véhicule, de sorte qu’ils soient visibles.
• Achteraan: twee rode stoplichten, twee gewone rode
lichten en twee oranje richtingaanwijzers; deze moeten
symmetrisch ten opzichte van de lengteas aan elke kant
van de wagen aangebracht worden zodanig dat ze
zichtbaar zijn.
• Vooraan: minimaal twee witte of gele lichten en twee
oranje richtingaanwijzers.
• De lampen van de achteruitrijdlichten moeten verwijderd
worden.
• Zodra hij/zij regenbanden of banden gebruikt die
opspattend water veroorzaken, moet de piloot de
verlichting en het regenlicht van zijn wagen aansteken.
• Er mogen koplampbeschermers worden aangebracht. Bij
het tonen van het paneel “LIGHT” dient de wagen
onmiddellijk zijn stand te vervoegen om de beschermers
te laten verwijderen.
• À l’avant: au moins deux feux blancs ou jaunes et deux
clignotants oranges.
• Les ampoules des phares de recul doivent être enlevées.
• Dès qu’il utilise des pneus de pluie ou des pneus causant de
la projection d’eau, le pilote doit allumer l’éclairage et le
feu de pluie arrière de son véhicule.
• L’emploi de cache-phares est admis. Lorsque le signal
“LIGHT” est déployé, le véhicule doit immédiatement
rejoindre son stand afin de faire enlever les cache-phares.
Si, suite à un incident de course, un véhicule connaît des soucis
avec son équipement lumineux, il/elle ne pourra rester en piste
que si, au moins, un point lumineux avant et un point lumineux
arrière fonctionnent. De même, au minimum un feu d’arrêt rouge
(feu de stop) doit fonctionner. Si les conditions de course
l’obligent, le feu de pluie doit être prêt à fonctionner.
Indien, als gevolg van een wedstrijdincident, een wagen een
probleem kent met zijn verlichting, mag hij/zij op de piste
blijven, als minstens één lichtpunt vooraan en één lichtpunt
achteraan functioneert. Identiek, dient er één stoplicht te
functioneren. Indien de omstandigheden van de wedstrijd dit
vereisen, moet het regenlicht bedrijfsklaar zijn.
8.4.2 Feu de pluie
8.4.2 Regenlicht
Tous les véhicules doivent être équipés d’un feu arrière rouge de
21 Watts au moins, qui doit être prêt à fonctionner pendant toute
la durée de l’épreuve et qui est:
Alle wagens moeten voorzien zijn van een rood achterlicht van
minstens 21 Watt, dat gedurende de meeting te allen tijde
bedrijfsklaar moet zijn en dat:
• Un modèle approuvé par la FIA (liste technique n° 19) ou
l’ASN.
• Rayonne en arrière par rapport à l’axe central du véhicule.
• Een FIA (technische lijst n° 19) of ASN goedgekeurd
model is.
• Ten opzichte van de centerlijn van de wagen naar
achteren wijst.
• Duidelijk zichtbaar is vanachter.
• Niet meer dan 10 cm van de centerlijn van de wagen
gemonteerd is.
• Zich minstens 35 cm boven het grondvlak bevindt.
• Geactiveerd kan worden door de piloot vanuit zithouding.
• Clairement visible par derrière.
• Installé à 10 cm au plus de l’axe central du véhicule.
• Situé au moins 35 cm au-dessus de la surface du sol.
• Doit être activé par le pilote en position assise.
Les deux dimensions sont effectuées à partir du milieu de la
surface de la lentille.
De twee afmetingen worden genomen vanuit het middelpunt
van de lens.
8.5
8.5
Désembuage
Un système de désembuage efficace du pare-brise est obligatoire
Ontwaseming
Een doeltreffende ontwaseming van de voorruit is verplicht.
ART. 9 - TRANSMISSION
ART. 9 - OVERBRENGING
Le système de transmission est libre pour autant qu’il respecte la
position d’origine, et à condition que les règles des Art. 9.1 à 9.4
soient respectées.
Op voorwaarde, dat voldaan wordt aan de voorschriften in Art.
9.1 tot 9.4 en deze op de oorspronkelijke plaats gemonteerd
blijft, is de overbrenging vrij.
Une voiture 4 roues motrices peut être modifiée en 2 roues
motrices.
Een vierwiel aangedreven wagen mag veranderd worden in een
tweewiel aangedreven wagen.
Pour des raisons de sécurité, la transmission doit être conçue de
telle sorte que si le véhicule est immobilisé et le moteur arrêté, il
doit être possible de pousser ou de tirer le véhicule.
Om veiligheidsredenen moet de overbrenging zodanig
ontworpen worden dat indien de wagenstopt en de motor
stilvalt, de mogelijkheid bestaat om deze te duwen of te trekken.
9.1
9.1
Changement de vitesses
La commande de boîte de vitesses (liaison entre le levier de
changement de vitesses actionné par le pilote et la boîte de
Schakelen
Het schakelmechanisme (verbinding tussen de versnellingsbak
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
19
RACB Sport
vitesses) est libre.
Le système qui est connu sous le nom “Gear Shifter”, facilitant le
changement de vitesses par une action sur la gestion du moteur
(ignition ou injection) au moyen d’une interruption activée lors du
déplacement du levier ou de la tige de vitesses, est autorisé.
9.2
Différentiel
en de schakelpook ) is vrij.
Het systeem dat gekend is onder de naam “Gear Shifter” en dat
het schakelen vergemakkelijkt door een actie op het
motorbeheer (ontsteking of injectie), door middel van een
onderbreking die wordt geactiveerd bij verplaatsing van de
versnellingspook of stang, is toegestaan.
9.2
Differentieel
Les différentiels sous contrôle électronique, pneumatique ou
hydraulique sont interdits.
Elektronisch,
pneumatisch
differentiëlen zijn verboden.
L’utilisation d’un différentiel à glissement limité de type
mécanique, on entend tout système fonctionnant exclusivement
mécaniquement, c’est à dire sans l’aide d’un système hydraulique
ou électrique, est autorisé.
Het gebruik van een differentieel met beperkte slip van het
mechanische type, waarmee wordt bedoeld ‘ieder systeem dat
uitsluitend mechanisch functioneert zonder tussenkomst van
een hydraulisch of elektrisch systeem’, is toegelaten.
9.3
9.3
Boîte de vitesses
of
hydraulisch
gestuurde
Versnellingsbak
Les rapports de démultiplication sont libres mais devront figurer
sur le passeport technique.
De overbrengingsverhouding is vrij maar moet vermeld zijn op
de identificatiekaart van het voertuig.
Chaque véhicule doit comporter une marche arrière qui puisse à
tout moment de l’épreuve être sélectionnée par le pilote assis
normalement.
Elke wagen moet uitgerust zijn met een achteruitversnelling die
de piloot, normaal zittend en vastgegespt op eender welk
moment tijdens de meeting kan gebruiken.
9.4
9.4
Embrayage
Koppeling
Seule une conception mécanique conventionnelle est admise. Le
matériel est libre.
Enkel een conventioneel mechanisch ontwerp is toegelaten. Het
materiaal is vrij.
L’embrayage ne peut être activé que par le pied du pilote, sauf
dans le cas d’une boîte de vitesses semi-automatique ou
automatique. Une dérogation peut concerner les pilotes invalides.
De koppeling mag enkel geactiveerd worden door de voet van de
piloot, behalve in het geval van een semi-automatische of
automatische versnellingsbak. Een afwijking is mogelijk voor
mindervalide piloten
ART. 10 - SUSPENSION ET DIRECTION
ART. 10 - OPHANGING EN STUURINRICHTING
A condition que les règles des Art. 10.1 à 10.8 soient respectées, la
suspension et la direction sont libres.
Op voorwaarde, dat voldaan wordt aan de voorschriften in Art.
10.1 tot 10.8, zijn de ophanging en de stuurinrichting vrij.
10.1
10.1
Type et montage de la suspension
Type ophanging en montage
Toute forme de suspension active est défendue.
Elke vorm van actieve ophanging is verboden.
Tout système ou fonction de contrôle de châssis ou suspension,
automatique ou électronique est défendu, même s’il est installé
sur une voiture de route. Cela comprend entre autres, le système
de contrôle et réglage d’amortisseurs, de suspensions ou de
niveau du véhicule.
Elk automatisch of elektronisch sturingssysteem voor chassis of
ophanging is verboden, zelfs wanneer dit gemonteerd is op een
voor het wegverkeer ingeschreven exemplaar. Dit omvat onder
andere het regel- en controlesysteem voor schokdempers,
ophanging en rijhoogte.
L’intermédiaire de suspension ne doit pas être constitué
uniquement de boulons passant dans des manchons ou des
montures flexibles. Le mouvement des roues doit entraîner un
débattement de suspension supérieur à la flexibilité des attaches.
De vering mag echter niet uitsluitend bestaan uit bouten die in
flexibele bussen en/of montages passeren. De wielen moeten
kunnen bewegen met een veeruitslag die groter is dan wordt
veroorzaakt door zulke verbindingen.
Les joints de caoutchouc peuvent être remplacés par des joints à
rotule (p.ex. uniball joints). Les points de fixation à la coque ou au
châssis doivent être respectés, sauf exceptions autorisées par la
FIA.
De soepele gewrichten mogen vervangen worden door metalen
gewrichten (bvb. uniball joints). De bevestigingspunten aan het
frame of het chassis moeten gerespecteerd worden, met
uitzondering van de gevallen die worden toegelaten door de FIA.
10.2
10.2
Ressorts
Veren
Le matériau, les dimensions et le nombre de ressorts sont libres.
Het materiaal, de afmetingen en het aantal veren zijn vrij.
10.3
10.3
Amortisseurs
Les amortisseurs sont libres, à condition que leur nombre par
essieu ne soit pas supérieur à celui d’origine.
Schokdempers
De schokdempers zijn vrij, indien het aantal per as niet groter is
dan origineel voorzien.
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
20
RACB Sport
Un réservoir d’amortisseur et ses conduites éventuelles doivent
être entièrement séparés de l’habitacle ou couverts et ne peuvent
pas se situer dans un espace donnant accès au système de
ventilation du véhicule.
Een schokdemperreservoir en zijn eventuele leiding moeten
volledig afgeschermd zijn van de cockpit, of bedekt zijn, en
mogen zich niet bevinden in een ruimte die toegang geeft tot
het ventilatiesysteem van de wagen.
10.4
10.4
Habitacle
Cockpit
Le réglage des ressorts, des amortisseurs et des barres
stabilisatrices à partir de l’habitacle est interdit.
Het regelen van de veren, schokdempers en stabilisatorstangen
vanuit de cockpit is verboden.
10.5
10.5
Matériau
Materiaal
Tous les bras de suspension doivent être en matériau homogène
métallique. Le chromage des bras de suspension en acier est
interdit.
Alle draagarmen van de ophanging moeten gemaakt zijn uit een
homogeen metaal. Deze met chroom beleggen is verboden.
10.6
10.6
Direction
Stuurinrichting
Tous les éléments de la direction doivent faire partie de
l’équipement d’origine fourni par le constructeur ou être
homologués. L’emplacement d’origine doit être conservé. A
l’exception de la colonne de direction homologuée, ces pièces
peuvent être renforcées, à condition que les pièces d’origine
puissent encore être identifiées. La colonne de direction doit
comporter une partie rétractable pour les véhicules sur lesquels le
cardan ne forme pas un angle de 15 degrés minimum par rapport
à la colonne.
Alle onderdelen van de stuurinrichting moeten origineel
geleverd zijn door de fabrikant of gehomologeerd zijn. De
originele plaats moet behouden blijven. Met uitzondering van de
gehomologeerde stuurkolom, mogen deze onderdelen versterkt
worden, op voorwaarde dat de originele onderdelen als
dusdanig kunnen herkend worden. De stuurkolom moet een
ineenschuifbare zone bevatten voor de wagens waarvan de
koppelingsas geen hoek van minstens 15 graden vormt in
verhouding tot de stuurkolom.
Le système de verrouillage de l’antivol de direction doit être rendu
inopérant.
Het stuurslot moet verwijderd of ontkoppeld worden.
Le système de réglage de la colonne doit être bloqué et ajustable
uniquement au moyen d’outils.
De aanpassing van de stuurkolom moet geblokkeerd worden en
mag enkel instelbaar zijn door middel van gereedschap.
Le volant peut être remplacé et il peut être équipé d’un système
de déverrouillage rapide (quick release system).
Het stuurwiel mag vervangen worden en mag gemonteerd
worden door middel van een snel ontgrendelsysteem (quick
release system).
Le mécanisme de déverrouillage rapide doit consister en une
flasque concentrique à l'axe du volant, de couleur jaune obtenue
par anodisation ou tout autre revêtement durable, et être installé
sur la colonne de direction derrière le volant. Le déverrouillage
doit s'opérer en tirant sur la flasque suivant l'axe du volant.
Het snelle ontgrendelmechanisme moet bestaan uit een
concentrische flens rond de stuurwielas, die geel gekleurd is
door anodiseren of een andere duurzame bekleding, en die
wordt gemonteerd op de stuurkolom achter het stuurwiel. Het
ontgrendelen moet gebeuren door de flens volgens de aslijn van
het stuurwiel te trekken.
10.7
10.7
Assistance de direction
Stuurbekrachtiging
L’assistance de direction peut être hydraulique, électrohydraulique ou électrique, tant qu’il s’agit d’un système simple,
sans contrôle programmable.
De stuurbekrachtiging mag hydraulisch, elektro-hydraulisch of
elektrisch zijn, op voorwaarde dat het gaat om een eenvoudig
systeem, zonder programmeerbare besturing.
10.8
10.8
Direction à quatre roues
L’utilisation de la direction à quatre roues est interdite.
Vierwielsturing
Het gebruik van vierwielsturing is verboden.
ART. 11 - FREINS
ART. 11 - REMMEN
A condition que les règles des Art. 11.1 à 11.6 soient respectées,
tout le système de freinage est libre.
Op voorwaarde, dat voldaan wordt aan de voorschriften in Art.
11.1 tot 11.6, is het hele remsysteem vrij.
11.1
11.1
Double circuit
Dubbel remcircuit
Le système de freinage est libre. Pour des raisons de sécurité, il
faut incorporer deux circuits séparés et commandés par la même
pédale. En circonstances normales, la pression de la pédale doit se
répartir sur toutes les roues. Ce système doit être conçu de
manière telle qu’en cas de fuite ou de défaillance dans un circuit,
l’action de la pédale de frein continue à s’exercer sur au moins
deux roues.
Het remsysteem is vrij. Omwille van de veiligheid is het verplicht
te voorzien in een dubbel remcircuit dat door één pedaal wordt
bediend. De pedaaldruk moet zich in normale omstandigheden
over alle wielen verdelen. In geval van een lek op eender welke
plaats in de leidingen of op eender welke wijze in het
remsysteem, moet de pedaaldruk op minstens twee wielen
blijven werken.
Les réservoirs de liquide de frein peuvent être fixés dans
l’habitacle, à condition qu’ils soient solidement fixés et recouverts
De reservoirs voor de remvloeistof mogen zich in de cockpit
bevinden, op voorwaarde dat ze stevig bevestigd en
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
21
RACB Sport
d’une protection.
afgeschermd zijn.
11.2
11.2
Disques de frein
Les disques de frein sont libres mais doivent se composer de
matériaux ferreux. Le matériau des plaquettes est libre.
Un système de freinage en carbone est interdit.
Remschijven
De remschijven zijn vrij maar moeten gemaakt zijn van
ijzerhoudend materiaal. Het materiaal voor de remblokken is
vrij.
Een remsysteem in koolstof is verboden.
11.3
Pédalier et système anti-blocage
11.3
Pedaal en antiblokkeersysteem
Le montage d’un pédalier est autorisé.
De montage van een pedaal is toegestaan.
Servo-freins, anti-blocage,… et autres accessoires d’origine
peuvent être démontés.
Servo remmen, antiblokkeersysteem, … en andere originele
accessoires mogen gedemonteerd worden.
Un limiteur hydraulique à commande manuelle agissant sur le
train arrière est autorisé et peut être situé dans l’habitacle à
portée du pilote, normalement assis et sanglé sur son siège.
Een manueel bediende hydraulische remdrukregelaar, welke op
de achterremmen inwerkt, is toegelaten en mag in de cockpit
geplaatst worden, binnen handbereik van de piloot die op een
normale manier in zijn stoel zit, met de veiligheidsgordels aan.
Un répartiteur avant/arrière mécanique est autorisé (palonnier sur
pédale de frein, réglable manuellement).
Een mechanische remverdeler voor/achter is toegelaten
(zwengel op het rempedaal, manueel regelbaar).
11.4
11.4
Etriers de freins
Remklauwen
Les éléments internes des étriers peuvent être en titane.
De interne onderdelen van de remklauw mogen gemaakt zijn uit
titanium.
Un seul étrier, avec 6 pistons au maximum, est autorisé sur chaque
roue. La section de chaque piston d’étrier doit être circulaire.
Eén enkele klauw met een maximum van 6 zuigers is toegestaan
per wiel. De doorsnede van elke zuiger van de remklauw moet
cirkelvormig zijn.
11.5
11.5
Canalisations de frein
Remleidingen
Une protection des tuyauteries du système de freinage doit être
prévue à l’extérieur contre tout risque de détérioration (pierres,
corrosion, bris mécaniques, etc.) et à l’intérieur contre tout risque
d’incendie et de détérioration.
Remleidingen die zich buiten het koetswerk bevinden, moeten
beschermd worden tegen elk risico op beschadiging (door
stenen, corrosie of mechanische breuk, etc.). Remleidingen die
zich binnen het koetswerk bevinden, moeten beschermd worden
tegen elk risico op brand en beschadiging.
Si les canalisations de frein traversent l’habitacle, il faudra isoler
leur entrée et sortie de l’habitacle au moyen de passe-cloisons.
Indien er remleidingen door de cockpit lopen, moeten in- en
uitgang met doorvoerrubbers gescheiden worden van de
cockpit.
11.6
11.6
Refroidissement des freins
Koeling van de remmen
Il est permis d’enlever ou de modifier les tôles de protection des
freins, mais sans adjonction de matière.
Het is toegestaan de rembeschermingsplaten te verwijderen of
te wijzigen, maar zonder toevoeging van materiaal.
Une seule canalisation flexible ou une conduite d’air pour amener
l’air aux freins de chaque roue est permise.
Eén enkel flexibel kanaal of geleiding voor de luchtaanvoer naar
de remmen van elk wiel, is toegestaan.
Les canalisations d’air ne peuvent dépasser du périmètre du
véhicule vu du dessus.
De luchtkanalen mogen de omtrek van de wagen niet
overschrijden, gezien van bovenaan.
Le refroidissement à l’extérieur des freins par liquide est interdit.
Externe koeling van de remmen d.m.v vloeistof is verboden.
ART. 12 - ROUES ET PNEUS
12.1
Définitions
ART. 12 - WIELEN EN BANDEN
12.1
Definities
Roue = voile + jante
Wiel = velgcenter + velg
Roue complète = voile + jante + pneu monté
Volledig wiel = velgcenter + velg + gemonteerde band
12.2
12.2
Dimensions
Afmetingen
Diamètre maximum de la roue complète : 650 mm
Maximale diameter van het volledige wiel: 650mm
Diamètre maximum de la roue : 18“
Maximale diameter van het wiel: 18”
Largeur maximum de la jante entre les talons :
Maximale breedte van de velg tussen zijn flanken :
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
22
RACB Sport
avant = 10’’ arrière = 10’’
vooraan = 10” achteraan = 12”
Largeur du pneu : dans le respect des préconisations d’utilisation
du fabricant des pneus par rapport aux dimensions des jantes
utilisées (la preuve est à charge du concurrent)
Breedte van de band: in naleving van de gebruiksvoorschriften
van de bandenfabrikant tegenover de afmetingen van de
gebruikte velgen (het bewijs is ten laste van de deelnemer)
12.3
12.3
Visibilité des roues
Zichtbaarheid van de wielen
La roue complète au-dessus de la ligne médiane du moyeu ne doit
pas être visible vue du dessus, les roues étant alignées de manière
telle que le véhicule soit positionné pour aller en ligne droite.
In bovenaanzicht mag het gedeelte boven de wielnaaf niet
zichtbaar zijn wanneer de wielen zodanig geplaatst zijn dat het
voertuig recht naar voor zou gaan.
12.4
12.4
Matériau des roues
Materiaal van de wielen
Le matériau des roues est libre, mais elles doivent être faites de
matériaux métalliques homogènes.
Het gebruikte materiaal van de wielen is vrij, op voorwaarde dat
het gaat om een homogeen metaal.
Les enjoliveurs doivent être enlevés. Les roues ne peuvent pas
présenter de fêlures et doivent être propres lors de la
présentation aux vérifications techniques.
Wieldoppen moeten worden verwijderd. Wielen mogen geen
barsten vertonen en ze moeten zuiver zijn bij het aanbieden aan
de technische controle.
12.5
12.5
Nombre de roues
Aantal wielen
Le nombre maximal de roues est fixé à quatre. Par essieu, les
roues doivent être du même type et matériau et avoir les mêmes
dimensions.
Het maximum aantal wielen op de wagen is vier. Per as moeten
de wielen van hetzelfde type, materiaal en afmetingen zijn.
Aucune roue de réserve ne peut se trouver dans le véhicule.
Er mag geen reservewiel worden meegenomen in de wagen.
12.6
12.6
Fixation des roues
Wielbevestiging
La fixation des roues est libre. Si un seul écrou de fixation est
utilisé, une goupille de sécurité équipée d’un ressort doit être en
place sur cet écrou ou sur la fusée à tout moment lorsque le
véhicule est en marche et doit être replacé après tout changement
de roue. Ces goupilles doivent être peintes en rouge ou orange.
Une autre méthode de maintien du système de fixation des roues
pourra éventuellement être utilisée, sous réserve d’avoir été
approuvée par la FIA.
De aanhechting van het wiel is vrij. Indien slechts één centrale
naaf wordt gebruikt, wordt deze, wanneer de wagen in
beweging is, beveiligd met een in rood of oranje gekleurde
veiligheidsveer of splitpen. Na elke bandenwissel moeten deze
opnieuw geplaatst worden. Er mogen andere methoden gebruikt
worden om de wielen te borgen, op voorwaarde dat ze door de
FIA zijn toegelaten.
Les fixations de roues par boulons peuvent être changées
librement en fixations par goujons et écrous, à condition de
respecter le nombre de points d’attache et le diamètre des parties
filetées. La longueur filetée utile doit être au moins égale à 1,5 fois
le diamètre du filetage de la vis ou du goujon.
De bevestiging van de wielen door middel van bouten mag vrij
vervangen worden door een bevestiging door middel van
draadpin en moer, op voorwaarde dat het aantal ankerpunten
en de draaddiameter behouden blijven. De benutte draadlengte
moeten minstens andermaal zo lang zijn als de diameter van de
schroefdraad of de draadpin.
Si des cales ou élargisseurs de roue sont montés, ceux-ci devront
être fixés mécaniquement au moyeu de la roue ou au bol de
disque.
Indien spieën of spoorverbreders worden gemonteerd, moeten
deze op een mechanische manier worden vastgemaakt aan de
wielnaaf of op het remschijfcenter.
12.7
12.7
Crics pneumatiques
Pneumatische krikken
Des crics pneumatiques peuvent être montés sur le véhicule, mais
il est interdit de transporter des bouteilles d’air comprimé à bord.
Het gebruik van pneumatische snelkrikken is toegelaten, maar
de flessen met perslucht mogen niet in de wagen worden
meegevoerd.
12.8
12.8
Contrôle de la pression des pneus
Controle van de bandendruk
L’emploi de quelque moyen que ce soit pour préserver les
prestations des pneus avec une pression intérieure égale ou
inférieure à la pression atmosphérique, est interdit. L’intérieur du
pneu (l’espace entre la jante et la face intérieure du pneu) peut
exclusivement être rempli d’air. Aucun additif, quel qu’il soit (gaz,
liquide,…), n’est autorisé.
Het gebruik van eender welk middel dat de prestaties van de
banden, met een inwendige druk gelijk of kleiner dan de
atmosferische druk bewaart, is verboden. Het binnenste van de
band - ruimte tussen de velg en de binnenzijde van de band mag enkel gevuld worden door lucht. Geen enkel additief (gas,
vloeistof,…) is toegestaan.
Tout système pour régler la pression des pneus est interdit (ex.
soupapes de surpression).
Alle regelsystemen van de bandenspanning, zoals bvb.
overdrukventielen zijn verboden.
L’utilisation des bouchons de valve étanche est impérative.
Het gebruik van ventieldopjes is noodzakelijk.
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
23
RACB Sport
ART. 13 - HABITACLE
13.1
Equipement dans l’habitacle
ART. 13 - COCKPIT
13.1
Cockpituitrusting
13.1.1 Tableau de bord
13.1.1 Dashboard
Le tableau de bord doit être conservé. L’allégement ou la
modification de celui-ci est autorisé. L'instrumentation est libre.
L'installation ne doit cependant comporter aucun risque.
In de Toerisme wagens moet het dashboard behouden blijven.
Het lichter maken of aanpassen van het dashboard is
toegestaan. De instrumentatie is vrij, maar de installatie ervan
mag geen enkel risico inhouden.
Les interrupteurs d'origine peuvent être remplacés par des
interrupteurs d'un dessin différent, montés à des emplacements
différents sur la planche de bord ou sur la console centrale.
De originele schakelaars mogen vervangen worden door andere
van een verschillend ontwerp. Zij mogen zich op een andere
plaats op het dashboard of console bevinden.
13.1.2 Ce qui doit être enlevé de l’habitacle :
13.1.2 Moet verwijderd worden uit cockpit:
•
•
•
•
•
Le capitonnage et le garnissage du toit.
Les tapis et le matériau isolant.
Antivol sur la direction.
Airbags.
Les sièges et la banquette arrière.
13.1.3 Ce qui peut également être enlevé de l’habitacle :
•
•
•
•
•
Geluiddempend materiaal en bekleding tegen het dak.
Tapijten en isolerende materialen.
Stuurslot.
Airbags.
De zetels en de achterbank.
13.1.3 Mag verwijderd worden uit cockpit:
• Toutes les garnitures. Après enlèvement, les bords aigus
doivent être masqués de façon efficace.
• Climatisation, ceintures de sécurité originales et leur
mécanisme d’enroulement, mécanismes électriques de
fenêtre, verrouillage central, radio, klaxon, vide-poches,
console centrale, plage arrière, instruments, poches de
porte et tout autre élément monté sur le véhicule à
l’origine, uniquement pour le confort du conducteur ou des
passagers.
• Le système de chauffage, de ventilation et de dégivrage
d’origine peut être enlevé, mais une ventilation adéquate
et un système de dégivrage adéquat doivent être
conservés.
• Alle bekleding en versiering. Na verwijdering moeten alle
scherpe kanten doeltreffend afgeschermd worden.
• Airconditioning, oorspronkelijke veiligheidsgordels en
hun oprolmechanisme, elektrische raammechanismen,
centrale
deurvergrendeling,
radio,
claxon,
handschoenkastje,
middenconsole,
hoedeplank,
instrumenten, deurzakken en andere onderdelen die in
de oorspronkelijke wagen enkel tot het comfort van de
inzittenden bijdragen.
• Het originele systeem voor luchtverversing, ontwaseming
en verwarming mag verwijderd worden, maar een
adequate ventilatie en ontwaseming van de cockpit is
verplicht.
Pendant les essais et la/les course(s), l’habitacle et/ou le coffre
doivent être exempts de matériel ou pièces détachées.
Tijdens de trainingen en de wedstrijd(en) mogen er zich geen
voorwerpen of wisselstukken
in de cockpit en/of de
kofferruimte bevinden.
13.2
13.2
Equipement autorisé dans l’habitacle :
Uitrusting toegestaan in de cockpit:
• Structures et équipements de sécurité.
• Trousse d’outillage solidement fixée.
• Siège, instruments et toutes autres commandes
nécessaires à la conduite, y compris la molette de
répartition de freinage.
• Equipements électroniques et électriques.
• Système de réfrigération du pilote.
• Lest.
• Crics pneumatiques et leurs conduites.
• Batterie.
• Equipement de ventilation du pilote.
• Garnitures de portières.
• Veiligheidsstructuur en uitrusting.
• Gereedschapskit, enkel indien stevig bevestigd.
• Stoel, instrumenten en andere onderdelen nodig voor het
besturen, inclusief de remdrukregelaar.
Aucun des éléments mentionnés ci-dessus ne doit gêner
l’évacuation de l’habitacle ni la vision du pilote.
Geen van de bovenstaande onderwerpen mag de cockpituitgang
of de zichtbaarheid van de piloot hinderen.
ART. 14 - EQUIPEMENT DE SECURITE
ART. 14 - VEILIGHEIDSUITRUSTING
14.1
Equipement de sécurité ‘véhicule’
•
•
•
•
•
•
•
14.1
Elektronische en elektrische uitrusting.
Koelsysteem voor de piloot.
Ballast.
Pneumatische krikken en hun leidingnet.
Batterij.
Ventilatie-uitrusting voor de piloot.
Deurbekleding.
Veiligheidsuitrusting ‘wagen’
14.1.1 Extincteurs
14.1.1 Brandblussers
Chaque véhicule doit être équipé d’un système d’extinction
Elke wagen dient te worden uitgerust met een automatisch
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
24
RACB Sport
automatique
(commande
électrique
ou
mécanique)
conformément à l’Art. 253-7 de l’Annexe J du règlement FIA en
vigueur. La liste des fabricants est reprise sur la liste technique de
la FIA n° 16 « Systèmes d’extinction homologués par la FIA ».
brandblussysteem (elektrisch of mechanisch bediend) conform
aan Art. 253-7 van bijlage J van het geldende FIA reglement. De
lijst van fabrikanten is terug te vinden op de FIA technische lijst
nr. 16 “Brandblussystemen gehomologeerd door FIA”.
Le pilote assis normalement, ses ceintures de sécurité étant
attachées et le volant en place, doit pouvoir déclencher tous les
extincteurs manuellement. Par ailleurs, un dispositif de
déclenchement extérieur et intérieur est obligatoire. A l’extérieur,
il peut être combiné avec l’interrupteur de coupe-circuit et doit
être situé dans la partie inférieure du montant du parebrise.
De piloot moet, als hij normaal in zijn stoel zit, met de
veiligheidsgordel aan en met het stuurwiel op zijn plaats
manueel alle brandblussers kunnen activeren. Bovendien is een
buiten en binnen activatiedispositief verplicht. Aan de
buitenzijde mag dit systeem gekoppeld worden met een
stroomonderbreker en moet zich in het onderste gedeelte van
de stijl van de voorruit.
L’interrupteur ou la tirette de l’extincteur doit être repérable au
moyen d’un signe distinctif « E » à l’extérieur et à l’intérieur.
Les informations suivantes doivent figurer visiblement sur chaque
extincteur :
•
•
•
•
Capacité.
Type de produit.
Poids ou volume du produit.
Date de vérification de l’extincteur, qui ne doit pas être
plus de deux années après la date de remplissage ou après
celle de la dernière vérification.
La bonbonne de l’extincteur automatique homologué FIA doit être
fixée par un minimum de 2 sangles métalliques verrouillées par
vissage et le système de fixation doit être capable de résister à une
décélération de 25 G.
Les révisions des extincteurs doivent obligatoirement être
effectuées par le fabricant ou une société reconnue par le
fabricant. Il est de la responsabilité du concurrent de prouver cette
reconnaissance par le constructeur.
De schakelaar of de trekker van de brandblusser moet vindbaar
zijn door middel van een letter « E » zowel aan de buitenkant als
de binnenkant.
De volgende informatie moet zichtbaar afgebeeld zijn op elk
blusapparaat:
•
•
•
•
Inhoud.
Type van product.
Gewicht of volume.
Datum van nazicht dat niet ouder mag zijn dan twee jaar
na de vul datum of na het vorige nazicht.
De fles van de FIA gehomologeerde automatische brandblussers
moet vastgemaakt worden met minimum 2 metalen
vastgeschroefde riemen en de bevestigingssystemen moeten
een vertraging van 25 G weerstaan.
De revisie van de brandblussers moeten verplicht door de
fabrikant of een door de fabrikant erkende maatschappij. Het is
de verantwoordelijkheid van de deelnemer om deze erkenning
door de fabrikant te bewijzen.
14.1.2 Harnais de sécurité
14.1.2 Veiligheidsgordels
Le montage d’un harnais de sécurité approuvée par la FIA en cours
de validité, conformément à la description reprise à l’Annexe J de
l’annuaire FIA en vigueur, Art. 253-6, est obligatoire. Attention :
seule la norme 8853/98 est autorisée avec 5 points d’ancrage
minimum.
De montage van een door de FIA goedgekeurde en van een
geldigheidsdatum voorziene veiligheidsgordel is verplicht en dit
zoals beschreven in Bijlage J van het geldende FIA jaarboek, Art.
253-6. Opgelet: enkel de norm 8853/98 is toegelaten, met
minimaal 5 bevestigingspunten
14.1.3 Rétroviseurs
14.1.3 Achteruitkijkspiegels
Le véhicule doit être équipé de deux rétroviseurs, un de chaque
côté du véhicule, afin d’obtenir une vision efficace vers l’arrière. Le
montage est libre, mais chaque rétroviseur doit avoir une surface
réflecteur minimale de 90 cm². Il est autorisé d’y insérer un
conduit ayant pour seule fonction d’aérer le pilote. Un rétroviseur
peut être installé à l’intérieur du véhicule.
Doeltreffende zijspiegels aan de bestuurders- en aan
passagierszijde zijn verplicht. De plaatsing is vrij, maar elke
spiegel moet een minimale reflecterende oppervlakte van 90
cm² hebben. Een ventilatieopening kan erin voorzien worden,
met als enig doel de piloot te verfrissen. Een achteruitkijkspiegel
aan de binnenzijde van de wagen is toegestaan.
14.1.4 Sièges
14.1.4 Stoel
Le siège du pilote doit être obligatoirement un siège de type
baquet homologué par la FIA (norme 8855/1999 ou 8862/2009) en
cours de validité et pourvu de cinq (5) ouvertures pour le harnais
de sécurité ainsi que conforme à l’article 253-16 de l’annexe J en
cours. Le siège homologué ne peut pas être modifié.
De stoel van de piloot moet van het type ‘kuipstoel’ zijn,
gehomologeerd door de FIA (8855/1999 of 8862/2009
standaard) met geldigheidsdatum, voorzien van vijf (5)
openingen voor het veiligheidsharnas conform Art 253-16 van de
geldende bijlage J. Deze gehomologeerde stoel mag niet
gewijzigd worden.
Une extension supplémentaire de 2 ans peut être accordée par le
fabricant et doit être mentionnée par une étiquette
supplémentaire.
Si les fixations et supports d’origine sont changés, les nouvelles
pièces doivent soit être approuvées pour cette application par le
constructeur de sièges, soit être conformes aux spécifications
suivantes (Art. 253-16 et dessin 253-65 ou 253-65B annexe J de
Een verlenging van 2 jaar kan worden toegestaan door de
fabrikant en moet vermeld worden op een supplementair etiket.
Indien de oorspronkelijke stoelbevestiging en -steunen worden
verwijderd, moeten de nieuwe onderdelen ofwel door de
fabrikant van de stoel voor dat doel goedgekeurd zijn, ofwel
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
25
RACB Sport
l’annuaire FIA en vigueur):
• Les fixations sur la coque/châssis doivent comporter au
moins 4 attaches par siège utilisant des boulons de 8 mm
minimum de diamètre avec contreplaques conformément
au dessin. Les surfaces de contact minimales entre support,
coque/châssis et contreplaque sont de 40 cm² pour chaque
point de fixation. Si des systèmes d’ouverture rapide sont
utilisés, ils doivent pouvoir résister à des forces verticales
et horizontales de 18000 N, non appliquées
simultanément. Si des rails pour le réglage du siège sont
utilisés, ils doivent être ceux fournis à l’origine avec le
véhicule homologué ou avec le siège.
• La fixation entre le siège et les supports doit être
composée de 4 attaches, 2 à l’avant et 2 sur la partie
arrière du siège, utilisant des boulons d’un diamètre
minimum de 8 mm et des renforts intégrés aux sièges.
Chaque attache doit pouvoir résister à une charge d’au
moins 15000 N quelle qu’en soit la direction.
• L’épaisseur minimum des supports et des contreplaques
est de 3 mm pour l’acier et de 5 mm pour les matériaux en
alliage léger. La dimension longitudinale minimale de
chaque support est de 6 cm.
moeten ze voldoen aan de volgende specificaties (Art 253-16 en
tekening 253-65 in Bijlage J van het geldende FIA Jaarboek):
• De steunen moeten aan het koetswerk/chassis worden
vastgemaakt via minstens 4 bevestigingspunten per stoel,
gebruikmakend van bouten met een minimum diameter
van 8 mm en een tegenplaat zoals in de tekening. De
minimale
contactoppervlakte
tussen
steun,
koetswerk/chassis en tegenplaat is 40 cm² voor elk
bevestigingspunt. Indien er snelsluit systemen worden
gebruikt, moeten deze bestand zijn tegen verticale en
horizontale krachten – niet tegelijk uitgeoefend – van
18000 N. Worden geleiderails gebruikt om de stoel te
verplaatsen, dan moeten dat de originele zijn die bij de
gehomologeerde wagen of de stoel zijn geleverd.
• De stoel moet aan deze steunen vastgemaakt worden via
vier montagepunten, twee voor en twee achter aan de
stoel, gebruikmakend van bouten met een minimale
diameter van 8 mm en in de stoel ingebouwde
verstevigingen. Elk montagepunt moet in elke richting
een kracht van minstens 15000 N doorstaan.
• De steunen en tegenplaten hebben een minimale dikte
van 3 mm voor staal en 5 mm voor lichtmetalen
materialen. De minimale longitudinale afmeting bedraagt
6 cm voor elke steun.
En cas d’utilisation d’un coussin entre le siège homologué et
l’occupant, ce coussin doit être d’une épaisseur maximale de 50
mm.
In geval er een kussen tussen de gehomologeerde stoel en de
piloot gebruikt wordt, mag deze maximaal 50 mm dik zijn.
14.1.5 Coupe-circuit
14.1.5 Stroom – spanningsonderbreker
• Un coupe-circuit est obligatoire; ce dispositif doit couper
tous les circuits électriques et de tension : batterie,
alternateur, éclairage, allumage, instruments de contrôle,
asservissements électriques etc. et doit également arrêter
le moteur. Pour les moteurs Diesel ne disposant pas
d’injecteurs à commande électronique, le coupe circuit doit
être couplé avec un dispositif étouffeur de l’admission du
moteur.
• Le pilote assis normalement, sa ceinture de sécurité étant
attachée et le volant en place, doit pouvoir couper tous les
circuits électriques et arrêter le moteur au moyen d’un
coupe-circuit anti-déflagrant. Cet interrupteur doit être
clairement signalé par un symbole montrant un éclair
rouge dans un triangle bleu à bordure blanche.
• Il doit également y avoir un interrupteur extérieur, pouvant
être manœuvré à distance. Cet interrupteur doit être situé
dans la partie inférieure du montant du pare-brise. Il doit
être clairement signalé par un symbole montrant un éclair
rouge dans un triangle bleu à bordure blanche d'au moins
12 cm de base.
• Een stroomonderbreker is verplicht en moet alle stroomen spanningscircuits onderbreken: batterij, alternator,
verlichting, ontsteking, controle-instrumenten enz. en hij
moet eveneens de motor stoppen. Bij dieselmotoren die
niet over elektronisch bediende injectoren beschikken,
moet de stroomonderbreker gekoppeld worden met een
systeem dat de inlaat verstikt.
• De piloot moet, als hij normaal in zijn stoel zit, met de
veiligheidsgordel aan en met het stuurwiel op zijn plaats,
alle elektrische circuits kunnen afsluiten door middel van
een vonkvrije stroomonderbreker. Deze moet duidelijk
aangeduid worden door een symbool bestaande uit een
rode vonk in een wit omrande blauwe driehoek.
• Aan de buitenzijde van de wagen is er een
stroomonderbreker dat op afstand bediend kan worden
verplicht. Deze moet zich bevinden ter hoogte van de
onderste stijl van de voorruit en moet duidelijk
aangeduid worden door een symbool bestaande uit een
rode vonk in een wit omrande blauwe driehoek met een
basis van minstens 12 cm.
14.1.6 Anneau de prise en remorque
14.1.6 Trek oog
Les anneaux de prise en remorque doivent être montés à l’avant
et à l’arrière des véhicules et doivent:
Een voorste en achterste trek oog zijn verplicht en
moeten:
• Soit être rigides, en acier, sans possibilité de rupture,
mesurer entre 60 et 100 mm de diamètre intérieur et 5
mm d’épaisseur, soit être homologués (ex. sangles).
• Avoir une section arrondie, de façon qu’ils ne coupent pas
ou ne détériorent pas les sangles utilisées par les
commissaires.
• Etre solidement fixés au châssis/structure au moyen d’une
pièce rigide en acier (les câbles formant une boucle sont
interdits).
• Stevig zijn, gemaakt van staal, onbreekbaar, met een
binnendiameter tussen 60 en 100 mm en een dikte van 5
mm, of gehomologeerd zijn (ex. riemen).
• Afgerond zijn, zodat het de riemen van de marshalls niet
beschadigt
of
doorsnijdt.
• Stevig bevestigd zijn aan het chassis d.m.v. een stevig
onderdeel uit staal (staalkabels die een lus vormen zijn
verboden).
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
26
RACB Sport
• Se trouver dans le contour de la carrosserie vue du dessus.
• Etre facilement identifiables et peints en jaune, orange ou
rouge.
• Permettre de tirer un véhicule enlisé dans un bac à gravier.
En plus, l’endroit exact des anneaux de prise en remorque doit
être signalé par une flèche de couleur contrastée.
14.2
Equipement de sécurité ‘pilote’
• Zich bevinden binnen de omtrek van het koetswerk,
gezien van boven.
• Gemakkelijk herkenbaar zijn en geschilderd zijn in geel,
oranje of rood.
• Het trekken van de wagen uit een grindbak toelaten.
Bovendien dient de precieze plaats van deze trekogen aangeduid
te worden door een pijl in een contrasterende kleur.
14.2
Veiligheidsuitrusting ‘piloot’
L’ensemble de l’équipement personnel du pilote doit être montré
lors de chaque contrôle technique.
De volledige persoonlijke uitrusting moet tijdens de technische
controle getoond worden.
• Le pilote doit rouler avec un équipement tel que défini à
l’Annexe L du Code Sportif International de la FIA.
• A tout moment le pilote peut présenter un équipement à la
commission technique pour validation.
• De piloot moet rijden met een uitrusting zoals bepaald in
Bijlage L van het Internationaal Sportreglement van de
FIA.
• De piloot mag op om het even welke moment een
uitrusting voorleggen aan de technische commissie voor
keuring.
• Deze uitrusting mag op om het even welke moment van
de meeting gecontroleerd worden.
• In geval van gebruik van een niet conforme uitrusting zal
een sanctie genomen worden door het college van de
Sport commissarissen (boete en/of uitsluiting van de
meeting)
• Cet équipement pourra être vérifié à tout moment de
l’épreuve.
• En cas d’utilisation d’un équipement non conforme, une
sanction sera donnée par le collège des Commissaires
Sportifs (amende et/ou exclusion du meeting)
14.2.1 Casque
14.2.1 Helm
Le pilote doit porter un casque homologué, lorsque le véhicule est
en mouvement. Ce casque doit répondre au moins à une des
normes suivantes :
Het dragen van een gehomologeerde helm is verplicht wanneer
de wagen in beweging is. Deze helm moet minstens aan één van
de volgende normen voldoen:
•
•
•
•
•
FIA 8860-2004
FIA 8860-2010
Snell SA 2005 (ne sera plus valable après 31/12/2018)
Snell SA 2010
Snell SAH 2010
Chaque modification apportée à la liste reprise ci-dessus sera
publiée dans le Bulletin Officiel mensuel de la FIA.
Une description des labels d’identification des casques
homologués est disponible sur demande auprès de la FIA et du
RACB Sport.
Le casque doit être muni des ancrages de sangle (‘Tether anchors’)
marqués du code FIA 8858-2002 ou FIA 8858-2010 et d’une
étiquette FIA holographique argentée.
14.2.1.1
Modifications (App. L Chap. III 1.2)
• FIA 8860-2004.
• FIA 8860-2010
• Snell SA 2005 – Niet meer gehomologeerd na
31/12/2018.
• Snell SA 2010
• Snel SAH 2010
Elke modificatie aan bovenvermelde lijst zal gepubliceerd
worden in het maandelijkse FIA Official Bulletin.
Beschrijving van de labels die de goedgekeurde helmen
identificeren, is op aanvraag verkrijgbaar bij de FIA en RACB
Sport.
De helm moet voorzien zijn van bevestigingspunten (‘Tether
anchors’) met de FIA code 8858-2002 of FIA 8858-2010 en de
bijhorende FIA zilver hologramsticker.
14.2.1.1
Wijzigingen (App. L Hoofdst. III 1.2)
Aucun casque ne peut être modifié, conformément à ses données
de fabrication.
Geen enkele helm mag gewijzigd worden, in overeenstemming
met zijn fabricatiegegevens.
14.2.1.2
14.2.1.2
Système de communication (App. L Chap. III 1.3)
Communicatiesysteem (App. L Hoofdst. III 1.3)
Un système de radiocommunication ou un écouteur installé dans
le casque sera interdit à partir du 01/01/2011. Un appareil auditif
directement dans l’oreille (du type ear plug) est autorisé.
Een radiocommunicatiesysteem of koptelefoon gemonteerd in
de helm is verboden vanaf 01/01/2011. Een hoorapparaat direct
in het oor (type ear plug) is toegestaan.
Des dérogations, pour raisons médicales seulement, pourront être
accordées par la commission médicale du RACB Sport. Un
microphone ne pourra être installé que conformément aux
dispositions prévues par la FIA (appendice L, Chap III, article 1.2).
Afwijkingen enkel en alleen om medische redenen kunnen
worden toegestaan door de medische commissie van RACB
Sport. Een microfoon mag alleen worden geïnstalleerd als hij
beantwoordt aan de voorschriften van de FIA (Bijlage L, Hoofdst.
III, Art. 1.2.).
14.2.1.3
14.2.1.3
Décoration
Doit répondre à la norme selon Annexe L Chap. III 1. de l’annuaire
Decoratie
Moet voldoen aan de norm volgens Bijlage L Hoofdst. III 1.4 van
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
27
RACB Sport
FIA en vigueur.
het geldend FIA jaarboek.
14.2.2 Dispositif de retenue de la tête (HANS® ou HYBRID®) (App.
L Chap. III 3)
14.2.2 Hals en nek beschermsysteem (HANS® systeem) (App. L
Hoofdst. III 3)
L’emploi d’un dispositif de retenue de la tête HANS® ou HYBRID®
(head and neck restraint system) est obligatoire à partir du
01/01/2011.
Het gebruik van een hals en nek beschermsysteem (HANS®)
(head and neck restraint system) systeem is verplicht vanaf
01/01/2011.
La liste des systèmes approuvés par la FIA (8858-2002 ou 88582010) et des casques est disponible dans la liste technique n° 29.
Les sangles (‘Tether’) doivent être pourvues de l’étiquette
d’homologation FIA 8858-2002 ou FIA 8858-2010.
Jusqu’à présent, aucun système n’offre une protection entière en
cas d’accidents, plusieurs études ont démontré qu’une protection
du type HANS® ou HYBRID® réduit considérablement le risque de
blessures de la tête, du cou et de la colonne vertébrale. Chaque
pilote devrait soigneusement choisir le système qui lui semble le
plus approprié parmi les systèmes disponibles.
De lijst van FIA goedgekeurde systemen (8858-2002 of 88582010) en helmen is op de technische lijst nr. 29 terug te vinden.
De verbindingsriemen (‘Tether’) moeten voorzien zijn van het
FIA homologatielabel 8858-2002 of FIA 8858-2010.
Tot hiertoe biedt geen enkel systeem een volledige beveiliging
bij ongevallen, maar meerdere studies hebben aangetoond dat
een HANS®-beveiliging het risico op hoofd-, nek- en
ruggengraatblessure sterk vermindert. Iedere piloot moet uit de
beschikbare modellen zorgvuldig het systeem kiezen dat hem
het beste past.
14.2.3 Vêtements ignifuges (App. L Chap. III 2)
14.2.3 Brandwerende kledij (App. L Hoofdst. III 2)
Pendant les essais et la/les course(s), le pilote doit être revêtu
d’une combinaison ignifuge conforme à la norme FIA 8856-2000.
Gedurende de trainingen en de wedstrijd(en) moet de piloot een
brandwerende overall dragen. Deze voldoet aan de FIA norm
8856-2000.
Il portera en plus des sous-vêtements longs, une cagoule, des bas
et des gants répondant à la norme FIA 8856-2000.
La liste des vêtements ignifuges homologués par la FIA (88562000) est reprise dans la liste technique n° 27.
Verder draagt hij/zij lang ondergoed, een aangezichtsmuts
(balaclava), sokken en handschoenen die voldoen aan de FIA
norm 8856-2000.
De lijst van FIA gehomologeerde brandwerende kledij (88562000) is op de technische lijst nr. 27 terug te vinden.
ART. 15 - STRUCTURE DE SECURITE
15.1
Structure de l’armature de sécurité
ART. 15 - VEILIGHEIDSSTRUCTUUR
15.1
• Le véhicule doit être équipé d’une armature de sécurité
conforme aux spécifications de l’Art. 253-8 de l’annexe J du
règlement FIA en vigueur.
• Toute modification apportée à une armature de sécurité
homologuée est strictement interdite et la rend nonconforme.
• Aux endroits où le corps du pilote pourrait entrer en
contact avec l'armature de sécurité, une garniture
ininflammable doit être utilisée comme protection.
• Aux endroits où le casque du pilote pourrait entrer en
contact avec l'armature de sécurité, la garniture doit être
conforme à la norme FIA 8857-2001 type A.
• Il est interdit d’installer des conduites électriques, de
carburant ou autres entre l’armature de sécurité et la
carrosserie.
15.2
Cloison pare-feu
Structuur van de veiligheidskooi
• De wagen dient uitgerust te worden met een
veiligheidskooi die beantwoordt aan Art. 253-8 van
Bijlage J van het geldende FIA reglement.
• Iedere wijziging aan een gehomologeerde veiligheidskooi
is ten strengste verboden en maakt die rolkooi meteen
niet conform.
• Het is verplicht om de buizen van de veiligheidskooi, die
in contact kunnen komen met het lichaam van de piloot
te bekleden met een onontvlambaar materiaal.
• Daar waar zijn/haar helm in contact kan komen met de
veiligheidskooi moet deze bekleding minimaal voldoen
aan de FIA Standaard 8857-2001 type A.
• Het is verboden elektrische, brandstof of andere
leidingen te monteren tussen de veiligheidskooi en het
koetswerk.
15.2
Bescherming op de veiligheidskooi
Les véhicules doivent être équipés d’une cloison pare-feu étanche,
placée entre le compartiment moteur, le coffre et le réservoir de
carburant d’une part et l’habitacle d’autre part, pour empêcher le
passage de liquides, flammes ou gaz vers l’habitacle.
Tussen enerzijds de motorruimte, koffer, brandstoftank en
anderzijds de cockpit moet een tussenschot uit een
brandwerend materiaal worden aangebracht, dat verhindert dat
vloeistoffen, vlammen of gassen in de cockpit binnendringen.
Toute ouverture pratiquée dans la paroi anti-feu doit être aussi
réduite que possible, en permettant juste le passage des
commandes et des câbles et doit être rendue complètement
étanche et équipée de passe-cloisons.
Alle gaten in een brandwerend tussenschot moeten zo klein zijn
dat ze enkel de doorgang van de leidingen en/of de bekabeling
toelaten. Deze gaten moeten volledig dichtgemaakt worden en
voorzien zijn van doorvoerrubbers.
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
28
RACB Sport
ART. 16 - CARBURANT
16.1
Spécification du carburant
ART. 16 - BRANDSTOF
16.1
Brandstofspecificaties
Le carburant utilisé doit être un carburant commercial. L’ajout
d’additifs est interdit.
De gebruikte brandstof moet commerciële brandstof zijn. Er
mogen geen additieven worden toegevoegd.
16.2
16.2
Air
Lucht
En tant que comburant, seul de l’air peut être mélangé au
carburant.
Voor de bereiding van het mengsel mag enkel lucht worden
gemengd met de brandstof.
ART. 17 - TEXTE APPLICABLE
ART. 17 - GELDENDE TEKST
La version française du présent Règlement Technique constituera
le texte définitif auquel il sera fait référence en cas de controverse
d’interprétation. Les intitulés du document sont uniquement
énoncés par souci de commodité et ne font pas partie du présent
Règlement Technique.
De Franse tekst van dit Technische Reglement vormt de
definitieve tekst waarop men zich zal beroepen in geval van
betwisting over de interpretatie. De titels van dit document
worden alleen uit zorg voor de leesbaarheid vermeld en maken
geen deel uit van huidig Technisch Reglement.
ART. 18 - APPROBATION
Règlement approuvé par RACB Sport le : 19 février 2016
Numéro de visa : T01-BGDC/B16
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
29
RACB Sport
DESSINS - TEKENINGEN
Dessin 252-7
Tekening 252-7
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
30
RACB Sport
Dessin 253-65
Tekening 253-65
Dessin 255-11
Tekening 255-11
Dessin 255-10
Tekening 255-10
Dessin 258-3
Tekening 258-3
____________________________________________________________________________________________________________________________________
Belgian Gentlemen Drivers Club 2016
31
RACB Sport